Amsterdam, 8 juni 2001
Greenpeace vraagt de rechter om een verbod op de productie van
broomhoudende vlamvertragers bij Broomchemie in Terneuzen.
Bij de productie van deze giftige stoffen komen deze stoffen door
lozingen ook in de Westerschelde terecht. De huidige milieu- en
lozingsvergunningen van Broomchemie hadden nooit verleend
mogen worden. Op 10 mei jongstleden heeft het Europese Hof
van Justitie de Nederlandse overheid op de vingers getikt omdat
het Scheldebekken, waaronder de Westerschelde, onvoldoende
beschermd wordt tegen de vervuiling met onder meer
broomhoudende vlamvertragers. Greenpeace wil dat de rechter
een eind maakt aan deze onacceptabele situatie.
Broomhoudende vlamvertragers zijn zeer giftige stoffen die
nauwelijks uit het milieu verdwijnen. Vlamvertragers zijn
chemische stoffen die moeten voorkomen dat producten snel vlam
vatten. Deze vlamvertragers worden toegepast in allelei dagelijkse
producten zoals bijvoorbeeld computers, televisies en tapijt.
Wetenschappers wijzen al meer dan tien jaar op de enorme
schadelijkheid van deze stoffen voor mens en milieu. Desondanks
weigert de chemische industrie over te stappen op bestaande,
minder vervuilende alternatieven.
Greenpeace dringt aan op een wettelijk verbod, maar tot nu toe
voelt niemand zich aangesproken om de productie van deze giftige
stof daadwerkelijk te stoppen. Provincie Zeeland en
Rijkswaterstaat zien alleen toe op een juiste uitvoering van de Wet
Milieubeheer respectievelijk de Wet Verontreiniging
Oppervlaktewateren. En hierbij hoeven nationale en internationale
milieu-afspraken niet meegenomen te worden. Minister Pronk
doet niets omdat de vergunningverlening een taak is voor de
Provincie en Rijkswaterstaat. En Broomchemie voelt zich, zo lang
de klant de giftige stoffen koopt, niet verantwoordelijk voor de
milieuvervuiling door haar producten.
Broomhoudende vlamvertragers zijn zogeheten POP's (Persistant
Organic Pollutants). POP's zijn al in kleine hoeveelheden uiterst
giftig. Deze persistente stoffen breken nauwelijks af en leggen
lange afstanden af via lucht en water. POP's zijn onder andere
teruggevonden in potvissen en ijsberen, maar ook in de
Westerschelde worden hoge concentraties broomhoudende
vlamvertragers teruggevonden. Onderzoek van Rijkswaterstaat
legt een verband tussen het kwijnende bestaan van de kolonie
visdieven in Terneuzen en de verontreiniging met broomhoudende
vlamvertragers. De concentraties van deze gifstoffen in eieren,
mosselen en vissen zijn zodanig hoog dat de vlamvertragers
verantwoordelijk kunnen zijn voor de ziekteverschijnselen van de
visdieven.
Eerder deze week bezette Greenpeace het terrein van
Broomchemie. Actievoerders hadden zich met sloten
vastgeketend aan de broomcontainers om zo het productieproces
stil te leggen. De politie maakte 's avonds een einde aan de actie.
Broomchemie weigert met Greenpeace te discussiëren over de
schadelijkheid van hun producten.
Het kort geding van Greenpeace tegen Broomchemie dient op 22
juni. Maar al op 13 juni heeft de politiek de mogelijkheid de
vervuiling met broomhoudende vlamvertragers en andere giftige
stoffen tegen te gaan. Op die datum buigt de Tweede Kamer zich
over de voorstellen van Minister Pronk over het nieuwe
chemische stoffenbeleid. Zoals de plannen er nu liggen mogen
giftige stoffen als broomhoudende vlamvertragers nog steeds
worden geproduceerd. De milieuorganisatie roept de Tweede
Kamer op om de productie en het gebruik van bewezen giftige
stoffen te verbieden.
Greenpeace