Gemeente Den Haag

Persberichten >>

2001-06-13: Deltanet maakt van Randstad één stad pag.nr.=7335

Met een aanzienlijke verbetering van de bestaande infrastructuur kan de Randstad uitgroeien tot een Deltametropool. Een versterking van het regionale openbaar vervoer en het bestaande NS-net, de realisering van goede overstappunten en de aanleg van enkele ontbrekende schakels in het wegennet: dat zijn de maatregelen die ervoor zorgen dat de verschillende steden en dorpen in de Randstad gaan functioneren als één gevarieerd maar samenhangend stedelijk gebied. Dit verkeers- en vervoersnet, het zogenaamde Deltanet, vergt een investering van zon 40 miljard gulden in de periode tot 2020. Dat is de kern van de visie van de gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4), zoals die is omschreven in de brochure Deltanet, vervoernetwerk op Deltahoogte. De wethouders Verkeer en Vervoer van de G4 hebben de brochure vandaag aangeboden aan minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat.

Met deze brochure leveren de G4 een bijdrage aan de uitwerking van het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP) en de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. In beide plannen kiest het Rijk ervoor om de Randstad uit te laten groeien tot een Deltametropool. Met het oog het kabinetsbesluit over de Vijfde Nota eind dit jaar werkt het Rijk momenteel aan een nadere uitwerking van dit Deltametropool-concept. Het bijbehorende vervoersysteem, en in het bijzonder ook nut en noodzaak van een Rondje Randstad daarbinnen, is een essentiële bouwsteen in de totaalafweging.

De G4 beschouwt de Randstad niet zozeer als een dichtbevolkt landsdeel maar als een dunbevolkte stad. Binnen deze stad moeten inwoners hun belangrijkste bestemmingen in de sfeer van werken, cultuur en recreatie binnen drie kwartier tot een uur reizen kunnen bereiken. Deze reistijden zijn alleen te verwezenlijken door een goed samenspel van alle vormen van vervoer. In Deltanet is daarom niet alleen een belangrijke rol weggelegd voor het openbaar vervoer, ook de auto vervult een onmisbare rol met name in de dunbevolkte delen van de Deltametropool en voor het zakelijke en het goederenverkeer. Knooppunten zijn van belang als transferpunt tussen de verschillende vervoermiddelen. Vanwege de goede bereikbaarheid zijn het ook logische plekken voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Het regionale vervoernetwerk fungeert daarbij primair als drager voor nieuwe woningbouwlocaties, de verknopingen tussen het hoofdwegennet, het regionale openbaar vervoersnet en het NS-net zijn bij uitstek de plekken die aanmerking komen voor bestemmingsconcentraties met een Randstedelijke uitstraling. Het vervoernetwerk fungeert op die manier als ruggengraat voor de verstedelijking.

Het openbaar vervoer speelt binnen Deltanet een hoofdrol, evenals in metropolen als Parijs en Londen. In vergelijking met de huidige situatie kenmerkt het openbaar vervoer zich door hogere snelheden, hogere frequenties en een grotere betrouwbaarheid. De G4 stelt in deze visie dat het daarbij niet alleen om de verbindingen tussen de steden; ook een verbetering van het vervoer binnen de stedelijke gebieden kan zorgen voor een flinke verkorting van de reistijden op het schaalniveau van de Randstad. Het regionale openbaar vervoer heeft immers een belangrijke functie als aan- en afvoerlijn.

De aanleg van een geheel nieuw vervoerssysteem zoals de magneetzweeftrein is volgens de G4 pas aan de orde als er op de langere termijn behoefte ontstaat aan nieuwe woon- werkgebieden en als de huidige vervoersystemen de reizigers niet meer aan kunnen. Wanneer een magneetzweefbaan wordt overwogen staat voor de G4 voorop dat de centra van de grote steden een goede aansluiting moeten krijgen.

