CBS

Meer alleenwonende ouderen

Nederland telt anderhalf miljoen 70-plussers. Van hen woont een derde alleen, meestal na het verlies van de partner. De komende twintig jaar zal het aantal alleenwonende 70-plussers toenemen van 571 duizend nu naar 819 duizend in 2020, een stijging met ruim 40 procent. Dit blijkt uit de nieuwe huishoudensprognose van het CBS.

Pas op zeer hoge leeftijd naar tehuis
De overgrote meerderheid van de ouderen woont zelfstandig. Van de 70-plussers woont de helft nog samen met een partner. Een op de drie woont alleen. Minder dan tien procent woont in een verzorgings- of verpleeghuis. Pas op zeer hoge leeftijd worden veel ouderen in een tehuis opgenomen. Van de zeventigers woont slechts drie procent in een tehuis. Onder tachtigers is het percentage van de ouderen dat in een tehuis woont hoger, maar ook bij deze leeftijdsgroep vormen de tehuisbewoners slechts een minderheid (17 procent). Pas boven de negentig woont de helft van de hoogbejaarden in een tehuis.

Meer ouderen nog met partner
De komende twee decennia zal het aantal ouderen dat zelfstandig woont toenemen. Voor een belangrijk deel komt dit doordat meer hoogbejaarden samen met hun partner oud worden. Van de 70-plussers heeft nog 47 procent een partner. In 2020 zal dit 53 procent zijn. Dit komt door de stijging van de levensverwachting, vooral van mannen. Vrouwen leven momenteel gemiddeld vijf jaar langer dan mannen. Doordat de levensverwachting van mannen sterker stijgt dan die van vrouwen, wordt het verschil kleiner en zullen huwelijkspartners langer samen blijven. Paren zijn vaker in staat tot op hoge leeftijd zelfstandig te wonen dan alleenstaanden.

Minder ouderen in tehuis
Het aantal alleenwonende 70-plussers zal de komende twintig jaar met een kwart miljoen toenemen, van 571 duizend in 2001 naar 819 duizend in 2020. De belangrijkste oorzaak is de vergrijzing. Het aantal 70-plussers neemt toe van 1,5 miljoen nu naar 2,2 miljoen in 2020. Een andere oorzaak van de toename van het aantal alleenwonende ouderen is dat een steeds kleiner deel van de ouderen in een verzorgings- of verpleeghuis wordt opgenomen. Tussen 1995 en 2000 is de bevolking van 70 jaar of ouder met bijna zeven procent toegenomen, maar is het aantal 70-plussers dat in een zorginstelling woont met tien procent gedaald. Het overheidsbeleid is erop gericht dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig wonen en pas in een tehuis worden opgenomen als ze ook met steun van thuiszorg niet meer in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Het CBS verwacht dat het percentage van de ouderen dat in een tehuis wordt opgenomen verder zal dalen. Terwijl de bevolking van 70 jaar of ouder de komende twintig jaar met vijftig procent zal groeien, zal het aantal mensen van die leeftijd in een zorginstelling naar verwachting met twintig procent dalen. Zorg aan huis gaat steeds meer de zorg in een zorginstelling vervangen. Bovendien komen er steeds meer tussenvormen tussen zelfstandig wonen en wonen in een verzorgingshuis, zoals woonzorgcomplexen.

Technische toelichting
De prognose van het aantal ouderen dat al dan niet met een partner nog zelfstandig woont, is gebaseerd op de nieuwe huishoudensprognose van het CBS. Vanaf 30 mei zijn de cijfers van de huishoudensprognose te vinden in StatLine, op de web-site van het CBS (www.cbs.nl). De prognosecijfers zijn te vinden in de rubriek Mens en maatschappij, thema Bevolking.