Gemeente Breda

30-05-2001

Verkeersplan Breda deel 2
Het college van burgemeester en wethouders heeft de hoofdlijnen van het toekomstig verkeer- en vervoersbeleid vrijgegeven voor consultatie. Het is de tweede stap van de in totaal drie stappen, in de totstandkoming van het Verkeersplan Breda. Tot en met 13 juli is er gelegenheid reacties in te dienen. In juni zijn er zes consultatiebijeenkomsten..

Van stap 1 naar 2
De gemeente Breda streeft naar een duurzame ontwikkeling van de stad. Een goed verkeer- en vervoersbeleid is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Daarom is de gemeente bezig met het opstellen van een nieuw Verkeersplan. Uiteraard wordt daarbij ook gekeken naar de ontwikkelingen in de toekomst. Het Verkeersplan kijkt dan ook vooruit naar 2010.
De opgave is een evenwicht te vinden tussen bereikbaarheid, leefbaarheid, bedrijvigheid en de beleving van de openbare ruimte. Het Verkeersplan bestrijkt de gehele stad Breda en houdt bovendien rekening met de economische en ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. Het Verkeersplan raakt vele belangen. Het opstellen ervan is dan ook ingewikkeld. Daarom zijn vanaf het begin een groot aantal organisaties en personen erbij betrokken in de vorm van een klankbordgroep. Er is gekozen voor een zorgvuldige aanpak, met veel momenten van overleg en terugkoppeling. In maart 2000 is de eerste stap De Visie aan de bevolking van Breda gepresenteerd. Van de mogelijkheid om in te spreken is uitgebreid gebruik gemaakt. Stap 2 van het verkeersplan gaat in op het gebruik van het Bredase wegennet met als eindresultaat de meest gewenste verkeersstructuur voor de gehele gemeente.

Drie Varianten
In stap 2 zijn drie varianten opgesteld om een goede vergelijking te kunnen maken. In iedere variant krijgt één vervoerwijze, bijvoorbeeld de voetganger of de auto, zoveel mogelijk de ruimte om optimaal te functioneren. Tegelijk wordt gekeken naar de effecten die dat heeft op het functioneren van de andere weggebruikers. De varianten benaderen zoveel mogelijk de werkelijkheid en zijn gebaseerd op de resultaten en uitgangspunten uit Stap 1. Ook de inbreng uit de workshops en de reacties op Stap 1 zijn hierin verwerkt. De drie varianten zijn: leefruimte op straat, stad in, stad uit en ruim baan. Bij leefruimte op straat ligt de nadruk op de voetganger, de fietser en de kwaliteit van de verblijfsruimte. Bij stad in, stad uit ligt de nadruk op het openbaar vervoer en het autoverkeer op de stedelijke assen. In de variant ruim baan krijgt de auto alle ruimte in de gehele stad.

De vergelijking
Aan elke variant kleven voor- en nadelen. Om die goed in beeld te krijgen zijn de drie varianten onderling op zeven themas met elkaar vergeleken. Die themas zijn: leefbaarheid, bereikbaarheid, gebruik, economie, energie, ruimtelijke kwaliteit en kosten. De vergelijking maakt duidelijk dat het niet mogelijk is één variant in zijn geheel over te nemen. Dé oplossing bestaat niet. Wel komt er uit de vergelijking een groot aantal maatregelen naar voren die wel degelijk bij kunnen dragen aan een verbetering van de verkeerssituatie in Breda. Het zijn de zogenoemde kansrijke maatregelen die betrekking hebben op de verschillende verkeersdeelnemers: voetganger, fietser, gebruiker openbaar vervoer en automobilist.
Door de juiste maatregelen op de juiste plaats is het mogelijk een goed evenwicht te bereiken tussen de leefbaarheid en de bereikbaarheid van Breda. Het college zou graag de mening van de Bredase bevolking horen over de mogelijke maatregelen, om vervolgens tot een heldere besluitvorming te kunnen komen.

Hoofdlijnen van beleid
Stap 2 van het Verkeersplan doet een voorzet in de vorm van hoofdlijnen voor beleid.
· Stedelijke hoofdwegen volop benutten: door bundeling van het verkeer op de hoofdwegen blijven andere kwetsbare gebieden vrij van overlast. Het is wel noodzakelijk de doorstroming te bevorderen en de hoofdwegen waar nodig uit te breiden.
· Maatwerk in de rest van de stad: binnen de ring van tangenten en in de woongebieden staat de leefbaarheid centraal. Het autoverkeer krijgt niet meer ruimte dan strikt noodzakelijk is en er komen goede fietsvoorzieningen langs de wegen.
· Openbaar vervoer biedt volop kansen: De Hoogwaardig Openbaar Vervoerverbinding (HOV) tussen Etten-Leur, Breda en Oosterhout speelt een belangrijke rol. Dat kan ook als de HOV de beschikking krijgt over een betrouwbare route, zonder veel verstoring door ander verkeer. · Fietsers van deur tot deur: Het fietsverkeer groeit sterk, maar kan nog beter door het fietsnetwerk in de stad af te maken. · Breda Zuidelijk Vervoerknooppunt: Met de plannen voor de Spoorzone ontwikkelt Breda zich tot Zuidelijk Vervoerknooppunt. Met de juiste keuze is dat centrum optimaal te bereiken met alle vervoerwijzen. · In woongebieden staat leefklimaat voorop: De woon- en leefgebieden in de stad krijgen een inrichting van 30 km zone. · Behoud van de karakteristiek van Breda: De plekken die het groene karakter van Breda of de historie benadrukken zijn minder toegankelijk voor de auto.
· Buitengebied: ongewenst verkeer wordt zoveel mogelijk uit het buitengebied gehouden. Op een aantal wegen geldt een maximumsnelheid van 60 km. Dat is nodig omdat ook veel fietsers van die wegen gebruik maken en de natuur uiteraard ook meetelt.
· Overige maatregelen: Ter ondersteuning van de maatregelen die in de hoofdlijnen zijn opgenomen, kunnen nog een aantal andere maatregelen een extra impuls geven. Te denken valt bijvoorbeeld aan: de opvang van autos op piekmomenten door aan de rand van de stad gebruik te maken van transferpunten, het inzetten van nieuwe technieken en het intensiever gebruiken van de ruimte.

Stap 2 van het Verkeersplan Breda ligt ter inzage bij de balie Voorlichting in de publiekshal van het Stadskantoor, Claudius Prinsenlaan 10 en bij de deelstadskantoren en meldpunten.

Breda, 30 mei 2001