Het grootste deel van de infrastructuur van Deltanet ligt er al. Beter benutten van het bestaande is voor de G4 uitgangspunt. Maar er zijn acute knelpunten en er ontbreken schakels. Op het terrein van het randstedelijke openbaar vervoer gaat het in de periode tot 2010 o.a. om een capaciteitsuitbreiding van de Oude Lijn van Den Haag naar Rotterdam en de spoorverdubbeling tussen Rotterdam en Gouda. Ook zijn er mogelijkheden om de capaciteit te vergroten door de invoering van nieuwe dienstregelingen en door het gebruik van ander, sneller materieel. In de periode tot 2020 gaat het o.a. om de viersporigheid van de Zuidtak in Amsterdam en de spoorverdubbeling op de Goudse Lijn tussen Den Haag en Gouda. In het regionaal OV zijn o.a. de doortrekking van de Noord-Zuidlijn naar Hoofddorp en Nieuw Vennep van belang, de Skyshuttle (van Den Haag CS naar Ypenburg), de railverbinding tussen Rotterdam en Zoetermeer (ZoRo-lijn) en de light rail verbinding Hilversum-Almere.

Bij de verbetering van het Deltawegennet kiest de G4 in navolging van het NVVP voor beprijzen, benutten en bouwen. Beprijzen (via bijvoorbeeld kilometerheffing) stimuleert weggebruikers tot het bewuster en selectiever gebruik van de auto. Als benuttingsmaatregelen denkt de G4 vooral aan het zogenaamde dynamisch verkeersmanagement: actuele reisinformatie over het openbaar vervoer en de wegennetten zodat de reiziger steeds de beste keuze kan maken, meer uitwisseling van verkeer tussen de autosnelwegen en de regionale wegen in geval van ongelukken, informatiepanelen over stedelijke wegen, parkeren en het openbaar vervoer (proef in Amsterdam) en de samenvoeging van regionale en lokale verkeerscentrales. Tenslotte is op aantal plekken uitbreiding van het wegennet nodig zoals de ondergrondse verbinding A6-A9, de Noordelijke Randweg Utrecht (N230), de verbinding A13-A16 ten noorden van Rotterdam en het Trekvliettracé in Den Haag.

Voor het realiseren van Deltanet is zon 40 miljard gulden nodig tot 2020. Dit bedrag is als volgt onderverdeeld: 24 miljard voor versterken openbaar vervoer, 4 miljard voor organiseren transferfunctie knooppunten, 9 miljard voor uitbreiden capaciteit wegennet, ruim 3 miljard voor verbeteren en inpassen stedelijke hoofdwegen. De G4 gaan er van uit dat het rijk hierbij zijn verantwoordelijkheid neemt. Uitgangspunt voor de G4 is daarbij dat de benodigde budgetten beschikbaar blijven, ook wanneer de voorgenomen plannen tot decentralisatie van verantwoordelijkheden voor investeringen in infrastructuur doorgang vinden.

De Deltanetvisie is geen blauwdruk, maar geeft een richting aan voor investeringen in verkeer en vervoer evenals voor de stedelijke ontwikkeling. Bereikbaarheid moet een doorslaggevende rol spelen bij het aanwijzen van plaatsen waar nieuwe woningen en kantoren gebouwd moeten worden. Nieuwe woonwijken en kantorenlocaties moeten dus gebouwd worden in hoge dichtheden en dicht bij openbaar vervoer. De Amsterdamse Zuidas, Rotterdam-Gouda, Den Haag Clausplein en Utrecht Leidsche Rijn zijn voorbeelden van robuuste locaties of corridors: plekken die gunstig gelegen zijn in relatie tot het bestaande èn toekomstige OV- en wegennet.

UITNODIGING VOOR DE PERS:

Vandaag, woensdag 13 juni, wordt om 13.15 uur een persconferentie over dit onderwerp gehouden door de Haagse wethouder Bruno Bruins namens de G4. De Persconferentie vindt plaats in de perskamer van het Stadhuis van Den Haag, Spui 70 (3e verdieping nr. A03-06).