Ministerie van Defensie



Brieven aan de Kamer


Informele vergaderingen van de EU-ministers van Defensie van 6 april en 14 en 15 mei 2001

29-05-2001

De doelstellingen van het Zweedse voorzitterschap inzake het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) zijn vastgelegd in de conclusies van de Europese Raad van Nice. Het gaat met name om de inwerkingtreding van de permanente structuren, het beproeven van de crisisbeheersingsprocedures en de totstandkoming van de EU-Navo-regeling (de drie voorwaarden voor de operationeelverklaring van de EU), de overdracht van de WEU-taken aan de EU en de uitwerking van de Headline Goal, waaronder de verfijning van de Headline Goal catalogi en van het "review mechanism". Tijdens het Zweedse voorzitterschap zijn de EU-ministers Defensie tweemaal informeel bijeen geweest, op 6 april jl. en, met deelneming van de derde landen, op 14 en 15 mei jl., om de voortgang van het Headline-goal-proces te bespreken.

Militaire capaciteiten

Catalogi
Tijdens de vergadering van 6 april jl. heeft staatssecretaris Van Hoof de Nederlandse zorg verwoord over de voortgang bij het opheffen van de militaire tekortkomingen. Turkije blokkeerde namelijk de deelneming van Navo-experts aan de Headline Goal Task Force, nodig voor de opstelling van de militaire catalogi (zie verder) aan de hand waarvan nadere afspraken kunnen worden gemaakt over het opheffen van militaire tekorten. Turkije bleek in de loop van april alsnog bereid de inbreng van Navo-deskundigheid in de HTF toe te staan, waarna de werkzaamheden konden worden hervat. Inmiddels heeft de HTF de Headline Goal Catalogue, waarin de militaire behoeften voor de Headline Goal scenario´s zijn opgenomen, en de Headline Goal Force Catalogue met de toegezegde middelen en eenheden van de lidstaten verder uitgewerkt. De behoeften zijn gepreciseerd en aan de Force Catalogue is een supplement met de bijdragen van de derde landen toegevoegd, nadat met deze landen overleg is gevoerd over hun bijdragen. Tevens is begonnen met de eerste Progress Catalogue, waarin de geconstateerde militaire tekortkomingen worden vastgelegd. Deze catalogus zal de basis vormen voor het opheffen van die tekortkomingen. Hiervoor zijn nog geen prioriteiten gesteld. De criteria daarvoor moeten nog worden vastgesteld. Ik heb tijdens de vergadering van 14 mei jl. het belang van effectiviteit en doelmatigheid onderstreept. Het opheffen van de tekorten vraagt immers om een gezamenlijke aanpak. Verder heb ik, evenals Secretaris Generaal/Hoge Vertegenwoordiger (SG/HV) Solana, de noodzaak van concrete afspraken, projecten en investeringen onderstreept. In dat verband heb ik gewezen op de Nederlandse extra inspanningen terzake.

Review mechanism
Met het review mechanism moet toezicht worden gehouden op het nakomen van de toezeggingen om de militaire tekorten op te heffen. Nederland hecht dan ook aan de totstandkoming van een gedegen review mechanism, waarmee regeringen zo nodig kunnen worden aangesproken op het niet-nakomen van gedane toezeggingen en waarmee de coherentie tussen de Headline Goal en het Navo-planningproces en het Defence Capabilities Initiative (DCI) wordt verzekerd. Ik heb de Zweedse suggesties voor een review mechanism, dat voorziet in peer pressure en in nauwe afstemming tussen het EU-review mechanism en de Navo-planning, dan ook verwelkomd als een uitstekende basis voor verder overleg. Het Zweedse voorzitterschap streeft naar besluitvorming in Gotenburg.

Positie ministers van Defensie
Tijdens de informele vergadering van 6 april jl. is het inkomend Belgisch voorzitterschap verzocht te bezien of een Raad van Defensieministers moet worden opgericht. Ik heb dat verzoek op 14 mei jl. nog eens verwelkomd. In het licht van de noodzakelijke peer pressure en gelet op hun eerste verantwoordelijkheid voor de militaire aspecten van de Headline Goal liggen formele bijeenkomsten van de EU-ministers van Defensie voor de hand.

