Vrije energiemarkt drukt gemeenten in actievere rol

Vrije energiemarkt drukt gemeenten in actievere rol ECN-rapport adviseert bestuurders om lokaal netwerk uit te breiden Petten, 30 mei 2001

De vrije handel in energie die per 1 juli van start gaat, dwingt gemeenten om zich actiever op te stellen als ze haar doelstellingen voor duurzame energie en energiebesparing wil halen. Gemeenten moeten op een andere manier met energiebedrijven samenwerken en zelf meer kennis in huis halen voor een succesvol energie-, inkoop- en klimaatbeleid. Dit blijkt uit een rapport van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten.

"De liberalisering van de gas- en elektriciteitsmarkt raakt niet alleen het overheidsbeleid, maar verzwaart tevens de taak van lokale overheden," schrijft Hugo Burger, onderzoeker bij ECN-Beleidsstudies. "Als vanaf 1 juli de markt voor groene stroom opengaat, is de kans groot dat energiebedrijven gaan privatiseren. Hierdoor missen gemeentes een belangrijke steun bij hun energiebeleid. In een commerciële markt zullen energiebedrijven hun verbruiksgegevens immers niet aan derden door willen geven, uit angst voor het weglekken van bedrijfsgevoelige informatie. De gemeenten hebben deze gegevens echter nodig om het energiebeleid te kunnen toetsen. Hierdoor moeten ze zelf op zoek gaan naar andere methoden om verbruikscijfers te verzamelen."

Platforms Dat is echter niet de enige last waarmee gemeenten te maken krijgen. Door het wegvallen van de steun van energiebedrijven worden gemeenten zelf verantwoordelijk voor het contact tussen diverse partijen bij energie- en klimaatbeleid. Burger adviseert gemeentes of provincies om voor dit complexe netwerk energieplatforms of energie-agentschappen op te zetten waarin naast lokale overheden verschillende partijen zijn vertegenwoordigd, zoals bedrijfsverenigingen, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars en energiebedrijven. Deze nieuwe organisaties coördineren dan de uitvoering van het lokale energie- en klimaatbeleid.

"Gemeenten kunnen besluiten om vanaf 1 juli op de vrije energiemarkt stroom in te kopen", aldus Burger. "Zo kunnen ze invulling geven aan hun doelstellingen op het gebied van duurzame energie en klimaatbeleid. Het is echter niet uitgesloten dat de prijzen voor eindverbruikers zullen stijgen. Wanneer minima hierdoor financiele problemen krijgen kunnen gemeentes de minima ontlasten met grootschalige inkoop en doorverkoop van energie. Hiermee vormt de inkoop van energie een nieuw lokaal beleidsinstrument."

Besparing Doordat er per 1 januari 2001 geen milieupremie meer op de energieprijs wordt geheven, bestaat er geen financiële basis meer voor de gezamenlijke energiebesparingsprojecten van gemeenten en energiebedrijven. Burger: "Om dergelijke projecten te financieren moeten gemeenten een alternatieve bron van inkomsten aanboren. Gemeenten kunnen dit doen door hun aandelen in energiebedrijven te verkopen. Ook zal het energiebedrijf haar klanten niet meer gaan informeren en voorlichten over de mogelijkheden van energiebesparing. Gemeenten kunnen deze voorlichtersrol overnemen door consumenten te ondersteunen bij het Energie Prestatie Advies, het advies over energiebesparende maatregelen op hun woning."

Het ECN-rapport, 'Gemeentelijk energie- en klimaatbeleid in een geliberaliseerde energiemarkt' door Hugo Burger is verkrijgbaar bij het secretariaat Beleidsstudies, tel. 0224-564347 of e-mail bs@ecn.nl Ook is het rapport in te zien, aan te vragen en te downloaden vanaf internet via www.ecn.nl/links/c01035.html