Persbericht drs Wim van Velzen
Shimon Peres prijst Mitchell-rapport
Shimon Peres, minister van Buitenlandse Zaken en voormalig premier van Israël, heeft op 12 juni 2001 een bezoek gebracht aan het Europees Parlement in Straatsburg om vragen te beantwoorden over de huidige situatie in Israël en Palestina. Peres begon met te zeggen dat het recent gepubliceerde Mitchell-rapport door Israël volledig geaccepteerd is en dat hij hoopt dat de Palestijnenen hetzelfde zullen doen, omdat anders het vredesproces weer geblokkeerd wordt. Peres trok fel van leer tegen de media en de internationale gemeenschap die zich, naar zijn zeggen, buitengewoon vijandig tegen Israël hebben opgesteld. Israël heeft inmiddels nauwelijks externe handel meer, diplomatieke betrekkingen met het land werden verbroken en ze hebben grond afgestaan aan zowel Egypte als Jordanië. "De afspraak was grond voor vrede, maar waar blijft de vrede?", aldus Peres. Hij had weinig begrip voor de handelswijze van Arafat, leider van de Palestijnen. In de eerste plaats begrreep hij niet waarom Arafat het voorstel van Clinton vorig jaar niet heeft aangenomen. "Hij had alles kunnen hebben", sprak Peres, "Bovendien is zijn grootste fout dat hij denkt terreur en diplomatie te kunnen combineren. Die twee zijn als water en vuur."
Op de vraag wat de EU kan doen om het vredesproces te bevorderen,
antwoordde Peres dat in de eerste plaats het Mitchell-rapport - dat
een europees/amerikaans gezamelijk project is - in z´n geheel gesteund
moet worden. Er zou een gelijksoortig rapport kunnen worden gemaakt
voor het op gang brengen van de economische relaties tussen de EU,
Israël en Palestina. Verder hoopt hij dat de EU een zogenaamde troika
(driepartijenoverleg) accepteert bestaande uit Israël, Palestina en
Jordanië en dat zij als geassocieerde leden kunnen meedoen met de EU.
Tot slot riep hij de toehoorders op om vooral de overeenkomsten tussen
Europa en het Midden-Oosten in het oog te houden; volgens hem zijn wij
historisch en politiek met elkaar verbonden. Als je bedenkt dat we de
mediterrane eilanden Cyprus en Malta al als kandidaat-lidstaten
hebben, zal het niet moeilijk moeten zijn om het Midden-Oosten in het
verlengde daarvan te zien.