Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Dossier MKZ

Wijziging Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 II
dd. 30-05-2001 17:30 uur

30 mei 2001

Toelichting

Met de onderhavige regeling wordt het regime in de toezichtsgebieden Oene en Kootwijkerbroek aangepast. Gezien de huidige veterinaire situatie in de toezichtsgebieden is het toegestaan dat evenhoevigen binnen een bedrijf verplaatst worden mits de betreffende dieren voorzien zijn van een merkteken (UBN-nummer), op het bedrijf de eindscreening heeft plaatsgevonden en de uitslag daarvan negatief is en de verplaatsing van de betreffende dieren plaatsvindt binnen de in de bijlage gestelde grenzen van het toezichtsgebied. Verplaatsing van evenhoevigen tussen de toezichtsgebieden is derhalve niet toegestaan

Voorts is het mogelijk gemaakt om onder de voorwaarden, genoemd in artikel 8, evenhoevigen te slachten.

Tevens is het niet meer vereist dat bij het 1-op-1 vervoer van kalveren en biggen een urgentie-verklaring van een dierenarts afgegeven wordt.

Voor het overige blijft het regime dat geldt binnen het ingesloten gebied ongewijzigd.

Formulieren

Transport van evenhoevigen uit het BT gebied Kootwijkerbroek & Oene naar aangewezen slachthuis (PDF-formaat, 6 Kb)

ZIE HET ORIGINELE BERICHT VOOR OPHALEN VAN PDF-BESTANDEN

Transport van biggen in het BT gebied Kootwijkerbroek & Oene (PDF-formaat, 6 Kb)
Transport van kalveren in het BT gebied Kootwijkerbroek & Oene (PDF-formaat, 6 Kb)

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315) en op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I

De Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 II wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, derde lid, komt te luiden:

In afwijking van het eerste lid is het de eigenaar, houder of hoeder toegestaan om evenhoevigen naar een binnen het bedrijf gelegen huisvesting te leiden, mits
a. de betreffende dieren voorzien zijn van een UBN-nummer; b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op het bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd, is uitgevoerd en daarbij geen mond- en klauwzeer is aangetroffen, en
c. het vervoer van de betreffende dieren binnen de, in de bijlage aangegeven, grenzen van het betreffende toezichtsgebied plaatsvindt.

B

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

1. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het vervoer van evenhoevigen van een bedrijf rechtstreeks naar een slachthuis mits:
a. het bedrijf niet is gelegen in een beschermingsgebied als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985, tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van monden klauwzeer (PbEG L 315); b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op het bedrijf waarvan de dieren worden afgevoerd, is uitgevoerd en daarbij geen mond- en klauwzeer is aangetroffen; c. het transport voorafgaand is gemeld met gebruikmaking van een daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier dat vergezeld gaat van de uitslag van voormeld onderzoek; d. een kopie van het ingevulde formulier alsmede de uitslag van het onderzoek tijdens het vervoer op het voertuig aanwezig zijn, en
e. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt naar een door de Minister aangewezen slachthuis dat is gelegen in toezichtsgebied I of in toezichtsgebied II.

C

Artikel 9, eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

g. het vervoer voorafgaand wordt gemeld met gebruikmaking van een daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier;

Artikel II

Deze regeling wordt op 30 mei 2001 om 17:30 uur bekendgemaakt aan de media en treedt onmiddellijk in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,