Actuele berichten >> Persberichten >>
2001-06-19: Minister Vermeend en wethouder Heijnen sluiten
overeenkomst pag.nr.=7360
De gemeente Den Haag tekende vandaag als eerste van de vier grote
gemeenten de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt met het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Den Haag en het
ministerie hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe en
intensievere bestrijding van werkloosheid onder bijstandsgerechtigden.
Met de bestuurlijke afspraken is 67.7 miljoen aan rijksgeld gemoeid
voor de periode 2001 t/m 2006.
De Haagse aanpak houdt in dat in eerste instantie tot en met 2004 zon
16.500 cliënten een traject doorlopen. Bij elke cli ënt bekijkt de
dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten (SZW) van de
gemeente Den Haag welk traject het beste past. Dat kan gericht zijn op
werk, al dan niet gesubsidieerd, of op sociale activering of zorg.
Deze aanpak geldt voor zowel nieuwe als bestaande cliënten. Van degene
die een traject volgt, zal in 2006 40% uitgestromd zijn naar een
(gesubsidieerde) baan.
Ook is overeengekomen dat de uitstroom naar werk van migranten naar
evenredigheid zal plaatsvinden. Daarnaast zal er meer kinderopvang
beschikbaar komen voor cliënten die uitstromen naar de arbeidsmarkt.
Met een deel van het rijksgeld worden projecten gefinancierd, onder
meer op het gebied van schuldhulpverlening. Het beleid van stringente
handhaving en actieve fraudebestrijding zal worden voortgezet.
In de overeenkomst ligt vast dat jaarlijks wordt bekeken of de afspraken voor het achterliggende jaar zijn gehaald. De gemaakte afspraken zijn nu realistisch. Afhankelijk van onder meer de economische ontwikkeling kunnen deze zo nodig worden bijgesteld.
Met deze bijdrage van het rijk wordt de ambitie van de gemeente Den Haag sneller gerealiseerd door een intensievere aanpak. De dienst SZW van de gemeente is al jaren actief om bijstandsgerechtigden aan werk te helpen. Mede door de gunstige economische situatie is het cliëntenbestand de afgelopen jaren fors gedaald. De knelpunten doen zich met name voor bij moeilijk te bemiddelen groepen.
Gezien de samenstelling van de groep - veelal cliënten met forse
belemmeringen - is een zorgvuldige diagnose noodzakelijk. Dat kan,
naast intensieve gesprekken, een test zijn, een verlengde intake of
hulpverlening. Daarna wordt een trajectplan aangeboden, waarin wordt
bepaald welk traject wordt gevolgd: werk, sociale activering of
hulpverlening of een combinatie. Het gaat hierbij om positieve
aanknopingspunten: wat zijn de mogelijkheden van een cliënt en hoe
kunnen belemmeringen hanteerbaar worden? De cliënt wordt begeleidt
door een vaste mentor om de voortgang te bewaken en uitval te
voorkomen.
19 juni 2001
last update: 20 juni 2001 ;pag.: 7360; auteur: 112