Groningen, 13 juni 2001 Persbericht nr. 119
Gezamenlijk persbericht van de provincies Groningen en Drenthe
Achttien locaties in Groningen en Drenthe aangewezen als
waterbergingsgebied
De Stuurgroep Water 2000+ heeft vandaag het rapport "Hoog water: een
visie op waterhuishouding in de 21e eeuw" gepresenteerd. Het meest
opvallende voorstel betreft de aanwijzing van ruim 9000 hectare
waterbergingsgebied, verdeeld over 18 lokaties in Groningen en
Noord-Drenthe. Zo'n 4000 hectare daarvan liggen in het beheersgebied
van het waterschap Noorderzijlvest en 5000 hectare liggen in het
waterschap Hunze en Aa's. Onder extreme omstandigheden, als de boezems
niet meer in staat zijn het water tijdig af te voeren, zal het water
tijdelijk in deze gebieden worden geborgen.
Het zijn vrijwel allemaal laaggelegen natuur- of landbouwgebieden met
relatief weinig bebouwing en infrastructuur, die dicht tegen de
boezemwateren aan liggen. Landbouwgronden worden eens in de 100 jaar
of nog minder frequent ingezet. Deze gebieden krijgen "noodberging"
als nevenfunctie; primair blijven het landbouwgebieden.
Bergingsgebieden die eens in de 25 tot 30 jaar moeten worden ingezet
zijn natuurgebieden.
Vandaag zijn ook alle inwoners van bergingsgebieden, die een
agrarische functie hebben, schriftelijk geinformeerd over de plannen.
Zij kunnen telefonisch en via een speciale pagina op de provinciale
internet-sites (www.prvgron.nl en www.drenthe.nl) nadere inlichtingen
inwinnen.
Als de aanwijzing van bergingsgebieden definitief is en de
schadevergoedingsregeling is vastgesteld, zal worden begonnen met de
inrichting. Die omvat onder meer het tegen het water beschermen van in
de gebieden gelegen woningen en bedrijfsgebouwen.
De stuurgroep heeft ook andere mogelijkheden om wateroverlast te
voorkomen bestudeerd, zoals de verzwaring van bestaande of de bouw van
nieuwe gemalen, de verhoging van boezemkaden en het optimaal benutten
van de bestaande bergingscapaciteit. In hoofdlijnen stelt de
stuurgroep voor om boezemkaden te verhogen en bergingsgebieden aan te
wijzen en in te richten.
De colleges van GS van Groningen en Drenthe en de dagelijkse besturen
van de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa's hebben voorlopig
ingestemd met de voorstellen van de Stuurgroep.
Inspraak
Voordat de provincies de gebieden definitief als bergingsgebieden
aanwijzen is er een inspraakprocedure. In beide provincies wordt de
aanwijzing vastgelegd in het POP. In dat kader worden
voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, die naar verwachting na de
komende zomer plaatsvinden.
In de komende maanden zullen de statencommissies en de algemene
besturen van de waterschappen de voorstellen behandelen. De provincie
Groningen streeft ernaar in september een
ontwerp-streekplanuitwerking, als eerste stap in de
voorbereidingsfase, klaar te hebben. In het vierde kwartaal van 2001
vinden er voorlichtingsbijeenkomsten en bestuurlijk overleg plaats. De
voorbereiding wordt afgesloten met de vaststelling van de
ontwerp-planuitwerking in het voorjaar van 2002. Na de
voorbereidingsfase wordt gestart met de vaststellingsfase, waarin de
ter visie legging, een hoorzitting en besluitvorming door het college
plaatsvinden. De vaststelling wordt na de zomervakantie van 2002
afgerond.
De provincie Drenthe zal gelijktijdig een gedeeltelijke herziening van
het Provinciaal Omgevingsplan (POP) in procedure brengen. Vervolgens
zullen over dit onderwerp nog voorlichtingsbijeenkomsten worden
gehouden.
Eind 1998 vormden de provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat de
stuurgroep Water 2000+. De stuurgroep is begin 1999 gestart met de
eerste fase van het project Hoog Water, die nu is afgerond. De
wateroverlast in 1998 vormde de directe aanleiding voor het project.
Toen is gebleken dat goed ingerichte noodbergingsgebieden een
belangrijke rol zouden kunnen spelen bij het voorkomen van
ongecontroleerde overstromingen. In het kader van het project is de
toale waterbeheersing bestudeerd. Gekeken is naar kadeverhoging,
uitbreiding van de huidige bemaling, uitbreiding van de beschikbare
berging en combinaties daarvan. Ook het effect van het bovenstrooms
langer vasthouden van water is beoordeeld.
