14 juni 2001 Nr. 01/105
Minister Vermeend: arbeidsdeelname fors omhoog om kosten sociale
zekerheid in de hand te houden
Minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt dat Nederland de komende decennia moet
inzetten op een forse stijging van de arbeidsdeelname. Deze moet in 2030 zeker zijn toegenomen tot
meer dan 80% van de bevolking. Dit is noodzakelijk om de uitgaven voor de sociale zekerheid - onder
meer de AOW - en de gezondheidszorg in de hand te houden, aldus de minister.
Op dit moment bedragen de uitgaven voor de sociale zekerheid 115 miljard gulden, oftewel 12 procent van het Bruto Binnenlands Produkt (BBP). Zonder nadere maatregelen nemen deze uitgaven in 2030 toe tot bijna 15% van het BBP. Als de arbeidsdeelname tegenvalt, lopen de kosten zelfs op tot 16% van het BBP. Om dit te voorkomen kiest de minister voor een scenario met de hoogste arbeidsdeelname.
Minister Vermeend presenteerde deze cijfers vandaag tijdens het symposium "Een tweede eeuw sociale
zekerheid: sociale integratie in de 21ste eeuw" in Den Haag. Hij schetste drie scenario's met
respectievelijk een hoge, middelgrote en lage arbeidsdeelname. "Voor het draagvlak van de sociale
zekerheid in de toekomst moeten we nu de basis leggen," zo sprak hij. In het scenario met de hoogste
arbeidsdeelname bedragen de uitgaven voor de sociale zekerheid overigens altijd nog 13,8% van het
BBP.
In de prognoses voor de komende dertig jaar vallen vooral de gevolgen van de sterke vergrijzing op.
Nu heeft één op de zeven Nederlanders recht op AOW. In 2030 zal dat naar schatting ongeveer één op
de vier zijn. Zonder nadere maatregelen zal het aantal arbeidsongeschikten in 2030 zijn opgelopen
tot 1,2 miljoen. Ook de werkloosheid loopt verder op. Deze verwachtingen onderstrepen de noodzaak
van een ondubbelzinnige inzet op vergroting van de arbeidsdeelname, aldus minister Vermeend.
Van de gegevens in dit persbericht is een grafiek beschikbaar. U kunt deze opvragen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 070-3334558
Samenvatting