Partij van de Arbeid

Den Haag, 13 juni 2001

VRAGEN VAN DE LEDEN VAN DER HOEK EN ARIB (BEIDEN PVDA) AAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN JUSTITIE

1. Hebt u kennis genomen van het artikel 'Cohen eist acute opvang crisispatiënt', waarin de Amsterdamse burgemeester Cohen de GGZ-sector verwijt dat ze haar afspraken van het Amstel-akkoord, dat vorig jaar werd afgesloten, niet nakomt? (1)

2. Deelt u de mening van de burgemeester van Amsterdam dat de psychiatrische instellingen in deze stad zich te weinig inspannen om ernstig gestoorde gevaarlijke patiënten en daardoor vaak terecht komen in een politiecel en verstoken blijven van hulp? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de oorzaken van het niet nakomen van de afspraken uit het Amstel-akkoord? Is er sprake van gebrek aan financiële middelen?

3. Is volgens u sprake van een noodsituatie, als niet reeds op dit moment crisisbedden beschikbaar komen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u op korte termijn nemen om deze noodsituatie te verhelpen?

4. Herinnert u zich de motie Arib/Hermann van 27 november 2000, waarin de regering wordt verzocht binnen drie maanden aan te geven welke plannen uitgevoerd zouden gaan worden voor het realiseren van 24-uurs-opvang en eveneens aan te geven hoe zij deze zou gaan financieren? (2)

5. Ziet u in de Amsterdamse situatie een reden om de door haar - om bestuurlijke redenen - afgeraden motie alsnog uit te voeren? Zo nee, kunt u uitleggen waarom? Zo ja, op welke wijze gaat de minister de motie uitvoeren?

(1) De Volkskrant, 13 juni 2001

(2) Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001, 27 401 nr. 15