|
Voortgangsrapportage Van Traa-team april 2000-mei 2001
'Naar een stedelijk integrale handhaving in Amsterdam'
Het college van B&W heeft kennis genomen van de voortgangsrapportage
over de activiteiten van het Van Traa-team in het afgelopen jaar.
Samen met stadsdelen en andere gemeentelijke organisaties, zoals het
Gemeentelijk Havenbedrijf, het Gemeentelijk Grondbedrijf en de
Stedelijke Woningdienst Amsterdam, onderzoekt het Van Traa-team
bepaalde gebieden en deellocaties op misstanden en mogelijke invloeden
van criminele organisaties. Hierbij wordt ook samengewerkt met de
politie op wijkniveau. Vaak gaat het om economisch belangrijke
gebieden die een verhoogd risico vormen voor de handhaving van de
rechtsorde.
Zowel uit oogpunt van preventie, maar ook om - waar nodig - bij te
sturen en gerichte handhavingacties uit te voeren, worden deze
gebieden systematisch in kaart gebracht en - indien nodig -
opgeschoond. Criminaliteit en verloedering wordt hiermee aangepakt en
voor de langere termijn voorkomen.
De rapportage laat zien dat na de Wallen nu ook de P.C. Hooftstraat,
de Javastraat en het Westelijk Havengebied worden gescreend. In Noord
is ook een project gestart. Het Wallengebied blijft een belangrijk
aandachtspunt. In het Wallengebied zijn momenteel door tussenkomst van
het Van Traa-team in totaal 53 panden verworven. Het gaat hier om
zogenaamde strategische aankopen van panden die of in handen dreigen
te komen van criminelen of van waaruit criminele activiteiten werden
verricht. Door screening van nieuwe exploitanten is daar vervolgens
weer sprake van bonafide ondernemingen. Zo heeft de gemeente een grote
slag kunnen slaan door 12 panden op het sterk verloederde deel van de
Nieuwendijk op te kopen in samenwerking met woningbouwcoöperatie Het
Oosten en ING Vastgoed.
Een ander knelpunt dat nader onderzocht wordt, is het gegeven dat veel
particuliere distributiewoningen gemeubileerd worden verhuurd, veelal
via malafide kamerbemiddelingsbureaus. Daarbij is ook sprake van
woningonttrekking, met name boven de bordelen. Dit verschijnsel wordt,
ook door de bewoners zelf, ervaren als een oorzaak voor verdere
criminalisering en verloedering van het Wallengebied. De sociale
controle neemt snel af als er uitsluitend maar kort wordt verbleven.
Illegalen en criminelen kunnen gebruik maken van deze gemeubileerde
onderverhuur.
Gepleit wordt voor een voor het Wallengebied specifieke
gebiedsgerichte aanpak op dit punt. Door het landelijk beleid heeft
ook de gemeente hier geen greep meer op. Op dit moment wordt
onderzocht op welke wijze de gemeente weer een duidelijke regiefunctie
kan krijgen op deze verhuur in het Wallengebied.
Het Amsterdamse Van Traa-team (genoemd als eerbetoon naar wijlen het
Tweede Kamerlid Van Traa als voorzitter van de Parlementaire Enquête
Commissie 'Opsporingsmethoden') is een gemeentelijke
projectorganisatie en ondergebracht bij de directie Openbare Orde en
Veiligheid onder directe verantwoordelijkheid van burgemeester Cohen.
Het Van Traa-team is terughoudend met het geven van inhoudelijke
informatie over concrete zaken waar men mee bezig is, maar rapporteert
onder verantwoordelijkheid van de burgemeester periodiek aan de
gemeenteraad.
Het Wallenproject, nu opgenomen als een van de projecten van het Van
Traa-team, heeft de afgelopen jaren een methodiek ontwikkeld voor een
bestuurlijke aanpak van de (georganiseerde) criminaliteit. Deze
methodiek, zo laat de rapportage zien, wordt nu ook op andere locaties
in de stad toegepast.
Aangetoond is dat de lokale overheid, samen met politie, justitie en
ook de fiscus, een regiefunctie heeft en een belangrijke rol kan
spelen in de bestrijding van de criminaliteit. Het Van Traa-team heeft
van de minister van Justitie de bevoegdheid gekregen kennis te mogen
nemen van gegevens van politie, justitie en fiscus tot januari volgend
jaar. De vraag of deze bijzondere aanpak werkt en effect heeft, wordt
nader onderzocht. Dit onderzoek wordt in opdracht van de gemeente
Amsterdam uitgevoerd door de Vrije Universiteit, afdeling Strafrecht
en Criminologie.
Burgemeester Cohen bespreekt de rapportage op 19 juni met de
Raadscommissie Algemene Zaken.
Mirjam Otten
-
© gemeente Amsterdam - 13-06-2001