NED OOGHEELKUNDIG GEZELSCHAP

Wachttijden oogheelkunde nog steeds de langste in Nederland

Minister Borst heeft in het Jaarbeeldzorg 2000 ( met cijfers tot en met maart 2001) gesteld, dat wachttijden in de oogzorg het langst zijn ( 13 weken!) en boven de zgn. Treeknormen liggen ( maximaal 7 weken!). Het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap heeft een beroep gedaan op de Tweede Kamer, die op 30 mei hierover met Minister Borst overlegt om deze lange wachttijden wederom aan de orde te stellen. Er zijn honderden miljoenen beschikbaar gesteld in het afgelopen jaar en meer dan 70% van de oogheelkundige praktijken hebben extra middelen aangevraagd, maar er zijn tot nu toe geen substantiële resultaten geboekt.

Voorzitter Dr. P. Ringens stelt, dat het NOG precies een jaar geleden werd uitgenodigd voor een gesprek in de Tweede Kamer en dat het enige dat sindsdien is gebeurd, dat alle extra tijdelijke, niet alleen voor oogzorg beschikbare middelen ( F 81,2 mln.), die verkregen konden worden, benut zijn en met name voor staaroperaties. 'Het wordt nu echt tijd, dat Minister Borst een speciale maatregel vaststelt voor meer functieplaatsen voor oogartsen'.

Het Capaciteitsorgaan bracht eind oktober 2000 een raming uit, die inhield, dat er 164 plaatsen voor medisch specialisten bij moeten komen. Het kabinet heeft dit advies overgenomen. Aan de Medisch Specialisten Registratie Commissie is gevraagd advies te geven. Het is noodzakelijk, dat er 50 functieplaatsen voor oogartsen bij moeten komen.

Het kernprobleem is, dat er te weinig functieplaatsen zijn en niet - zoals door de Overheid gesteld wordt - te ruimere indicatiestelling of vergrijzing. Dat zijn bijkomende, eveneens belangrijke oorzaken, maar niet de essentie. In 1992 is door het kabinet niet gekozen voor de juiste parameters en blijft het 'kurieren am Symptom'. VWS heeft berekend, dat er 1 oog- arts per 40.800 inwoners werkzaam is. De Europese norm is 1 oogarts op 25.000 inwoners.

Toelichting
KPMG heeft een rapport vervaardigd over 'Capaciteit en Beleid 2000-2005. Een onderzoek naar de oogartsencapaciteit in Nederland '. Gesteld wordt, dat de instroom van nieuwe oogartsen ( 50fte) en de uitstroom van zittende oogartsen ( 47 fte) over de periode 2000-2005 nagenoeg gelijk is en voorts, dat
a. Vanaf 2004 zich een forse vermindering van de instroom aftekent.
b. Vanaf 2003 de uitstroom van zittende oogartsen fors toeneemt. c. Een inhaalslag noodzakelijk is teneinde de oogheelkundige capaciteit te vergroten. Gedacht wordt aan 50 oogartsen. Met een
opleidingsduur van 5 jaar, zullen in 2006 (!) extra oogartsen op
functieplaatsen kunnen instromen.

Het Landelijk Platform Oogzorg tracht door afspraken tussen de verschillende aanbieders efficiency te bevorderen. Veel werk kan verricht worden door de HBO-optometristen. Door de verbeterde toegankelijkheid wordt na screening meer verwezen naar de oogarts. De ervaring leert echter, dat door activiteiten van optometristen er ( nog) meer vraag naar zorg van oogartsen ontstaat!

Nadere informatie: Dr. P. Ringens. Oogziekenhuis 010 4017747 of
070 3635656

Ref. 189.01

29 mei 01 13:48