Gemeente Oosterhout

Besluitenlijst

Vergadering college van b. en w. 29 mei 2001

Voorstel voor grondverkoop in Vrachelen 2e fase aan Oakwood

Het college van b. en w. gaat de gemeenteraad in zijn vergadering van juni vragen een voorbereidingsbesluit te nemen waardoor het Oakwood bv mogelijk gemaakt wordt in de noordwest-hoek van Vrachelen 2e fase een appartementencomplex te realiseren. Tevens wordt de raad gevraagd de hiervoor benodigde grond te verkopen. Hiermee is een bedrag gemoeid van 3 miljoen, inclusief btw ( 1.361.341).

Het bouwplan van Oakwood omvat 45 appartementen en zal in een L-vorm worden gebouwd, met wanden evenwijdig langs het Goorke en de Weststadweg. Het complex heeft aan de Eline Verelaan en Tijl Uilenspiegelstraat een representatief voorterrein en ontsluiting naar parkeergarage en parkeerterrein. De bebouwing varieert in bouwhoogte van drie tot zes bouwlagen.

Het bouwplan kan alleen gerealiseerd worden als mag worden afgeweken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Dat heeft te maken met de ligging van het complex en de bouwhoogte.

Het college heeft met Oakwood overeenstemming bereikt over een grondprijs van in totaal 3 miljoen. Dat is 1 miljoen meer dan het bedrag waartoe burgemeester en wethouders in hun vergadering van september 1999 in principe hadden besloten. De verhoging is te verklaren uit het feit dat het nieuwe bouwplan er wezenlijk anders uitziet dan het origineel, waardoor de opbrengst voor de projectontwikkelaar aanmerkelijker groter is. Daarnaast is in de afgelopen twee jaar de grondprijs gestegen.

College houdt vast aan uitrit voor kanaaldijk nabij Sikkelstraat

Het college van b. en w. houdt vast aan de aanleg van een inrit, waardoor het voor Rijkswaterstaat mogelijk is de kanaaldijk te bereiken. Rijkswaterstaat heeft deze inrit nodig om eens in de twee weken drijfvuil bij het daar aanwezige aflaatwerk af te voeren. Zou dat niet gebeuren, dan zou er (stank)overlast voor de omgeving ontstaan.

Het college reageert daarmee op bezwaren die twee bewoners van de Sikkelstraat hebben ingebracht tegen de aanleg van de inrit.

De gemeentelijke adviescommissie voor de bezwaarschriften kwam eerder tot het oordeel dat een groot deel van de bezwaren ongegrond is. Omdat Rijkswaterstaat echter niet heeft kunnen aantonen dat het eens in de twee weken drijfvuil moet ophalen, twijfelde de commissie aan de noodzaak van de aanleg van de inrit. De commissie adviseerde daarom het bezwaarschrift, vanwege een onvoldoende belangenafweging, ongegrond te verklaren. Tevens gaf zij het college mee om, bij het besluit op het bezwaarschrift, nader onderzoek te doen naar de ophaalfrequentie.

Het college heeft dat inmiddels gedaan: de ophaalfrequentie is gebaseerd op een aanname. Die aanname vloeit voort uit het daadwerkelijk gebruik van het oude aflaatwerk. Bij het nieuwe aflaatwerk zal de ophoping van vuil niet minder zijn dan in de oude situatie.

Overigens heeft Rijkswaterstaat aangegeven dat de bewonerscommissie van de urban villas de stilgelegde werkzaamheden aan de inrit liefst zo snel mogelijk hervat ziet. De bewonerscommissie heeft in een brief aangegeven nimmer bezwaar te hebben aangetekend, omdat men beseft dat de locatie aan de Sikkelstraat de enige plek is waar een veilige inrit kan worden aangelegd. Met het oog op de naderende zomer vreest men bovendien meer last te krijgen van stankoverlast als het vuil te lang bij het aflaatwerk blijft liggen.

B. en w. werken mee aan vestiging exclusieve woninginrichter op Heuvel

Burgemeester en wethouders willen in principe meewerken aan de vestiging van een adviesbureau voor binnenhuisarchitectuur (inclusief verkoop van meubels en woninginrichtingsartikelen) in het pand Heuvel 2. Het college erkent dat een dergelijke vestiging in strijd is met het bestemmingsplan en op gespannen voet staat met de afspraak dat in principe geen uitbreiding van het verkoopvloeroppervlak mogelijk is. Aan de andere kant, zo redeneert het college, wordt door de vestiging van deze kwalitatief hoogwaardige onderneming een kwaliteitsimpuls gegeven aan de entree van het winkelgebied. Bovendien wordt hiermee invulling gegeven aan de wens dat in de Oosterhoutse binnenstad plaats zou moeten zijn voor meer hooggekwalificeerde speciaalzaken.

De Federatie Detailhandel en Horeca heeft in meerderheid positief geadviseerd over de komst van deze onderneming, op voorwaarde dat uitsluitend deze zaak in het pand gevestigd zou mogen worden. Om die reden kiezen b. en w. ook voor vrijstelling van het bestemmingsplan. Wijziging van het bestemmingsplan zou immers in principe ook de weg vrijmaken voor andere vormen van detailhandel.

Raad gevraagd voorbereidingsbesluit buitengebied te hernieuwen

Burgemeester en wethouders stellen de gemeenteraad in zijn vergadering van juni voor het in september 2000 genomen voorbereidingsbesluit voor delen van het buitengebied met een jaar te verlengen. Door middel van een voorbereidingsbesluit kan een gemeente ongewenste ontwikkelingen voorkomen op het moment dat een nieuw bestemmingsplan in de maak is. Zon besluit kan voor de periode van een jaar worden genomen.

Op dit moment is het nieuwe bestemmingsplan buitengebied in voorbereiding. De verwachting is echter dat dit plan in september van dit jaar - als de werking van het voorbereidingsbesluit afloopt - nog niet gereed is. Daarom wordt voorgesteld een hernieuwd voorbereidingsbesluit te nemen.

College werkt mee aan vestiging kopieerbedrijf in Abdis van Thornstraat

Burgemeester en wethouders hebben positief gereageerd op het verzoek in het pand Abdis van Thornstraat 42 een kopieerinrichting te vestigen. Het bedrijf is nu nog gevestigd in de Rulstraat. Enige probleem is dat het bedrijf op zeer kleine schaal detailhandel bedrijft, wat strikt formeel volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet is toegestaan. Gezien de zeer beperkte omvang van de detailhandelsactiviteiten, wil het college daarvan geen probleem maken, op voorwaarde dat "de bedrijfsvoering op de huidige voet wordt voortgezet".

B. en w. akkoord met concept-begroting indicatieorgaan

Het college van b. en w. is akkoord met de concept-begroting 2002 van het Regionaal Indicatieorgaan (RIO) in de regio Breda. Het RIO regelt de indicatiestelling voor zorgvoorzieningen in de regio. De Oosterhoutse bijdrage aan het RIO bedraagt in 2002 610.464 ( 227.017) op een totaalbegroting van 4.541.600 ( 2.060.888). Hiervoor zal het RIO in 2002 16.000 aanvragen afhandelen.

Overigens is het totaalbedrag zon 74.000 lager dan eerdere ramingen. Dat is het gevolg van de ingebruikneming van nieuwe computersystemen en een aantal organisatorische en procedurele wijzigingen. Hierdoor is, ondanks een stijging van het aantal aanvragen, is het aantal ftes hetzelfde kunnen blijven.

Oosterhout, 31 mei 2001