Dossier MKZ
Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten
dd. 06-06-2001 19:00 uur
6 juni 2001
Toelichting De situatie in verband met mond- en klauwzeer heeft zich
binnen Nederland meer gestabiliseerd, hetgeen aanleiding geeft tot
verdere versoepelingen in het Europese maatregelenpakket. Daartoe is
beschikking 2001/223/EG door de Europese Commissie aangepast. Op grond
van de laatste wijziging d.d. 6 juni 2001 is onder voorwaarden de
export van slacht-, fok- en gebruiksrunderen en -varkens toegestaan
vanuit geheel Nederland, met uitzondering van de toezichtsgebieden en
Overijssel, Gelderland ten noorden van de Waal en Utrecht ten oosten
van de rijksweg A27 (het huidige compartiment Noord 2). Vanuit
compartiment Noord 2 is onder voorwaarden uitsluitend de export van
slachtvarkens en -runderen toegestaan. De aanpassingen in het Europese
regime geven aanleiding tot verdere versoepelingen in het nationale
maatregelenpakket. Onderhavige Regeling aanvullende voorschriften
besmettelijke dierziekten vervangt de Regeling compartimentering
Nederland mond- en klauwzeer 2001 III en behelst de volgende
voorschriften.
* Stickering
De opdeling van Nederland in de zes compartimenten Noord 1, Noord
2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 blijft voorlopig in stand
teneinde adequaat te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden
aangaande de dierziektesituatie in Nederland. De verplichting om
vervoermiddelen, die worden gebruikt voor het vervoer van
evenhoevigen, mest van evenhoevigen, diervoeders, rauwe melk en
gespecificeerd hoog-risico-materiaal (SRM) te voorzien van een
sticker blijft gehandhaafd. Vanaf heden mogen de vervoermiddelen
vrij binnen Nederland, met uitzondering van de toezichtsgebieden,
verplaatst worden en worden alle compartimenten tezamen beschouwd
als één compartiment.
* Reiniging en ontsmetting
De voorschriften met betrekking tot het reinigen en ontsmetten van
vervoermiddelen, die op erven van boerderijen worden gebracht,
alsmede van personen die in het kader van uitoefening van beroep
of bedrijf in contact komen met evenhoevigen blijven in stand. Ook
de met de reiniging en ontsmetting gepaard gaande verplichte
registratie blijft gehandhaafd.
* Vervoer van evenhoevigen
Aangezien vanuit compartiment Noord 2 uitsluitend de export van
slachtrunderen en -varkens is toegestaan wordt is het uit oogpunt
van controle en handhaving verboden om vanuit compartiment Noord 2
gebruiks- en fokrunderen en -varkens te vervoeren naar andere
delen van Nederland. Het verbod op de export van gebruiks- en
fokrunderen en -varkens vanuit Noord 2 is neergelegd in de
Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten 2001
II.
Voorts wordt het rechtstreekse vervoer van schapen en geiten naar
een ander bedrijf of een slachthuis toegestaan mits de schapen en
geiten zijn gemerkt met het UBN van het bedrijf van herkomst.
* Verzamelen van evenhoevigen
Uitgangspunt blijft vooralsnog dat het verzamelen van evenhoevigen
verboden is. Indien evenhoevigen (dus ook varkens) worden vervoerd
naar een bedrijf, mag het bedrijf van aanvoer de eerste 30 dagen
vervolgens geen evenhoevigen (niet zijnde varkens) van het bedrijf
afvoeren. Het bedrijf gaat derhalve 30 dagen 'op slot'. Bovendien
mogen bedrijven niet op één en dezelfde dag evenhoevigen op het
bedrijf aan- en afvoeren. Deze verplichtingen gelden niet voor
erkende verzamelcentra voor runderen en varkens.
