AutoRai

31-5-2001

Porsche 911 Carrera met 3,6-liter motor en nieuwe neus

Met ingang van het modeljaar 2002, dat september 2001 van start gaat, brengt Porsche de tweede generatie van de 911 Carrera (996) op de markt.

Wat aan de nieuwe 911 Carrera direct opvalt, is het nieuwe front van deze sportwagen. Maar de tweede generatie is meer dan alleen een facelift.

Het belangrijkste nieuws schuilt namelijk onderhuids. Zo is de cilinderinhoud van de zescilinder boxermotor vergroot van 3,4 naar 3,6 liter; de krachtbron levert voortaan 235 kW (320 pk). Met dat vermogen bereiken de jongste 911-modellen een topsnelheid van 285 km/u. Daarmee is het verschil tussen 911 Carrera Coupé/Cabriolet en 911 Carrera 4 Coupé/Cabriolet met de 911 Turbo een stukje kleiner geworden. Ook acceleratie en souplesse zijn verbeterd. Voor de sprint van 0 naar 100 km/u hebben de beide Carrera Coupés slechts 5,0 seconden nodig; de Cabriolet-varianten doen het in 5,2 seconden.

Aan de buitenzijde verschilt de jongste 911 aanzienlijk van zijn voorganger. Alle vier de Carrera-modellen beschikken voortaan allereerst over het koplamp-design van de 911 Turbo. Daarnaast zijn de voorbumper en de voorspoiler geheel nieuw en heeft de 911 achter een verder doorgetrokken onderpaneel alsmede twee ovale uitlaateinden. Bij de 911 Carrera Cabriolet is het verschil van achteren nog duidelijker zichtbaar: de kunststof achterruit in het cabriodak is vervangen door een verwarmbare glazen achterruit.