Gemeente Amsterdam

|
Wonen & leven
|
Huiselijk geweld

Zie ook:

Blijf van mijn lijf

Huiselijk geweld

Achter menige voordeur vallen rake klappen. Maar of je nu een vreemde of je vriendin mishandelt, het is en blijft een misdrijf. Samenwerking tussen hulpverlening, politie, justitie en gemeente moet het tij keren. Want de cijfers zijn angstaanjagend.

45 procent van de Nederlandse bevolking is ooit slachtoffer geworden van huiselijk geweld. 21 procent is slachtoffer van huiselijk geweld dat langer dan vijf jaar duurde. 27 procent is slachtoffer van huiselijk geweld waarbij geweld wekelijks of dagelijks voorkwam. De cijfers liegen er niet om, de slachtoffers vaak wel. Hulpverleenster Glenda Purperhart: 'er is veel schuldgevoel en schaamte. Bij ons steunpunt komen veel goed opgeleide vrouwen. Op het werk geven ze leiding aan mannen, thuis laten ze zich mishandelen. Dat is onbestaanbaar, dat vertel je gewoonweg niet. Bovendien staat hun man te boek als lief en intelligent. Ze zouden niet eens geloofd worden.'

Taboe
Het taboe op huiselijk geweld, houdt het geweld in stand. De vrouw isoleert zichzelf -een blauw oog vraagt immers om uitleg - waardoor het geweld jaren kan voortduren. Pas als de situatie verschrikkelijk uit de hand loopt, zoeken de slachtoffers hulp en vluchten zij naar familie of opvanghuis. Volgens Essa Reijmers van Vrouwenopvang Amsterdam hoeft het zo ver echter niet te komen. 'We willen vrouwen eerder bereiken, meer aan preventie doen. Drie jaar geleden hebben we daarom in Amsterdam Zuidoost het eerste steunpunt geopend. Een plek in de buurt, waar je makkelijk binnenstapt. Samen met de vrouw analyseren we de situatie en kijken we welke maatregelen zij kan nemen om het geweld te stoppen.'

Kwetsbaar
"Eén klap en ik ben weg". Purperhart heeft het nog niet meegemaakt. Weggaan is een grote stap. Vrouwen houden van de dader en willen de kinderen hun vader niet ontnemen. En de man mishandelt niet 24 uur per dag. Hij kan ook heel leuk en lief zijn. 'Dat leg ik uit aan de naaste omgeving. Ik vraag mensen te luisteren in plaats van te roepen "je moet weg".' Een van de eerste dingen die Purperhart doet is het herstellen van de sociale contacten van haar cliënt. Ze schakelt vrienden en familie in om op gezette tijden te bellen of langs te gaan. Hoe meer mensen zich om de cliënt bekommeren, hoe minder kwetsbaar zij wordt. Het aanleren van traptechnieken en een krachtiger houding, maakt de vrouw zelf weerbaarder. Alleen als het echt niet anders kan wordt een vluchtplan gemaakt.

Nazorg
Er zijn inmiddels vier steunpunten. De resultaten zijn bemoedigend. In driekwart van de gevallen is het geweld gestopt. In twintig procent van de gevallen heeft de relatie het geweld zelfs overleefd. Gemeente, politie en justitie ondersteunen de hulpverlening. De gemeente geeft 150.000 gulden voor een nieuw steunpunt in Osdorp en langere openingstijden. De politie gaat de aangiftes professioneler afhandelen. Door de buren te horen en door bij acute meldingen foto's ter plaatse te maken, verzamelt de politie bewijsmateriaal. Het intrekken van de aangifte - wat veel voorkwam omdat alles weer koek en ei was, of omdat de vrouw represailles vreesde - kan niet meer. Justitie zal vervolgen of de dader voorwaarden stellen. Bijvoorbeeld deelname aan GRIP, een therapie voor daders die politie en Vrouwenopvang samen hebben ontwikkeld. 'Nu de nazorg nog', waarschuwt Reijmers, 'die is nog in ontwikkeling en hard nodig. Anders vallen veel vrouwen weer in het oude patroon. En zijn we terug bij af.' HvdB www.vrouwenopvang-ams.nl

^

Uit: Krant amsterdam.nl, juni 2001


-

© gemeente Amsterdam - 28-05-2001