Operationeelverklaring van de EU
In Nice is afgesproken dat voor de operationeelverklaring van de EU de structuren compleet dienen te zijn, de crisisbeheersingsprocedures zijn beproefd en de EU-Navo-regeling gereed is. In Nice is overeengekomen dat een besluit inzake de operationaliteit dient te worden genomen tijdens het Belgische voorzitterschap (uiterlijk tijdens de Europese Raad van Laken van december a.s.).

Structuren
De EU-veiligheidstructuren zijn bijna compleet. Ik heb u onlangs al bericht dat het PSC en het EUMC inmiddels permanent zijn verklaard. De Militaire Staf (EUMS) wordt voor eind juni permanent verklaard na de verhuizing naar de Kortenberg, waar ook de versterkte crisisstaf van SG/HV Solana zal worden gevestigd. Deze verhuizing is thans gaande.

Crisisbeheersingsprocedures
Nederland heeft, zoals bekend, met succes aangedrongen op de opneming van het Politiek en VeiligheidsComité in het EU-verdrag. In aanvulling daarop maakt Nederland zich sterk voor goede
crisisbeheersingsprocedures, die slagvaardige besluitvorming verzekeren. Deze procedures zijn vastgelegd in een living document dat op basis van ervaringen kan worden bijgesteld. Mede op Nederlands aandringen worden de interne besluitvormingsmechanismen beproefd tijdens een workshop, die nog tijdens het Zweedse voorzitterschap zal worden gehouden.

EU-Navo-regeling
Na de Europese Raad van Feira (juni 2000) zijn vier werkgroepen ingesteld om de EU-Navo-regeling uit te werken. Het gaat om Berlijn-plus (met name de toegang van de EU tot de operationele planningcapaciteit van de NAVO), een EU-Navo-beveiligingsovereenkomst, capaciteiten/Headline Goal en permanente regelingen (voor contacten). Met het oog op de voorgenomen operationeelverklaring in Laken (december 2001) van de EU dienen de werkzaamheden binnen afzienbare termijn te worden voltooid. Staatssecretaris Van Hoof en ik hebben op 6 april en op 14 mei nog eens onderstreept dat Nederland grote waarde hecht aan de totstandkoming van een EU-Navo-regeling, in het bijzonder over Berlijn-plus.

De door de EU en de Navo overeengekomen permanente regelingen blijken in de praktijk goed te voldoen. De EU en de Navo werken nauw samen bij hun aanpak van de problemen in Noord-Macedonië. De beveiligingsovereenkomst tussen de EU en de Navo is vrijwel voltooid. De capaciteitenwerkgroep zal zich binnenkort naar verwachting kunnen buigen over een EU-voorstel voor het review mechanism. Berlijn Plus geeft echter aanleiding tot zorg. Vanwege de Turkse blokkade terzake in de Navo is op dit punt tot dusver nauwelijks vooruitgang geboekt. In dat verband heb ik op 15 mei jl., tijdens de vergadering van de EU-lidstaten met de Europese niet-EU Navo-lidstaten, krachtig gepleit voor de verdere invulling van de rol van de derde landen bij toekomstige EU-geleide vredesoperaties. Met name het Committee of Contributing Countries, dat bij de dagelijkse aansturing van EU-geleide operaties een belangrijke rol zal vervullen, biedt mogelijkheden om Turkije tegemoet te komen zonder de autonome beslissingsbevoegdheid van de EU aan te tasten.

