Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal1

Vergaderjaar 2000 - 2001 28 mei 2001

Vragen van de leden Jurgens (PvdA) en Van der Linden (CDA) op 28 mei 2001 medegedeeld aan de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


1
Is het u bekend dat de minister van Justitie van Turkije, de heer Hikmet Selim Türk, tijdens de vergadering van het Permanent Comité van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa in Istanboel op 23 mei 2001 - naar aanleiding van scherpe kritiek ter vergadering geuit door het lid Jurgens inzake het beleid van de Turkse regering tegenover politieke gevangenen die een hongerstaking volvoeren vanwege het extreme gevangenisregime dat hun wordt opgelegd - heeft verklaard dat vanuit Amsterdam en Brussel onder meer via Internet richtlijnen worden verstrekt aan terroristische organisaties die deze hongerstaking organiseren?


2
Bent u op de hoogte van zulke activiteiten en, zo niet, bent u bereid na te gaan of er objectieve gegevens ten grondslag liggen aan de bewering van de Turkse minister?


3
In hoeverre heeft de Turkse regering inmiddels ook bij de regering tegen de genoemde activiteiten bezwaar gemaakt?


4
Deelt u de mening van uw Turkse collega dat deze activiteiten als zij inderdaad plaatsvinden neerkomen op strafbare steun aan terroristische organisaties, of staat u eerder op het standpunt dat hier sprake is van vrije communicatie, in dit geval gericht op ondersteuning van gevangenen die met een vergaande actie opkomen voor hun fundamentele burgerrechten?


5
Mocht u vaststellen dat inderdaad sprake is van steun aan activiteiten die naar maatstaven van de rechtsstaat als terroristisch kunnen worden aangemerkt, bent u dan van plan terzake actie te ondernemen? En mocht u tot een tegengestelde conclusie komen, bent u bereid bij uw Turkse collega bezwaar aan te tekenen tegen zijn openbaar gedane uitspraken, die dan slechts lijken te zijn bedoeld om de aandacht af te leiden van de kritiek op zijn harde beleid jegens de hongerstakers, van wie er inmiddels meer dan twintig inmiddels zijn overleden?