Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=416966



Aan de Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG DIE Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 19 juni 2001 Auteur M.Th. Crucq

Kenmerk DIE-354/01 Telefoon 070 348 48 76

Blad /1 Fax 070 348 40 86

Bijlage(n) 3 E-mail die-in@minbuza.nl

Betreft Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

C.c.

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, de Europese Centrale Bank, het Economisch en Sociaal Comité en Europol: Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Statistische informatie voor indicatoren voor de integratie van milieu-aspecten in het gemeenschappelijk landbouwbeleid

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

Fiche 1: Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen

Titel:

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, de Europese Centrale Bank, het Economisch en Sociaal Comité en Europol: Preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen.

Datum raadsdocument
: 20 februari 2001

nr Raadsdocument
: 6389/01

nr Commissiedocument
: COM(2001) 11 def

Eerstverantwoordelijke ministerie
: JUST i.o.m. FIN

Behandelingstraject in Brussel
:

Onbekend. Op 17 en 18 mei vindt in Brussel de eerste bijeenkomst van het door de Europese Commissie opgezette '
EU Forum on the prevention of organised crime'
plaats. Dit Forum vloeit voort uit de conclusies van de Europese Raad van Tampere en het bestaat uit een multidisciplinair gezelschap van deskundigen uit de lidstaten. Eén van de punten op de agenda heeft betrekking op het hier bedoelde onderwerp, dat nader zal worden besproken in één van de werkgroepen: de
workshop Prevention and fraud of non-cash means of payment .

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar) : Geen

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
:

De onderhavige mededeling bouwt voort op de mededeling van 1998 over fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen
en vormt een aanvulling op het kaderbesluit betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten en op een Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bescherming van de euro tegen valsemunterij.
De voorliggende mededeling bevat een aantal preventieve maatregelen ter bestrijding van fraude en vervalsing in de betaalsystemen die worden opgesomd in een aangehecht Actieplan voor fraudepreventie. Doel van de mededeling is een nauwe samenwerking tussen de overheid en de particuliere sector te bewerkstelligen met betrekking tot het uitwisselen van ervaring en gegevens, opleiding en ontwikkeling en uitwisseling van onderwijsmateriaal. Dit teneinde een optimale en economisch verantwoorde technische beveiliging van betalingsproducten en -systemen te bevorderen. Deze beveiliging is noodzakelijk om te komen tot efficiënte betaalmiddelen die gebruikersvriendelijk, overal aanvaard, betrouwbaar en relatief goedkoop zijn hetgeen essentieel is voor een moderne economie. Wel wordt in de mededeling benadrukt dat de preventie, waar het hier over gaat, in eerste instantie een verantwoordelijkheid is voor de sector van betalingssystemen. De mededeling richt zich dan ook voornamelijk tot deze sector (bewustwording) en de Commissie ziet het tot haar taak initiatief te nemen om de betrokken partijen om de tafel te krijgen door middel van het organiseren van diverse fora.

Rechtsbasis van het voorstel:

Het betreft een mededeling; in het voorstel wordt geen rechtsbasis genoemd.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering
:

Nederland gaat ervan uit dat de mededeling niet beoogt om bindende regels op te leggen, maar slechts bewustwording bij de financiële sector t.a.v. de problematiek van fraudebestrijding wil opwekken. Zo bezien valt de mededeling positief te waarderen. Wanneer echter wordt aangenomen dat de Commissie hier voorstellen doet die op het terrein van de derde pijler liggen, ontbreekt de hiervoor benodigde rechtsbasis..

Nederlandse belangen
:

Nederland heeft er belang bij dat haar financiële instellingen en consumenten bij het betalingsverkeer dat in toenemende mate met niet-contante middelen geschiedt en ook internationaliseert (denk aan Internet-handel) een hoog niveau van bescherming heeft en dat in ieder geval op Europees niveau tegen fraude en vervalsing van andere betaalmiddelen dan contanten kan worden opgetreden. Op zichzelf staat Nederland dan ook positief tegenover voorstellen met deze inhoud. De voorstellen dienen dan echter wel binnen het kader van de derde pijler te passen.

Consequenties voor nationale regelgeving beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO / VNG)
: Geen.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure
:

Een rechtsbasis ontbreekt en daarmee ook een formele rol van het EP. De Commissie verzoekt Raad en EP evenwel hun goedkeuring te hechten aan het actieplan.