Overdracht operationele Weu-taken aan EU
Over de overdracht van het Weu-satellietcentrum (Torrejon) en het WEU-veiligheidsinstituut (Parijs) aan de EU bestaat inmiddels op hoofdlijnen overeenstemming. De modaliteiten voor het EU-Satcen en het EU-veiligheidsinstituut zijn vastgelegd in twee Gemeenschappelijk Optredens (GO). De dagelijkse aansturing van het Satcen berust bij SG/HV Solana. Het Politiek en Veiligheidscomité, geadviseerd door hetEUMC, geeft politieke richtlijnen. De EUMS is betrokken bij de activiteiten van het Satcen. Nederland kan instemmen met het GO onder voorbehoud van gelijktijdige afsluiting van een associatie-overeenkomst met de vijftien kandidaat-lidstaten en de overige niet-EU Navo-landen vanwege de betrokkenheid van een aantal van deze landen bij het Weu-Satcen en met het oog op het Turkse dossier. Een dergelijke overeenkomst is in de maak. Het EU-veiligheidsinstituut zal in grote lijnen de huidige werkzaamheden voortzetten. Voortzetting van de transatlantische dialoog is een belangrijke doelstelling van het instituut. Besluitvorming over de inschuif van beide Weu-instellingen in de EU tijdens de Europese Raad van Gotenburg is waarschijnlijk.

EU-oefenbeleid en oefenprogramma
Het EU-oefenbeleid en oefenprogramma zijn belangrijke instrumenten voor de verwezenlijking van de Headline Goal. Tijdens de Algemene Raad van 14 mei jl. hebben de ministers van Buitenlandse Zaken, versterkt met de ministers van Defensie, het EU-oefenbeleid en het EU-oefenprogramma goedgekeurd. Beide documenten zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Europese Raad in Gotenburg. Het oefenbeleid omvat de interne besluitvorming (procedures) binnen de EU, het geheel van civiele en militaire crisisbeheersingsinstrumenten van de EU, en samenwerking en overleg met de Navo, de derde landen en andere internationale organisaties (VN, OVSE, enz). Mede op Nederlands aandringen concentreren de oefeningen zich in eerste instantie op de interne procedures. In 2002 zal een oefening plaatsvinden met deelneming van hoofdsteden. Deze oefening richt zich op de beginfase van een crisis. In 2003 is een oefening voorzien van een EU-geleide operatie met gebruikmaking van Navo-middelen; in 2004 volgt een oefening voor een EU-geleide operatie zònder Navo-middelen. Er zijn geen veldoefeningen voorzien.

Voortgang
Van 1 juli a.s. tot 31 december is België voorzitter van de Europese Unie. Tijdens het Belgische voorzitterschap genieten, wat EVDB en Headline goal betreft, drie onderwerpen prioriteit: de EU-Navo-regeling, de operationeelverklaring van de EU en het aanpakken van de militaire tekortkomingen. De totstandkoming van de EU-Navo-regeling hangt, zoals ik heb uiteengezet, in belangrijke mate af van het doorbreken van de patstelling rondom Berlijn-plus. Nederland spant zich op ambtelijk en politiek niveau in om een oplossing te bewerkstelligen. De operationeelverklaring van de EU hangt hiermee nauw samen. Als minister van Defensie heeft de derde prioriteit, het aanpakken van de militaire tekortkomingen, mijn bijzondere aandacht. Het Belgische voorzitterschap is voornemens tijdens een Capabilities Improvement Conference in de loop van november a.s. afspraken te maken over het aanpakken van militaire tekortkomingen. Dat moet gebeuren aan de hand van de Headline Goal Progress Catalogue, waarin de militaire tekortkomingen zijn vastgelegd. Deze catalogus zal tijdens het Belgische voorzitterschap verder moeten worden uitgewerkt om inderdaad concrete afspraken te kunnen maken. Nederland zal zich daarbij krachtig inzetten voor een gezamenlijke aanpak. Coördinatie binnen de EU en tussen de EU en de Navo is nodig om de tekorten zo doelmatig mogelijk weg te werken. Duplicatie van inspanningen moet worden voorkomen.

U wordt na de Europese Raad van Gotenburg geïnformeerd over de definitieve resultaten terzake van het Zweedse voorzitterschap.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

Mr. F.H.G. de Grave