De erkende exportverzamelcentra voor varkens kunnen vanaf heden
weer functioneren. De Regeling betreffende het bijeenbrengen van
dieren 2000 is van toepassing. Voor erkende runderverzamelcentra
geldt dat uitsluitend verzamelingen zijn toegestaan van voor de
export bestemde drachtige vaarzen enerzijds en voor de export
bestemde slachtrunderen, ouder dan 12 maanden, anderzijds. Het
verzamelcentrum kan de ene blokperiode drachtige vaarzen
verzamelen en in een andere blokperiode slachtrunderen op het
verzamelcentrum toelaten. Hier vindt dus een scheiding in tijd
plaats. Van belang is dat de duur van een blokperiode is
teruggebracht tot 24 uur; dit in afwijking van de Regeling handel
levende dieren en levende producten. Afvoer van drachtige vaarzen
van een verzamelcentrum geschiedt in beginsel naar een bedrijf in
het buitenland gelegen. Afvoer naar een Nederlands slachthuis kan
alleen geschieden indien export niet mogelijk is. Slachtrunderen
dienen vanaf een verzamelcentrum vervoerd te worden naar een in
het buitenland gelegen slachthuis. Slechts in het uiterste geval
dat export niet kan plaatsvinden is vervoer naar een Nederlands
slachthuis toegestaan.
Het verzamelverbod van andere evenhoevigen dan runderen, ouder dan
12 maanden, en varkens blijft vooralsnog gehandhaafd.
Runderen, ouder dan 12 maanden, en varkens mogen bijeengebracht
worden op een vervoermiddel waarna lossing van het vervoermiddel
geschiedt op één enkel bedrijf of één slachthuis. Het ophalen van
de runderen of varkens van de verschillende bedrijven moet
voortaan geschieden aan de openbare weg, grenzend aan het bedrijf
waar de betreffende dieren worden opgehaald.
Voor het vervoer van varkens gelden vanaf heden de Regeling
varkensleveringen en de Regeling betreffende het bijeenbrengen van
dieren 2000 onverkort.
Op grond van artikel 2, vierde lid, van beschikking 2001/327/EG is
het niet toegestaan evenhoevigen uit te laden op halteplaatsen.
* Overig
Duidelijkheidshalve zij opgemerkt dat de implementatie van
beschikking 2001/223/EG is geschiedt in de Regeling uitvoerverbod
vee en bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer 2001 II.
Artikel 16 van onderhavige regeling laat voornoemde regeling
onverlet; de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke
producten mond- en klauwzeer 2001 II prevaleert derhalve.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad
van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en
zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in
bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de
totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op Beschikking
2001/327/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24
april 2001 tot vaststelling van beperkende maatregelen met betrekking
tot verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige
soorten en houdende intrekking van beschikking 2001/263/EG (PbEG L
115) en op Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende
maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L
82);
Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en
vierde lid, 31 en 77 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Paragraaf 1: Begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. gebied: een van de al dan niet met name genoemde gebieden als
bedoeld in bijlage I bij deze regeling;
b. bijlage II: bijlage II bij deze regeling;
c. Minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie
van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen
aanhangwagens, opleggers of containers;
e. vervoerseenheid: voertuig dat danwel aanhangwagen, oplegger of
container die deel uitmaakt van een combinatie als bedoeld in
onderdeel d;
f. erkend varkensverzamelcentrum: verzamelcentrum, dat op grond van
artikel 4 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren
2000 door de Minister is erkend;
g. erkend runderverzamelcentrum: verzamelcentrum, dat op grond van
artikel 2.63, tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en
levende producten door de Minister is erkend;
h. slachtrunderen: runderen, die kennelijk zijn bestemd om te worden
geslacht in een land, niet zijnde Nederland;
i. fokrunderen: drachtige vaarzen, kennelijk bestemd voor de fokkerij
in een land, niet zijnde Nederland;
j. fok- en gebruiksvarkens: varkens, die kennelijk bestemd zijn voor
de fokkerij of voor de vleesproductie, niet zijnde varkens die
kennelijk zijn bestemd om te worden geslacht;
k. blokperiode: tijdseenheid van maximaal 24 uur te rekenen vanaf het
tijdstip van eerste verzameling op een erkend
runderverzamelcentrum;
l. UBN: aan een vestiging krachtens het Besluit identificatie en
registratie van dieren door of namens de Voorzitter van het
Productschap Vee en Vlees afgegeven Uniek Bedrijfsnummer.