Fiche 2: Jaarrekeningen

Titel:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen

Datum raadsdocument
: 19 februari 2001

nr. Raadsdocument
: 6365/01

nr. Commissiedocument
: COM (2001) 80 def

Eerstverantwoordelijke Ministerie
: JUST i.o.m. FIN, EZ

Behandelingstraject in Brussel
: Bespreking in Raadswerkgroep vennootschapsrecht

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar) : n.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
:

Het huidige voorstel beoogt de toepassing van internationale standaarden voor de opstelling en inrichting van de jaarrekening voor grote ondernemingen mogelijk te maken. Het voorstel stelt deze verplicht voor beursgenoteerde ondernemingen die internationaal kapitaal aantrekken of ten minste door de beursnotering internationale investeerders de mogelijkheid bieden deel te nemen in het kapitaal. In Europa betreft dit 7000 ondernemingen. Voor andere ondernemingen zijn de regels niet dwingend.

Het jaarrekeningrecht van de lidstaten is op dit moment nog maar deels geharmoniseerd. De Commissie streeft nu naar verplichte toepassing van een serie internationale standaarden,
International Accounting Standards
(IAS) genaamd, voor de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen. Gebruik van eenzelfde standaard binnen de EU moet de onderlinge vergelijkbaarheid van de financiële verslagen van deze ondernemingen vergemakkelijken en de Europese kapitaalmarkt dichterbij brengen. Idealiter zal het gebruik van IAS er eveneens toe leiden dat ook ondernemingen met beursnoteringen in landen buiten Europa kunnen volstaan met één jaarrekening.

De IAS worden opgesteld door een private organisatie, het International Accounting Standards Committee
(IASC). Via de verordening zullen de regels van het IASC in het gemeenschapsrecht geïncorporeerd worden. Om ook wijzigingen in het IASC in het gemeenschapsrecht te kunnen doorvoeren stelt de Commissie voor om gebruik te maken van comitologie.

Rechtsbasis van het voorstel:

Artikel 251 (codecisie) juncto 95, lid 1 (harmonisatie van het kapitaalverkeer in de EU)

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering
:

Europese harmonisatie van het jaarrekeningrecht is alleen mogelijk door gezamenlijk optreden. De bestaande richtlijnen bieden lidstaten onvoldoende ruimte om zelf toepassing van IAS toe te staan. Optreden op communautair niveau is derhalve noodzakelijk.

De keuze voor een verordening betekent dat lidstaten niet langer bij implementatie afwijkingen of beperkingen kunnen vaststellen. Dit is wenselijk gelet op de eerdere ervaringen met de richtlijnen. Wel bestaat er zorg over de door de Europese commissie in dit voorstel opgenomen comitologie procedure (zie 10e). Zorg bestaat tevens over de wens van de Europese commissie om IAS bovenop de bestaande richtlijnvoorschriften te doen gelden. Dat verzwaart de eisen voor Europese ondernemingen in vergelijking moet niet-Europese, die de richtlijnvoorschriften niet hoeven te volgen. Bovendien zijn bepaalde richtlijnvoorschriften een uitwerking van verouderde opvattingen over verantwoorde verslaggeving, die dringend gemoderniseerd zouden moeten worden.

Nederlandse belangen
:

Eenduidige standaarden voor verslaggeving dragen bij aan de onderlinge vergelijkbaarheid van financiële informatie. Gebruikers van jaarrekeningen - investeerders, werknemers, schuldeisers - profiteren daarvan. Grote Nederlandse ondernemingen wenden zich voorts voor hun financieringsbehoefte vaak tot de grensoverschrijdende, mondiale kapitaalmarkt. Dergelijk kapitaal kan gemakkelijker en goedkoper worden aangetrokken als de jaarrekening een herkenbare en verantwoorde weergave van de financiële positie van die onderneming is.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

De bepalingen over het jaarrekeningrecht in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn voornamelijk een weergave van de regels uit de vierde en zevende richtlijn. Een wetswijziging die vastlegt dat IAS binnen de grenzen van de vierde en zevende richtlijn gebruikt mogen worden, is toegezegd. Gestreefd wordt naar spoedige indiening van dit voorstel.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure
: Co-decisie

Fiche 3: Indicatoren voor integratie milieu-aspecten in GLB

Titel
:

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Statistische informatie voor indicatoren voor de integratie van milieu-aspecten in het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Datum raadsdocument:
22 maart 2001

nr. Raadsdocument
: 7387/01

nr. Commissiedocument
: COM(2001) 144 def.

