Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Afspraken over duurzame economische ontwikkeling Nederlandse Antillen

Een persbericht bij het onderwerp Economie en bevolking 30 mei 2001
Nederland en de Nederlandse Antillen zullen een meerjarig samenwerkingsprogramma opstellen over duurzame economische ontwikkeling van de Nederlandse Antillen. Het begrip "duurzaam" heeft daarbij twee betekenissen. Ten eerste: "blijvend", gericht op structurele, langdurige groei van de Antilliaanse economie. Ten tweede: passend binnen de grenzen van natuur en milieu. Bij nieuwe bedrijfsactiviteiten zal dus rekening gehouden moeten worden met wat dit voor het milieu betekent, bijvoorbeeld duiktoerisme mag geen schade opleveren voor het onderwaterleven. En toeristen zijn welkom in natuurgebieden, maar dit moet niet leiden tot massatoerisme dat de natuur belast.
Dat zijn de regeringen van de Nederlandse Antillen en Nederland vandaag overeengekomen. De afspraken zijn vandaag ondertekend door de Nederlandse staatssecretaris Gijs de Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), de Antilliaanse minister-president en minister voor Ontwikkelingssamenwerking Miguel Pourier en de Antilliaanse minister voor Nationaal Herstel en Economische Zaken Suzy Camelia-Römer.
Het programma zal gebaseerd zijn op een advies van de Wereldbank uit april van dit jaar. De Wereldbank stelt dat de mogelijkheden voor groei van de Antilliaanse economie in de eerste plaats liggen in het toerisme en daarnaast in onder meer havenactiviteiten, e-commerce en internationale financiële dienstverlening. Vooruitlopend op het samenwerkingsprogramma stelt Nederland voor dit jaar (2001) maximaal 20 miljoen Nederlandse gulden (ruim 14 miljoen Antilliaanse gulden) beschikbaar voor projecten die al op korte termijn de economie van de Nederlandse Antillen stimuleren. Het gaat hierbij vooral om projecten die werkgelegenheid creëren en die al snel van start kunnen gaan.
Daarnaast zal een aantal regelingen die gelden voor het Nederlandse bedrijfsleven, ook gaan gelden voor Antilliaanse bedrijven. Het gaat daarbij om subsidieregelingen gericht op technologische ontwikkeling, innovatie en kennisoverdracht. Het samenwerkingsprogramma krijgt een looptijd van minstens vijf jaar. Het zal bestaan uit vijf deelplannen voor de vijf eilanden Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, plus een overkoepelend plan voor de Nederlandse Antillen als geheel. Uiterlijk in september zal de Antilliaanse regering een uitgewerkt voorstel voor het meerjarige samenwerkingsprogramma presenteren, nadat het onder leiding van de Wereldbank is besproken met vertegenwoordigers van het land de Nederlandse Antillen, van de vijf afzonderlijke eilanden en van Nederland. Na overeenstemming wordt meerjarige financiering door Nederland vastgelegd. De Wereldbank is ook bereid te adviseren over hervormingen in de Antilliaanse gezondheidszorg en over vereenvoudiging van het belastingstelsel.