Paragraaf 2: Stickering
Artikel 2
1. Vervoerseenheden die worden gebruikt voor het vervoer van mest van
evenhoevigen, diervoeders of rauwe melk en gebracht worden op
bedrijven of andere plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden,
zijn voorzien van een kenteken als bedoeld in bijlage II, dat
overeenkomt met een van de gebieden waarbinnen voornoemde
bedrijven of plaatsen bezocht worden.
2. Vervoerseenheden die worden gebruikt voor het vervoer van
gestorven slachtdieren als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
onderdeel a, van de Destructiewet voorzover afkomstig van plaatsen
waar evenhoevigen worden gehouden, zijn voorzien van een kenteken
als bedoeld in bijlage II, dat overeenkomt met een van de gebieden
waarbinnen gestorven slachtdieren als bedoeld in artikel 2, eerste
lid, onderdeel a, van de Destructiewet voorzover afkomstig van
plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden, wordt opgehaald.
3. Het is verboden vervoerseenheden die overeenkomstig het eerste lid
voorzien zijn van een kenteken in een ander gebied te brengen op
bedrijven of andere plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden,
met dien verstande dat de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid
1, Zuid 2 en Zuid 3 als een gebied worden aangemerkt.
4. Het is verboden met vervoerseenheden die overeenkomstig het tweede
lid voorzien zijn van een kenteken in een ander gebied gestorven
slachtdieren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a,
van de Destructiewet voorzover afkomstig van plaatsen waar
evenhoevigen worden gehouden, op te halen, met dien verstande dat
de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3
als een gebied worden aangemerkt.
5. Het kenteken, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt afgegeven
door de Dienst Wegverkeer op aanvraag van de belanghebbende en na
legitimatie van de bestuurder door middel van het rijbewijs en na
overlegging van het kentekenbewijs of registratiebewijs van het
betreffende vervoermiddel, met dien verstande dat per
vervoerseenheid ten hoogste een kenteken wordt afgegeven.
6. Het eerste tot en met vijfde lid, zijn uitsluitend van toepassing
op vervoermiddelen ten aanzien waarvan op grond van artikel 36 van
de Wegenverkeerswet 1994 een kentekenbewijs, dan wel een
registratiebewijs is afgegeven, en op vervoermiddelen waarvan in
het land van herkomst, indien dat niet Nederland is, een
gelijkwaardig kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven.
Artikel 3
1. Vervoerseenheden die worden gebruikt voor het vervoer van
evenhoevigen en gebracht worden op bedrijven of andere plaatsen
waar evenhoevigen worden gehouden, teneinde evenhoevigen op te
halen, zijn voorzien van een kenteken als bedoeld in bijlage II,
dat overeenkomt met een van de gebieden waarbinnen voornoemde
bedrijven of plaatsen bezocht worden.
2. Het is verboden vervoerseenheden die overeenkomstig het eerste lid
voorzien zijn van een kenteken in een ander gebied te brengen, met
dien verstande dat de gebieden Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid 1,
Zuid 2 en Zuid 3 als een gebied worden aangemerkt.
3. Het kenteken, bedoeld in het eerste lid, wordt afgegeven door de
Dienst Wegverkeer op aanvraag van de belanghebbende en na
legitimatie van de bestuurder door middel van het rijbewijs en na
overlegging van het kentekenbewijs of registratiebewijs van het
betreffende vervoermiddel, met dien verstande dat per
vervoerseenheid ten hoogste een kenteken wordt afgegeven.
4. Het eerste, tweede en derde lid zijn uitsluitend van toepassing op
vervoermiddelen ten aanzien waarvan op grond van artikel 36 van de
Wegenverkeerswet 1994 een kentekenbewijs, dan wel een
registratiebewijs is afgegeven, en op vervoermiddelen waarvan in
het land van herkomst, indien dat niet Nederland is, een
gelijkwaardig kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven.
