Gemeente Utrecht

COLLEGE UTRECHT WIL STRENGERE CONTROLE OP NEVENFUNCTIES AMBTENAREN

Het college van b & w van Utrecht vindt dat de gemeentelijke diensten in hun jaarplannen een passage over de uitvoering van het integriteitbeleid moeten aangeven. Ook moet het management aangeven hoe dit beleid is verankerd in de administratieve organisatie. Daarmee willen b & w bereiken dat de nevenactiviteiten van ambtenaren strenger worden gecontroleerd om te voorkomen dat er belangenverstrengeling optreedt met ambtelijke functies.

Het college heeft dit besloten naar aanleiding van het onderzoek naar vermeende fraude van twee ambtenaren werkzaam bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Dienst Stadsontwikkeling. In het onderzoek is gekeken of er door de ambtenaren activiteiten zijn verricht die niet in overeenstemming zijn met de arbeidsvoorwaardenregeling. Ook is een dossieronderzoek gedaan naar mogelijke malversaties in bouwaanvragen, vergunningen, procedures en bestuursrechtelijke handelingen ten aanzien van bepaalde panden.

De accountantsdienst van de gemeente heeft het forensisch onderzoek uitbesteed. Op grond van dit feitenonderzoek concludeert de accountantsdienst dat hoewel van voorkennis en van belangenverstrengeling niet is gebleken, niettemin vanuit de functie van met name de DSO ambtenaar gemakkelijk de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan.

Het college van b & w onderschrijft deze conclusie en constateert dat ook na het feitenonderzoek niet kan worden staande gehouden dat beide ambtenaren zich formeel aan plichtsverzuim hebben schuldig gemaakt. Het college heeft de directeuren van de DSO en de DMO opgedraqen de ambtenaren in kwestie te wijzen op het risico van belangenverstrengeling. De directeuren moeten maatregelen nemen op het terrein van administratieve organisatie die een verantwoorde controle mogelijk maken. De betrokken ambtenaren zal te verstaan worden gegeven dat zij zich dienen te onthouden van hand en spandiensten, waardoor de indruk van belangenverstrengeling kan worden gewekt. Hoewel een formele titel daartoe ontbreekt vindt het college het gewenst dat de ambtenaar van de DSO een andere functie krijgt.

Utrecht 11 juni 2001