Eerstverantwoordelijke ministerie
: LNV i.o.m. VROM, EZ

Behandelingstraject in Brussel
:

De mededeling wordt behandeld in de werkgroep landbouwstatistiek. Een ontwerp-mededeling is, samen met de mededeling van januari 2000 over milieu-indicatoren in het GLB behandeld in een raadwerkgroep landbouwstructuur van 16 maart 2001.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): N.v.t.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
:

Aanleiding van de mededeling vormt de Europese Raad van Wenen (december 1998) die de verplichting bevestigde om milieu en duurzame ontwikkeling in alle beleidsterreinen te integreren. In juli 1999 heeft de Landbouwraad de Commissie om een verslag inzake agromilieu-indicatoren verzocht. De Commissie kwam hierop in januari 2000 met een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement over indicatoren voor de integratie van milieuaspecten in het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Hierin werd een kader geschetst waarbinnen indicatoren worden ontwikkeld om toezicht te houden op de doeltreffendheid van de strategie om milieu-aspecten in het landbouw- en plattelandsbeleid binnen de EU te integreren. Tevens gaf de Commissie aan met een mededeling te zullen komen over goede en betrouwbare statistische informatie waarop de indicatoren kunnen worden gebaseerd. Met dit document komt de Commissie deze belofte na.

In deze mededeling wordt ten eerste gekeken naar de gegevens die nodig zijn om de in de Commissiemededeling van januari 2000 vastgestelde indicatoren te berekenen. Ten tweede worden enige voorstellen gedaan voor de aanpak van gebieden waar indicatoren nodig zijn maar waarvoor alleen statistieken geen geschikte bron van informatie zijn, en voor de aanpak van de indicatoren die nog onvoldoende zijn uitgekristalliseerd om de meest geschikte gegevens vast te stellen. De Commissie geeft aan dat bij de levering van gegevens voor indicatoren in de eerste plaats zal worden gestreefd naar een maximaal gebruik van bestaande bronnen. Aanvullende informatie kan worden verkregen door uitbreiding van het waarnemingsgebied van bestaande statistische of administratieve gegevensbestanden. Alleen wanneer dit niet volstaat, zullen nieuwe gegevens worden verzameld.

Voor elk van de vastgestelde indicatoren doet de Commissie een voorstel van aanpak. Vervolgens geeft de Commissie aan wat de verdere werkzaamheden zullen zijn en benadrukt dat voor het welslagen van de werkzaamheden de volledige medewerking en inzet van nationale overheden en van andere instanties vereist is. Verder moet er rekening mee worden gehouden dat na toetreding de nieuwe lidstaten slechts langzamerhand volledig aan de werkzaamheden kunnen deelnemen.

De Commissie concludeert dat het gebruik van administratieve gegevens de meest kosteneffectieve oplossing voor de berekening van een aantal indicatoren is. De beschikbaarheid van administratieve gegevens voor statistische doeleinden is vaak wettelijk beperkt. De Commissie zal voorstellen deze wetgeving te wijzingen. De Commissie geeft aan dat de standpunten van de Raad en het Parlement van cruciaal belang zijn, aangezien voor dergelijke veranderingen de medebeslissingsprocedure moet worden toegepast.

Rechtsbasis van het voorstel
: N.v.t. in strikte zin, het betreft een mededeling.

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering
: n.v.t., het betreft een mededeling.

Nederlandse belangen
:

Nederland heeft belang bij een goede set milieu-indicatoren zodat besluitvorming en de uitvoering van regelgeving en van stimulerende maatregelen op het gebied van integratie van natuur- en milieuaspecten in het gemeenschappelijk landbouwbeleid op basis van goede en volledige gegevens kan plaatsvinden. Dit geldt zowel vanuit de nationale optiek als vanuit het Nederlandse internationale natuur- en milieubeleid.

Nederland ondersteunt het initiatief van de Commissie om indicatoren voor duurzaamheid van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vast te stellen. De mededeling over behoefte aan statistische informatie maakt duidelijk dat er nog veel discussie nodig is over de verdere invulling van de indicatoren alsmede het meten van daadwerkelijke vooruitgang aan de hand van die indicatoren.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG):
N.v.t.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure:

Het Europees Parlement wordt gevraagd de voorstellen in deze mededeling te overwegen en de Commissie een mandaat te geven om de werkzaamheden op dit gebied voort te zetten.

Kenmerk
DIE-354/01
Blad /1

1 COM(1998)395 def



2 COM(1999)438 def



3 COM(2000)492 def.


4 COM(2000)20.

===