Artikel 4
In afwijking van artikel 2, vijfde lid, onderscheidenlijk artikel 3,
derde lid, kan ten aanzien van een vervoerseenheid waarvoor reeds een
kenteken is afgeven, aan de belanghebbende op aanvraag door de Dienst
Wegverkeer een ander kenteken worden afgegeven indien:
a. de vervoerseenheden zijn gereinigd en ontsmet op een door de
Minister geregistreerde wasplaats overeenkomstig een door de
Minister goedgekeurd hygiëneprotocol en van deze reiniging en
ontsmetting een verklaring wordt afgegeven;
b. het overeenkomstig artikel 2, vijfde lid, of artikel 3, derde lid,
afgegeven kenteken aan de Dienst Wegverkeer wordt geretourneerd,
en
c. ten genoegen van de Dienst Wegverkeer is aangetoond dat de
vervoerseenheid in de 72 uur voorafgaand aan de aanvraag geen
bedrijf met evenhoevigen heeft bezocht.
Artikel 5
1. Het buiten een gebied brengen van vervoermiddelen, die worden
gebruikt voor het vervoer van evenhoevigen, mest van evenhoevigen,
diervoeders of rauwe melk en die niet zijn voorzien van een
krachtens artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 afgegeven
kentekenbewijs, dan wel registratiebewijs is verboden.
2. Het buiten een gebied brengen van vervoermiddelen die worden
gebruikt voor het vervoer van evenhoevigen, mest van evenhoevigen,
diervoeders of rauwe melk en afkomstig zijn uit een land, niet
zijnde Nederland, ten aanzien waarvan in het land van herkomst
geen kentekenbewijs of registratiebewijs is afgegeven, is
verboden.
3. Voor de toepassing van het eerste lid worden de gebieden Noord 1,
Noord 2, Noord 3, Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 aangemerkt als een
gebied.
Paragraaf 3: Reiniging, ontsmetting en administratie
Artikel 6
1. De bestuurder van het vervoermiddel dat een erf van een bedrijf
betreedt waarop evenhoevigen verblijven is verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek het vervoermiddel
alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het
bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig
een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol, en
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tenminste 24
uur op het vervoermiddel voorhanden te hebben en daarna op de
onderneming, waartoe het vervoermiddel behoort, te bewaren,
waarin tenminste de volgende gegevens worden opgenomen:
+ adres, plaats en UBN van de bezochte bedrijven;
+ indien het vervoer van of naar een weiland betreft, het
kadastrale nummer van het betreffende weiland;
+ de hoeveelheid en soort vervoerde goederen;
+ indien het vervoer evenhoevigen betreft, de krachten het
Besluit identificatie en registratie van dieren vastgestelde
identificatienummers van de vervoerde evenhoevigen;
+ de gereden route, en
+ datum en tijdstip van het vervoer.
2. Het vervoermiddel waarin varkens zijn vervoerd wordt voorts, in
zoverre in afwijking van artikel 10, vierde lid, van de Regeling
inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, na
elke lossing op een bedrijf waar evenhoevigen verblijven,
gereinigd en ontsmet op een op grond van artikel 23, eerste lid,
van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke
dierziekten 2000, geregistreerde reinigings- en
ontsmettingsplaats.
3. Het vervoermiddel waarin runderen, schapen of geiten zijn vervoerd
wordt, in zoverre in afwijking van artikel 13, tweede lid, van de
Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten
2000, na elke lossing op een bedrijf waar evenhoevigen verblijven,
gereinigd en ontsmet op een op grond van artikel 23a, eerste lid,
van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke
dierziekten 2000, geregistreerde reinigings- en
ontsmettingsplaats.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien vervoer
geschiedt tussen vestigingen van één bedrijf door middel van
bedrijfseigen vervoermiddelen.
Artikel 7
1. Een bezoeker die met het oog op de uitoefening van beroep of
bedrijf een bedrijfsgebouw betreedt waarbinnen evenhoevigen
verblijven:
a. ondergaat een afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling
overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd
hygiëneprotocol voordat hij een bedrijfsgebouw betreedt,
alsmede voordat hij het bezochte bedrijf, waar evenhoevigen
gehouden worden, verlaat, en
b. gebruikt, indien noodzakelijk, zoveel mogelijk de reeds op
het bedrijf aanwezige gereedschappen. Indien de benodigde
gereedschappen niet op het bedrijf aanwezig zijn, draagt de
bezoeker zorg voor een afdoende reiniging en ontsmetting van
de gebruikte gereedschappen, overeenkomstig een door de
Minister goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. De houder van evenhoevigen houdt een register bij van alle
bezoeken als bedoeld in het eerste lid waarin wordt opgenomen:
+ naam, adres en woonplaats van de bezoeker;
+ reden van het bezoek;
+ voorzover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard
en kenteken van het vervoermiddel, en
+ tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.