De Groningse waterbergingsgebieden beslaan samen een oppervlakte van
bijna 6000 hectare. Daarvan is ongeveer eenderde deel "regulier
bergingsgebied" en tweederde deel "noodbergingsgebied". Van het
beoogde Groningse waterbergingsgebied heeft ongeveer de helft de
landbouwfunctie. De andere helft omvat bestaand of toekomstig
natuurgebied en de Blauwe Stad. De reguliere bergingsgebieden hebben
allemaal de natuurfunctie. De Blauwe Stad is ook voorgesteld als
regulier bergingsgebied. Gebieden met een blijvende landbouwfunctie
worden alleen ingezet als noodbergingsgebied en hoeven dus het minst
frequent te worden gebruikt.
In de provincie Groningen gaat het om veertien gebieden. Als
noodbergingsgebieden worden voorgesteld de polders De Oude Riet en De
Dijken in het Zuidelijk Westerkwartier, een gedeelte van polder De
Delthe bij Middelstum, de Onner- en Oostpolder in Haren, polder
Westerlanden ten noorden van Meeden, de Turfwaard bij Oude Pekela, de
Ulsderpolder tussen Winschoten en Nieuweschans en de
Vriescheloervennen bij Bellingwolde. De reguliere bergingsgebieden
zijn de Westerbroekstermadepolder en de Rolkepolder bij Hoogezand, de
Binnen Aa bij Nieuweschans en de Blauwe Stad.
De polders De Dijken, De Oude Riet en Turfwaard worden wel aangewezen
als noodbergingsgebied, maar met het inrichten van deze gebieden wordt
gewacht tot de resultaten van de tweede fase van het project Hoog
Water bekend zijn.
In Drenthe gaat het om 3400 ha. Daarvan is slechts 200 ha. in het
waterschap Hunze en Aa's gelegen. Dat betreft een deel van de polder
Lappenvoort die als noodberging is aangewezen.
De overige 3200 ha. liggen in het waterschap Noorderzijlvest. 600 ha.
daarvan zijn gedacht als "regulier bergingsgebied" en 2600 ha. als
"noodbergingsgebied". In Noorderzijlvest gaat het om de Eelder- en
Peizermade waarvan het noordelijk deel als reguliere berging is
gedacht en het zuidelijk deel als noodberging. Ook de polder Matsloot
- Roderwolde en het gebied Leutingewolde zijn als noodbergingsgebied
aangewezen. De exacte begrenzing van de gebieden moet nog bepaald
worden.
De gebieden in Drenthe die als bergingsgebied in aanmerking komen zijn
iin het POP ingedeeld in zone 4 en 5. Dat zijn gebieden met een
gemengde natuur en landbouwfunctie of een natuurfunctie.
Hoe verder:
De stuurgroep gaat nu verder met fase 2 van het project Hoog Water.
Daarin wordt een strategische visie op het waterbeheer voor de lange
termijn ontwikkeld. Uit de toekomstvisie moet uiteindelijk een koers
voor de ontwikkeling van de waterhuishouding in de komende 30 jaar
worden uitgezet. In de vervolgfase van het project zal ook worden
gekeken naar extra bergingsmogelijkheden in onder meer het
Lauwersmeergebied en in de nieuwe waterrijke woonwijk Meerstad.
Daarnaast komen andere waterbeheersingsaspecten aan bod, zoals
situaties van extreem laag water door langdurige droogte. De
stuurgroep wil met deze studies inhoud geven aan de afspraken die zijn
vastgelegd bij de ondertekening van de Startovereenkomst Waterbeleid
21e eeuw in februari van dit jaar. De afspraken betreffen het
realiseren van een integrale aanpak van veiligheid, wateroverlast,
watertekort, verdroging en waterkwaliteit in relatie tot ruimtelijke
ontwikkelingen in de regionale stroomgebieden. De totale studie moet
uitmonden in de Drents-Groningse bijdrage aan het Nationaal
Bestuursakkoord dat medio volgend jaar zal worden ondertekend.
Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met:
Wim Trip, afdeling bestuurscontacten provincie Groningen, tel. 050
3164129
of met:
Andrea van den Boogaart, stafgroep communicatie van de provincie
Drenthe, tel. 0592 365267