Partij van de Arbeid

Den Haag, 19 juni 2001

BIJDRAGE VAN USMAN SANTI (PVDA) AAN HET PLENAIR DEBAT OVER HET JAARVERSLAG 2000 VAN DE NATIONALE OMBUDSMAN

Jaarlijkse behandeling jaarverslag NO

Wij hebben volhard in ons standpunt dat de Nationale Ombudsman (NO) evenals de voorzitter van de Algemene Rekenkamer de gelegenheid moet hebben jaarlijks plenair het jaarverslag toe te lichten. Dit is enige malen in Vaste kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) behandeld en ook door het presidium besproken. Uiteindelijk werd de afspraak gemaakt om met ingang van dit jaar dit al toe te staan, doch door het gedraai van het CDA is het met een jaar vertraagd. Uiteraard juichen we toe dat met ingang van volgend jaar de NO als Hoog College van Staat die mogelijkheid wordt geboden. In deze kabinetsperiode is de positie van de NO grondwettelijk vastgelegd. Het toestaan van de NO om jaarlijks plenair het verslag toe te lichten is een bevestiging van zijn grondwettelijke positie.

Gevolgen toename klachten, taak en functie van de NO

Het is duidelijk dat de toename van een aantal klachten tot capaciteitsproblemen leidt bij de NO. Het heeft ertoe geleid dat de NO slechts beperkt gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot onderzoek uit eigen beweging. Ook hebben klagers te maken met langere duur van behandeling. Naar mijn mening moet de NO in de gelegenheid worden gesteld al zijn taken naar behoren uit te oefenen. Het is goed om efficiënter te gaan werken, maar dat moet niet gaan leiden tot vertraging afdoening. De NO heeft in een toelichting aan de Vaste kamercommissie voor BZK medegedeeld dat hij in onderhandeling is over verhoging van het budget in verband met toename van de klachten. De vertraging van de afhandeling van klachten wordt door de minister van BZK onderkend. Nu nog daaraan gevolg geven.

Voorlichting

Elk jaar wordt door de NO medegedeeld dat er een landelijke voorlichtingscampagne van start gaat. De vraag is en blijft of bij dergelijke campagnes de bijzondere doelgroepen, zoals allochtonen, worden bereikt.

Decentrale overheden

Van de 537 gemeenten hebben zich er 99 aangesloten bij de NO. Door een door ons gesteunde motie Scheltema-Denie moet iedere gemeente vóór 1 januari 2002 in een met waarborg omklede ombudsmanfunctie hebben voorzien. Binnenkort verschijnt er Voorontwerp van Wet tot aanpassingen van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman. De verwachting is niet dat het wetsontwerp per 1 januari 2002 afgehandeld zal zijn. De situatie doet zich dan voor dat per 1 januari 2002 de meerderheid van de gemeenten niet een met waarborg omgeven externe klachtinstantie heeft. Ik vraag de minister wat daarvan de oorzaak is en wat hij daaraan gaat doen. Te denken is aan aanpassing van het Vergoedingenbesluit.

Externe klachtvoorziening bij gemeenschappelijke regelingen

De NO heeft bij de toelichting van het jaarverslag gewezen op de manco in de wetgeving dat bij gemeenschappelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden van sociale diensten, geen klachtenvoorziening is geregeld. Dit is natuurlijk een slechte zaak. Mijn verzoek aan de minister van BZK is om actie te ondernemen.

KLACHTEN OVER VOORTVARENDHEID BESTUUR

De NO dient te beoordelen of een onderzochte gedraging al dan niet behoorlijk is. Al jaren staat het vereiste van voortvarendheid in de onderzoeken op de eerste plaats. De meeste klachten over de overheid in dit verband betreffen het niet binnen de wettelijke termijn beslissen op een aanvraag op bezwaarschrift. Ik heb bij de behandeling van het onderwerp termijnen voor bestuur en rechter gesteld dat in geval van niet tijdige besluitvorming de burger in kennis wordt gesteld van de mogelijkheden om bezwaar of beroep in te stellen wegens het niet tijdig beslissen. De NO wenst dat deze informatieplicht wettelijke wordt vastgelegd. Ik ben daar ook grote voorstander van. Vraag aan de minister is of hij daartoe bereid is. Vergelijk in dit verband de ongelijke positie voor een burger. Wanneer hij de wettelijke termijn overschrijdt, wordt hij niet ontvankelijk verklaard. Als sancties op termijnoverschrijding is te denken aan fictieve verlening of rentevergoeding. Mijn fractiegenoot José Smits heeft bij de behandeling van de Wet beslistermijn sociale verzekeringen aan deze problematiek ruim aandacht besteed.

Raden voor de Kinderbescherming

Omdat de partij en de fractie veel te maken hebben met klachten over de Raden voor de Kinderbescherming (RvdK's), wil ik van de minister weten waarom de NO beperkt gebruik maakt van zijn mogelijkheden om klachten bij de RvdK's te onderzoeken. Daar komt nog bij dat de RvdK´s zelf daar een potje van maken. Zij hebben nog steeds geen jaarverslag over klachtenafhandeling over het jaar 1999 gepubliceerd. Zou de NO niet ambtshalve zelf een onderzoek kunnen doen?

Gebruik naam Ombudsman

De NO gaat opnieuw in op de vraag of de naam NO niet beschermd moet worden. Daarover zijn gesprekken daarover gevoerd met de NO. Mijn fractie heeft vragen over het instellen van een kinderombudsman n.a.v. voorstellen van o.a. mijn collega Khadija Arib. Wat is het nadere standpunt van de regering hierover?

UITBREIDING TAKEN NO

Tot slot zou ik van de minister van BZK willen vernemen wat zijn standpunt is over uitbreiding van taken van NO. Bij de behandeling heeft de toenmalige minister van BZK Dijkstal gesteld dat de eerder genoemde grondwettelijke bepaling het mogelijk maakt om de taken van de NO uit te breiden. Hiermee zijn wij het nadrukkelijk eens.