Paragraaf 4: Vervoer van evenhoevigen
Artikel 8
Het vervoer van runderen, die niet zijn bestemd om te worden geslacht,
alsmede fok- en gebruiksvarkens vanuit gebied Noord 2 is verboden.
Artikel 9
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg
zonder vervoermiddel, van schapen en geiten is verboden.
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien de schapen en geiten
zijn gemerkt overeenkomstig artikel 7, eerste lid, onderdeel b,
van de Verordening identificatie en registratie schapen en geiten
(veehouderij) 1998 met dien verstande dat op het merk als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van voornoemde Verordening
het UBN van het oorspronkelijke bedrijf van herkomst wordt
aangeduid en dat het merk en de aanduiding voor, tijdens en na het
vervoer ongewijzigd blijven.
Paragraaf 5: Verzamelen van evenhoevigen
Artikel 10
1. Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde varkens, van een bedrijf
of andere plaats, niet zijnde een erkend runderverzamelcentrum, af
te voeren indien in de periode van 30 dagen voorafgaand aan het
voorgenomen vervoer op dat bedrijf of die plaats evenhoevigen zijn
aangevoerd.
2. Het eerste lid is niet van toepassing voorzover evenhoevigen, niet
zijnde varkens, rechtstreeks of via een erkend
runderverzamelcentrum worden afgevoerd naar een slachthuis.
3. Het is een bedrijf, niet zijnde een erkend varkens- of
runderverzamelcentrum, waarop evenhoevigen worden gehouden
verboden om op dezelfde dag evenhoevigen aan te voeren en af te
voeren.
Artikel 11
1. In zoverre in afwijking van Hoofdstuk 3 van de Regeling handel
levende dieren en levende producten is het verboden runderen,
afkomstig van verschillende plaatsen, bijeen te brengen op een
plaats, niet zijnde een vervoermiddel.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op het binnen een
blokperiode bijeenbrengen op een erkend runderverzamelcentrum van:
a. hetzij fokrunderen, ouder dan 12 maanden;
b. hetzij slachtrunderen, ouder dan 12 maanden.
3. Vervoer van fokrunderen vanaf een erkend runderverzamelcentrum
geschiedt uitsluitend naar een in Nederland gelegen slachthuis of
een niet in Nederland gelegen bedrijf.
4. Vervoer van slachtrunderen vanaf een erkend runderverzamelcentrum
geschiedt uitsluitend naar een al dan niet in Nederland gelegen
slachthuis.
Artikel 12
Het is verboden andere evenhoevigen dan runderen ouder dan 12 maanden,
en varkens, afkomstig van verschillende plaatsen, bijeen te brengen op
een plaats, niet zijnde een vervoermiddel.
Artikel 13
1. Onverminderd de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren
2000 is het verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen ouder dan
12 maanden, en varkens afkomstig van verschillende plaatsen bijeen
te brengen op een vervoermiddel.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het op een
vervoermiddel bijeenbrengen van runderen, ouder dan 12 maanden, en
varkens, mits vervolgens lossing van het gehele vervoermiddel
geschiedt op één bedrijf of één slachthuis.
3. Het bijeenbrengen van runderen of varkens als bedoeld in het
tweede lid geschiedt aan de openbare weg, grenzend aan het bedrijf
van afvoer.
Artikel 14
In afwijking van artikel 2 van de Regeling halteplaatsen is het
verboden evenhoevigen tijdens het vervoer uit te laden op een
halteplaats.
Paragraaf 6: Slotbepalingen
Artikel 15
Deze regeling is niet van toepassing op in de bijlage bij de Regeling
verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001
III bedoelde gebieden.
Artikel 16
Deze regeling laat de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke
producten mond- en klauwzeer 2001 II onverlet.
