Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Wijziging regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 III

dd. 14-06-2001 00:00 uur

13 juni 2001

Toelichting

Met de onderhavige regeling wordt het in verband met de mond- en klauwzeer ingestelde toezichtsgebied Kootwijkerbroek opgeheven (artikel I, onderdeel B). Daarvoor is aanleiding gelet op de verbeterde veterinaire situatie en het relevante Europeesrechtelijke kader.

Met de onderhavige regeling worden voorts de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 III en de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten op enkele andere punten gewijzigd.

Artikel I, onderdeel A strekt ertoe het rechtstreeks vervoer van alle evenhoevigen van buiten het toezichtsgebied naar een binnen het toezichtsgebied Oene gelegen slachthuis, mogelijk te maken. Het vervoer van kalveren en varkens was reeds toegestaan. Overigens dient per diercategorie wel een slachthuis door de Minister te worden aangewezen.

Artikel II, onderdeel A, strekt ertoe artikel 8 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten te laten vervallen. In dat artikel was een verbod opgenomen om fok- en gebruiksrunderen en -varkens te vervoeren van compartiment Noord 2 naar de rest van Nederland en naar het buitenland. Dit verbod diende onder meer ter implementatie van de achtste wijziging van beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82) en met name van artikel 12bis, op grond waarvan het niet was toegestaan om fok- en gebruiksrunderen en -varkens te verzenden naar lidstaten van de Europese Unie. Op 14 juni 2001 is de negende wijziging van voornoemde beschikking van kracht geworden op grond waarvan het is toegestaan om fok- en gebruiksrunderen en -varkens te exporteren vanuit geheel Nederland, met uitzondering van het toezichtsgebied rond Oene. Er bestaat om die reden geen aanleiding meer om het verbod, dat is neergelegd in artikel 8 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, in stand te houden.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315) en op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82);

Gelet op de artikelen 17, 18, 30, eerste en vierde lid, 31 en 77 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I

De Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 III wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 7, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

* In de aanhef wordt 'runderen, jonger dan twaalf maanden, en varkens' vervangen door: evenhoevigen.
* Onder verlettering van de onderdelen a tot en met e tot b tot en met f, wordt een onderdeel ingevoegd:
* de betreffende dieren voorzien zijn van een krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren vastgesteld identificatienummer;
B

In de bijlage komt Gebied II: Kootwijkerbroek te vervallen.

Artikel II

De Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 8 komt te vervallen.

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen en varkens, afkomstig van verschillende plaatsen, bijeen te brengen op een plaats, waaronder mede begrepen een vervoermiddel.

Artikel III

Deze regeling wordt op 13 juni 2001, om 18:00 uur, aan de media bekendgemaakt en treedt op 14 juni 2001, om 00.00 uur, in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,