Wim van Velzen

Persbericht drs Wim van Velzen

Europees Parlement stemt over Verdrag van Nice

Brussel, 31 mei 2001

Het Parlement constateert dat de intergouvernementele methode voor de herziening van de Verdragen met Nice heeft bewezen niet goed meer te werken. Het Verdrag van Nice schiet dan ook tekort, vooral op de twee belangrijkste criteria die het EP steeds voor het welslagen had aangelegd: volledige garantie voor de handelingsbekwaamheid van een grotere EU en een duidelijke vermindering van het democratisch tekort. Ter voorbereiding van de volgende intergouvernementele conferentie (IGC) in 2004 dient daarom in de eerste helft van 2002 een conventie samen te komen bestaande uit leden van het Europees Parlement, de nationale parlementen, de Commissie en de nationale regeringen. Deze conventie dient op grond van een breed maatschappelijk debat een voorstel voor een grondwet aan de IGC voor te leggen, dat de basis wordt voor de beraadslagingen van de uiteindelijke IGC.

Het Parlement zal voor de Top van Laken concrete voorstellen formuleren voor de conventie, waarbij de thema's niet beperkt mogen blijven tot de vier die in Nice zijn genoemd. Het Parlement moet zijn instemming geven met de toetredingen van nieuwe lidstaten en het zal daarbij rekening houden met de resultaten van de komende herziening van de Verdragen.

Hoewel met het Verdrag van Nice de weg naar de uitbreiding is vrijgemaakt, schiet het op nogal wat punten te kort, zodat diepgaandere hervormingen vereist blijven. De besluitvorming in de EU is op sommige punten alleen maar ingewikkelder geworden, de medebeslissingsprocedure is nog altijd niet van toepassing op alle terreinen waar de gekwalificeerde meerderheid in de Raad geldt en het Handvest van grondrechten is niet in het verdrag opgenomen.

Hieronder volgen de hoofdpunten van het Verdrag van Nice:
* Totdat de EU uit 27 landen bestaat, behoudt ieder land een zetel in de Commissie. Hierna volgt een roulatiesysteem. De vijf grootste landen geven per 2005 hun tweede commissaris op.


* Besluitvorming in de Raad van Ministers gaat voortaan op basis van drie vereisten:


- via een gekwalificeerde meerderheid (ruwweg tweederde) van de stemmen die de landen hebben in de Raad (tegenwoordig zou dat zijn: 62 op een totaal van 87)


- via een numerieke meerderheid van de EU-lidstaten die vóór stemt (nu minimaal dus 8)


- voortaan kan iedere regering vragen of de voorstemmende ministers tenminste 62% van de totale bevolking van de EU vertegenwoordigen. Zo niet, dan komt er geen besluit. (dit betekent dat er voortaan dus een besluit genomen kunnen worden tegen de wil van bijvoorbeeld Frankrijk in)


* Herweging van de stemmen in de Raad van Ministers. Nadeel: de invloed van de grote landen is toegenomen.


* Mogelijkheid om met minimaal acht landen nauwer te gaan samenwerken op bepaalde terreinen (de zogenaamde "flexibiliteitsclausule").

* De grens van de maximale omvang van het EP (die in Amsterdam op 700 is gelegd) is toch verder opgehoogd.

Het Verdrag van Nice is in het EP over het algemeen slecht ontvangen.

Het EP-rapport over het Verdrag van Nice zal op deze website geplaatst worden zo gauw de definitieve tekst beschikbaar is.