Artikel 17
1. Een hygiëneprotocol dat op grond van artikel 4.2, eerste lid,
onderdelen a en b, van de Regeling compartimentering Nederland
mond- en klauwzeer 2001 III door of namens de Minister is
goedgekeurd, geldt als een door de Minister op grond van artikel
7, eerste lid, onderdelen a en b goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. Een kenteken dat op grond van artikel 2.1, vijfde lid, 2.2, derde
lid, of 4 van de Regeling compartimentering Nederland mond- en
klauwzeer 2001 III door de Dienst Wegverkeer is afgegeven, geldt
als een door de Dienst Wegverkeer op grond van artikel 2, vijfde
lid, 3, derde lid, of 4 afgegeven kenteken.
Artikel 18
In artikel 3, derde lid, van de Regeling betreffende het bijeenbrengen
van dieren 2000 wordt de zinsnede 'onderdeel b' vervangen door:
onderdeel c.
Artikel 18
De Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 III
wordt ingetrokken.
Artikel 19
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende voorschriften
besmettelijke dierziekten.
Artikel 20
Deze regeling wordt op 6 juni 2001 om 19:00 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-generaal, ir. J.F. de Leeuw
Bijlage I bij de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke
dierziekten
* Gebied Noord 1
1. Vanaf de Noordzee ter hoogte van het Eierlandse Gat de
provinciegrens Noord-Holland volgend in zuid-oostelijke
richting tot de A27.
2. De A27 volgend in zuidelijke richting tot het Boven-Merwede.
3. Het Boven-Merwede volgend in westelijke richting overgaand in
Hollandsch Diep, overgaand in het Haringvliet tot de
Noordzee.
4. Vanaf de Noordzee de kustlijn volgend in noordelijke richting
tot het Eierlandse Gat.
* Gebied Noord 2
1. De provinciegrens Overijssel-Flevoland bij het
drie-provinciepunt (provinciegrenzen Overijssel, Friesland en
Flevoland) vanaf het Kuinderbos volgend in noordoostelijke
richting tot het drie-provinciepunt (provinciegrenzen
Friesland-Drenthe-Overijssel).
2. De provinciegrens Drenthe-Overijssel volgend in
zuidoostelijke richting tot de landsgrens
Nederland-Duitsland.
3. De landsgrens volgend in zuidelijke richting tot de Waal.
4. De Waal volgend in westelijke richting overgaand in het
Boven-Merwede tot de A27.
5. De A27 volgend in noordelijke richting tot de provinciegrens
Utrecht-Flevoland.
6. De provinciegrens Utrecht-Flevoland volgend in
noordoostelijke richting overgaand in de provinciegrens
Gelderland-Flevoland tot de provinciegrens
Overijssel-Flevoland bij het drie-provinciepunt
(provinciegrenzen Overijssel, Friesland en Flevoland).
* Gebied Noord 3
1. De landsgrens Nederland-Duitsland vanaf de Noordzee volgend
in zuidelijke richting via de Waddenzee overgaand in de Eems
overgaand in de Dollard tot de landsgrens.
2. De landsgrens volgend in zuidelijke richting tot
provinciegrens Drenthe-Overijssel.
3. De provinciegrens Drenthe-Overijssel volgend in westelijke
richting tot de provinciegrens Friesland.
4. De provinciegrens Friesland-Overijssel volgend in
zuidwestelijke richting tot de provinciegrens Flevoland.
5. De provinciegrens Flevoland volgend in zuidwestelijke
richting tot de provinciegrens Noord Holland-Flevoland.
6. De provinciegrens Noord Holland- Flevoland volgend in
noordelijke richting tot de provinciegrens Friesland.
7. De provinciegrens Friesland volgend in noordelijke richting
tot de landsgrens.
8. De landsgrens volgend in noordoostelijke richting tot de
landsgrens Nederland-Duitsland.
* Gebied Zuid 1
1. Vanaf het Haringvliet de rivier volgend in oostelijke
richting, overgaand in noord-oostelijke richting in het
Hollandsch Diep, overgaand in de Nieuwe Merwede, overgaand in
de Boven-Merwede tot de snelweg A27/E11.
2. De snelweg A27/E11 volgend in zuidelijke richting tot de
snelweg A16/E19.
