Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=416209



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Azië en Oceanië afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 31 mei 2001 Auteur mr J. Roodenburg

Kenmerk DAO-0583-01 Telefoon 070-3485655

Blad Fax 070-3485323

Bijlage(n) E-mail jj.roodenburg@minbuza.nl

Betreft Actuele situatie op Ambon

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar het verzoek van het lid Karimi, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 22 mei, over de actuele situatie op Ambon, heb ik de eer u als volgt te informeren.

Na een periode van relatieve rust is de situatie op Ambon sinds eind april opnieuw verslechterd. De ernstigste incidenten deden zich voor op 10 mei, toen als vergelding voor een beschieting van een motorboot in de baai van Ambon drie moslims zouden zijn gedood, op 20 mei, toen een aantal christenwijken in Ambon-stad werd aangevallen, waarbij naar verluidt 9 doden en 17 gewonden vielen, en op 25 mei, toen in een christelijke wijk drie militairen werden vermoord door een menigte. Ten tijde van de actie op 20 mei bevond de Nederlandse ambassadeur zich overigens in Ambon-stad. Hij was op doorreis naar de Kei-eilanden en Banda, alwaar hij onder meer de officiële start zou bijwonen van het
Kei Islands Peace Building Programme
. Aan dit door UNDP beheerde en in samenwerking met lokale NGO's uitgevoerde wederopbouwprogramma levert Nederland een bijdrage van NLG 5,2 miljoen. Op verzoek van de lokale autoriteiten, gegeven een aantal problemen van logistieke aard en op basis van een inschatting van de veiligheidssituatie besloot de ambassadeur zijn bezoek aan de Kei-eilanden en Banda uit te stellen en terug te keren naar Jakarta.

De nieuwe escalatie van geweld op Ambon staat in schril contrast met de situatie in de provincie Noord-Molukken, waar langzaam maar zeker een proces van normalisering op gang komt. De verschillen in de veiligheidssituatie in beide provincies waren reeds geconstateerd tijdens de gezamenlijke missie naar de Molukken van de Europese Unie en de Indonesische minister van Huisvesting en Regionale Infrastructuur van 20 tot 22 februari jl. Men constateerde toen reeds dat de spanningen op Ambon en omringende eilanden hoog bleven, ondanks effectiever optredende strijdkrachten.

De terugslag op Ambon is des te betreurenswaardiger nu beide bevolkingsgroepen in toenemende mate bereid leken tot voorzichtige stappen richting wederopbouw en toenadering. De signalen van 'oorlogsmoeheid' aan beide zijden werden steeds sterker. Het lokaal geïnitieerde Baku Bae
, waarin christelijke en islamitische vertegenwoordigers samenwerken aan een gezamenlijke toekomst, is een van de vele initiatieven die in de afgelopen maanden zijn ontplooid om tot verzoening te komen.

Aan het nieuwe geweld liggen verschillende oorzaken ten grondslag. In de eerste plaats heeft het meer dan twee jaar durende conflict vooral op Ambon aan beide zijden diepe wonden geslagen die veel tijd nodig hebben om te helen. Het handelen van de gemeenschappen is vaak gebaseerd op angst of haat jegens elkaar. Daarnaast gaat van de aanwezigheid van Laskar Jihad milities een permanente dreiging uit. Het gebrek aan daadkracht en doortastendheid van het veiligheidsapparaat en de civiele autoriteiten blijft een bron van zorg. Ik constateer voorts dat Ambon kwetsbaar blijft voor provocaties. Het hijsen van de RMS-vlag door het Front Kedaulatan Maluku op 25 april leidde aan moslimzijde tot onbegrip en heftige reacties. De verdraaide informatie die radicale facties aan beide zijden naar buiten brengen, draagt eveneens bij aan een klimaat van angst en wantrouwen.

Tijdens mijn bilateraal gesprek met collega Alwi Shihab op 25 mei in Peking heb ik deze verslechtering van de situatie op Ambon nadrukkelijk aan de orde gesteld. Op mijn dringende verzoek een einde te maken aan de voortdurende provocaties antwoordde minister Shihab dat de Indonesische autoriteiten reeds de nodige inspanningen hadden gepleegd om de situatie te stabiliseren, maar dat de Laskar Jihad belang had bij opstootjes. Hij bracht de rellen in verband met de arrestatie van Laskar Jihad leider Jafar Umar Thalib op 4 mei jl.

Ik heb minister Shihab gewezen op de gevoelens van grote zorg binnen de Molukse gemeenschap in Nederland over deze nieuwe escalatie van geweld. De Nederlandse regering deelt deze gevoelens en zal bilateraal en vooral ook met de EU-partners druk blijven uitoefenen op de Indonesische autoriteiten om daadkrachtiger op te treden tegen provocaties en geweld.

De Minister van Buitenlandse Zaken

===