Provincie Zuid-Holland

19-06-2001

Provincie neemt deel aan Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Westland

De provincie Zuid-Holland gaat deelnemen in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Westland. Dat hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland vandaag besloten. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Westland is een regie- en uitvoeringsorganisatie, die speciaal wordt opgericht ten behoeve van de realisering van het Integraal Ontwikkelingsplan Westland (IOPW). Naast de provincie zullen ook de Westlandse Gemeenten, het Hoogheemraadschap van Delfland en de Ontwikkelings- en Participatiemaatschappij BV (een dochter van de Bank Nederlandse Gemeenten) deelnemen. De ontwikkelingsmaatschappij krijgt dus het karakter van een publiek - private samenwerking in een privaatrechtelijke rechtsvorm (een CV). De deelneming betekent ondermeer dat uit de gezamenlijke bijdragen een aandelenkapitaal wordt gerealiseerd. Met behulp van dit kapitaal wordt risicodragend vreemd vermogen aangetrokken. Zo ontstaat een startkapitaal van 200 miljoen gulden. De provincie Zuid-Holland wil de komende tien jaar 50 miljoen gulden beschikbaar stellen voor de ontwikkelingsmaatschappij.

In de ontwikkelingsvisie van het IOPW, die eind 1999 werd vastgesteld, zijn plannen opgenomen om te komen tot een structurele verbetering van de economische structuur en de woon- en leefkwaliteit in het Westland. Daarbij gaat het om herstructurering van de glastuinbouw, om toeristisch-recreatieve ontwikkeling als tweede economische pijler voor de regionale economie, om gedifferentieerde woningbouw, om nieuwe bedrijventerreinen, meer ruimte voor groen en water en een betere infrastructuur. Het is de bedoeling om deze visie te vertalen in het nog te herzien streekplan Zuid-Holland-West en het Regionaal Structuurplan Haaglanden.

De nieuwe ontwikkelingsmaatschappij biedt extra mogelijkheden om tot realisering van de regionale projecten in het kader van het IOPW te komen. De gemeenten en de provincie dragen geen bevoegdheden over, ze blijven hun publieke taken gewoon uitvoeren. Wel kunnen door middel van de regionale ontwikkelingsmaatschappij gezamenlijk gronden worden verworven waarop de projecten zullen worden gerealiseerd, waarbij mogelijkheden voor ontwikkelingsbeleid en voor verevening ontstaan. Ook zal er een samenhangend programma voor alle projecten worden samengesteld, met bewaking van fasering en financiering.

De provincie wil in deze collegeperiode een aandeel van fl. 12,2 miljoen voor haar rekening nemen. Voor de periode daarna willen GS een inspanningsverplichting op zich nemen voor nog eens fl. 37, 8 miljoen. Gerekend naar de planningshorizon van het IOPW (tien jaar) komt dit gemiddeld neer op fl. 5 miljoen per jaar. De provincie wil deze inzet binden aan de specifiek provinciale doelstellingen binnen het IOPW: de vergroting van de woon-/werk- en leefkwaliteit in het gebied.

De besluitvorming rond de regionale ontwikkelingsmaatschappij vindt in twee stappen plaats. In de eerste fase nemen alle betrokken besturen een besluit op hoofdlijnen over hun deelneming in de regionale ontwikkelingsmaatschappij. In de tweede fase, dit najaar, worden de nadere details ingevuld en vastgelegd. De provincie neemt nu als eerste bestuur een positief besluit om deel te nemen. Naar verwachting zal ook het Hoogheemraadschap van Delfland nog voor de zomer tot besluitvorming komen. De gemeenten in het Westland zullen na de zomer besluiten over hun deelname.

Naast de deelneming wordt van de betrokken besturen ook gevraagd om een deel van het voorziene financiële tekort van de IOPW-projecten af te dekken in de vorm van garanties en bijdragen. Getracht wordt om voor deze tekorten bijdragen van ondermeer Rijk en Europese Unie te verkrijgen. Toch blijft een duidelijk zichtbare betrokkenheid van de regio zelf hard nodig. In het programma van de regionale ontwikkelingsmaatschappij Westland zullen projecten, waarvan de financiële dekking rond is, in uitvoering kunnen worden genomen. Andere projecten blijven in portefeuille tot uit de opbrengst van eerdere projecten of uit bijdragen van andere partijen nieuwe middelen vrijkomen.

Het voornemen van GS wordt op 11 juli besproken in de Statencommissie voor PFBZ en in september tijdens de vergadering van Provinciale Staten.