3. De A16/E19 volgend in zuidelijke richting tot de
grensovergang Hazeldonk.
4. Vanaf grensovergang Hazeldonk de landsgrens volgend in
zuid-westelijke richting tot de Noordzee.
5. De Noordzee volgend in noord-oostelijke richting tot de
rivier het Haringvliet.
* Gebied Zuid 2
1. Vanaf de A27 de rivier de Boven-Merwede (Sleeuwijk) volgend
in oostelijke richting overgaand in de Waal.
2. De Waal volgend in oostelijke richting tot de A50.
3. De A50 volgend in zuidelijke richting tot de A73.
4. De A73 volgend in oostelijke richting overgaand in
zuidoostelijke richting tot afslag 6 (Boxmeer).
5. Vanaf de A73 afslag 6 de N272 volgend in zuidwestelijke
richting tot de N266 (Beek en Donk).
6. De N266 volgend in zuidelijke richting tot aan de Heekweg
(Helmond).
7. De Heekweg volgend in zuidwestelijke richting tot de N614
(Geldropseweg).
8. De N614 (Geldropseweg) volgend in zuidwestelijke richting
overgaand in de Mierloseweg (Geldrop) tot de J.
Peijnenburgweg.
9. De J. Peijnenburgweg volgend in zuidelijke richting overgaand
in de Dommeldalseweg tot de Laan Der Vier Heemskinderen.
10. De Laan Der Vier Heemskinderen volgend in westelijke richting
tot de Bogardeind.
11. De Bogardeind volgend in zuidelijke richting tot de A67.
12. De A67 volgend in westelijke richting tot knooppunt De Hogt.
13. Vanaf knooppunt De Hogt de A2/E25 volgend in noordelijke
richting tot de A58.
14. De A58 volgend in westelijke richting tot de A27.
15. De A27 volgend in noordelijke richting tot de rivier de
Boven-Merwede (Sleeuwijk).
* Gebied Zuid 3
1. Vanaf de kruising van de A50 met de Waal de rivier de Waal
volgend in oostelijke richting tot de landsgrens.
2. De landsgrens volgend in zuidelijke richting overgaand in
westelijke richting tot de A16/E19 (Hazeldonk).
3. De A16/E19 volgend in noordelijke richting tot de snelweg
A27.
4. De A27 volgend in oostelijke richting overgaand in de A58 tot
de A2 (knooppunt Batadorp).
5. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de A67 (knooppunt de
Hogt).
6. De A67 volgend in oostelijke richting tot de Bogardeind
(Geldrop).
7. De Bogardeind volgend in noordelijke richting tot de Laan Der
Vier Heemskinderen.
8. De Laan Der Vier Heemskinderen volgend in oostelijke richting
tot de Dommeldalseweg overgaand in de J. Peijnenburgweg tot
de Mierloseweg.
9. De Mierloseweg volgend in noordoostelijke richting overgaand
in de N614 (Geldropseweg).
10. De N614 (Geldropseweg) volgend tot de Heeklaan (Helmond).
11. De Heeklaan volgend in oostelijke richting tot de N266.
12. De N266 volgend in noordelijke richting tot de N272.
13. De N272 volgend in noordoostelijke richting tot de kruising
met de A73.
14. De A73 volgend in noordelijke richting tot de A50.
15. De A50 volgend in noordelijke richting tot de kruising met de
Waal.
Bijlage II behorende bij de Regeling aanvullende voorschriften
besmettelijke dierziekten
Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid,
behorende bij gebied Noord 2. Dit kenteken heeft een gele achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid,
behorende bij gebied Noord 3. Dit kenteken heeft een donkerblauwe
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid,
behorende bij gebied Noord 1. Dit kenteken heeft een rode achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid,
behorende bij gebied Zuid 1. Dit kenteken heeft een groene
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid,
behorende bij gebied Zuid 2. Dit kenteken heeft een paarse
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en 3, eerste lid,
behorende bij gebied Zuid 3. Dit kenteken heeft een lichtblauwe
achtergrond.
NOTE: Voor de modellen van de stickers zie Dossier MKZ Regeling
aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten