Ministerie van Algemene Zaken

Welkomstwoord vice-minister-president Jorritsma t.g.v. Contactplan-bijeenkomst, 28 mei 2001, 10.30 uur,
Eerste Kamer der Staten-Generaal

MdV !

Met genoegen geef ik gevolg aan de uitnodiging die mij is gedaan om een woord van welkom te richten tot de deelnemers aan deze bijzondere bijeenkomst.
Dat geldt zeer in het bijzonder voor de delegaties uit de parlementen van de Nederlandse Antillen en Aruba, die hun verre reis naar deze vergaderzaal van de Eerste Kamer hebben gemaakt.

Contactplan-bijeenkomsten als deze geven op
parlementair niveau invulling en inhoud aan wat in de preambule van het Statuut staat omschreven als "op voet van gelijkwaardigheid de gemeenschappelijke
belangen verzorgen en wederkerig bijstand verlenen". Overleg, samenwerking en wederzijds respect zijn
sleutelwoorden voor de onderlinge verhoudingen tussen de drie landen van ons Koninkrijk.




2

In deze bijzondere relatie past dat wij met begrip voor elkaars standpunten op een zinvolle, open en
constructieve wijze spreken over alle relevante
onderwerpen, ook over zaken waarover onze posities en opvattingen niet of niet helemaal overeenstemmen.

Over een tweetal onderwerpen wil ik vanmorgen kort iets zeggen: de financieel-economische problematiek, in het bijzonder in de Nederlandse Antillen, en onze
samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving.

De financieel-economische situatie in de Nederlandse Antillen is nog steeds zorgwekkend: oplopende tekorten en een toenemende werkloosheid zijn daarvan
illustraties.
De grootste opgave voor de overheid van de
Nederlandse Antillen bestaat uit het herstellen en vergroten van het vertrouwen van de private sector en van de bevolking als geheel in de economie en het
sociaal-economisch beleid.
Ingrijpende maatregelen zijn nodig om de
concurrentiepositie structureel te versterken en de publieke financiën op orde te brengen.




3

Deze weg is de Antilliaanse regering vorig jaar
nadrukkelijk ingeslagen.
Het vertrouwen van de Nederlandse regering in dat
beleid, dat in september 2000 leidde tot een eerste akkoord met het IMF, kwam concreet tot uitdrukking in extra financieel-economische steunverlening van
betekenende omvang: ruwweg een verdubbeling ten
opzichte van het jaar daarvoor.

Intussen moet er nog veel gebeuren, dat is wel
duidelijk.
Een belangrijke rol is weggelegd voor de Staten van de Nederlandse Antillen bij de beoordeling, resp.
goedkeuring van wet- en regelgeving die voortvloeit uit genomen of nog te nemen maatregelen.
Medewerking van de Staten aan de voortgang van het proces van sociaal en economisch herstel is derhalve van onmisbare betekenis.




4

De Antilliaanse regering spant zich terecht in voor een verbetering van het investeringsklimaat, in nauwe
samenwerking met internationale organisaties als het IMF, de Wereldbank en de OESO.

Voor de Antilliaanse economie was het jaar 2000 een zwaar jaar, maar de bodem lijkt nu toch wel te zijn bereikt.
Voor dit jaar wordt een bescheiden toename van het Bruto Nationaal Produkt (BNP) met 1 à 2% verwacht, indien tenminste het herstelbeleid onverkort wordt voortgezet.

Lukt dat, dan zou men kunnen zeggen dat het tij begint te keren.
De eerste vruchten van het herstelbeleid kunnen al in 2001 worden geplukt wanneer gezamenlijk op de
ingeslagen weg wordt voortgegaan.
Bij dit alles mag wordt de sociale dimensie natuurlijk allerminst uit het oog worden verloren.
Ter ondersteuning van het sociaal beleid heeft
Nederland extra steun ter waarde van 20 miljoen gulden toegezegd.




5

Aan de besteding daarvan wordt nu gewerkt.

Voorts heeft de Nederlandse regering een bedrag van 30 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor een jeugd- en jongerenprogramma met een looptijd van twee jaar. En niet vergeten mag worden het onderwijsprotocol dat in januari dit jaar is overeengekomen in het kader van het reguliere samenwerkingsbeleid. Daarbij gaat het om een bedrag van 20 miljoen gulden.

Uitvoering van het IMF-programma blijft van het grootste belang: ik hoop van harte dat de Nederlandse Antillen er op korte termijn in zullen slagen om tot een akkoord met het IMF te komen.

De Arubaanse economie maakt op dit moment een
gezonde ontwikkeling door met een bijna volledige
werkgelegenheid.




6

In aansluiting daarop is de samenwerkingsrelatie
zodanig aangepast, dat Aruba een meer directe rol
heeft bij de inrichting van projecten.
Gezegd moet worden dat de economische positie nog
steeds relatief kwetsbaar is door de te grote
afhankelijkheid van het toerisme.
Verbreding van de economische basis blijft daarom
noodzakelijk.
De openbare financiën ontwikkelen zich wat minder
voorspoedig dan aanvankelijk werd gedacht.
Ook dit is een punt van aandacht voor de Arubaanse overheid en de Arubaanse volksvertegenwoordiging.

Het tweede onderwerp waarover ik kort iets wil zeggen, betreft onze samenwerking op het gebied van de
rechtshandhaving.
Van oudsher kennen onze landen al een nauwe relatie op het gebied van de rechtspleging, maar de afgelopen jaren is onze samenwerking uitgebreid naar het gebied van politie en justitie.




7

De routes naar en het verkeer tussen de drie landen van het Koninkrijk zijn kwetsbaar in een omgeving van een steeds hechter georganiseerde internationale
criminaliteit.
Terecht staat deze Contactplan-bijeenkomst daarom
mede in het teken van de criminaliteit rond drugs, zowel synthetische drugs als de traditionele harddrugs.

Verdere uitbreiding en intensivering van de
samenwerking tussen onze landen op ook dit gebied is van bijzondere betekenis.
Naast het overleg tussen de ministers van Justitie noem ik met name het recherchesamenwerkingsteam en de
Kustwacht.
Nederland heeft daarvoor de nodige middelen én
capaciteit ter beschikking gesteld.
Aan Nederlandse zijde wordt soms enige
terughoudendheid gesignaleerd bij onze partners waar het gaat om het verdiepen van de samenwerking in
deze.




8

Beseft dient echter te worden dat rechtshandhaving in het Koninkrijk door externe ontwikkelingen
onvermijdelijk een zaak van toenemend
gemeenschappelijk belang en gewicht is geworden die vraagt om steeds nauwere samenwerking.
Het gaat om ingrijpende maatschappelijke vraagstukken die naar hun aard vragen om grensoverschrijdende
antwoorden.
Onze verbondenheid in het Statuut als gezamenlijke rechtsorde van de Nederlandse Antillen, Aruba en
Nederland biedt daartoe niet alleen een kader maar ook een uitnodiging en een aansporing.

Rest mij tenslotte u een goede en vruchtbare
bijeenkomst toe te wensen.


* * * * * *