RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID
Bemanning Zeeuwse Veerdiensten moet beter worden getraind
PERSBERICHT 19
juni 2001
Raad voor de Transportveiligheid: risicomanagement ontbreekt bij PSD
Bemanning Zeeuwse veerdiensten moet beter worden getraind
De besturing van de veerschepen op de Westerschelde is bij sommige
combinaties van stroming en zicht te moeilijk in verhouding tot de
uitrusting van de schepen en het trainingsniveau van de bemanningen.
Dat concludeert de Raad voor de Transportveiligheid, onder
voorzitterschap van mr. Pieter van Vollenhoven, in een onderzoek naar
het ongeval van 13 november 1999. Toen liep een schip van de
Provinciale Stoombootdiensten (PSD), de Prins Johan Friso, in de
Buitenhaven van Vlissingen aan de grond. De Raad beveelt aan dat de
bemanningen van de veerschepen die in Zeeland de verbindingen
onderhouden tussen Vlissingen en Breskens en tussen Kruiningen en
Perkpolder beter worden getraind om te kunnen omgaan met de risico.s
van het varen met deze veerschepen op deze routes. Het management van
de PSD dient zo spoedig mogelijk een risico-inventarisatie uit te
voeren.
Op de schepen van de PSD dienen zo mogelijk de actuele stroomsnelheden
op de Westerschelde op de brug zichtbaar te worden gemaakt en dient de
bediening van de .thrusters., waarmee de schepen zowel worden
aangedreven als bestuurd, te worden vereenvoudigd door
computerondersteuning. Bij het onderzoek van de Raad is gebruik
gemaakt van resultaten verkregen uit simulaties. Daarbij is gebleken
dat zelfs ervaren kapiteins de grootste moeite hebben om de schepen op
een acceptabele wijze en zonder schade de Vlissingse Buitenhaven
binnen te loodsen onder de specifieke vaaromstandigheden die zich op
13 november 1999 voordeden: dichte mist, sterke ebstroom.
Als oorzakelijke factoren voor het ongeval noemt de Raad:
.organisatie, communicatie, snelheid van het schip, maar ook
omgevingsfactoren als stroom en het ontbreken van zicht.. De bemanning
is gewend op zicht te varen en is daardoor niet voldoende getraind om
.blind. (dus alleen met behulp van instrumenten) de haven in te varen.
Verder stelt de Raad vast dat de verdeling van taken aan boord van de
Prins Johan Friso en het zusterschip, de Koningin Beatrix, niet
duidelijk is geregeld.
De Raad wijst op de noodzaak van een actief beleid van het
PSD-management, om de veiligheid te kunnen waarborgen. De
vooruitzichten voor de veerdiensten staan onder druk, als gevolg van
de naderende voltooiing van de vaste oeververbinding Westerschelde.
De complete tekst van de aanbevelingen luidt als volgt:
1. De Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland dienen de volgende
technische mogelijkheden te onderzoeken en waar mogelijk toe te
passen:
* het direct weergeven van de actuele stroomsnelheden in de
Westerschelde op de brug van de veerschepen,
* invoering van Electronic Chart Data Information System
(ECDIS),
* computer ondersteuning voor de bediening van de thrusters
waardoor de manoeuvreertaken vereenvoudigd worden.
2. De Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland dienen van de
veerdiensten een risico-inventarisatie te laten maken, waarin onder
andere organisatie, training, procedures, communicatie en uitrusting
aan bod komen.
3. Aan de hand van de uitkomst van deze inventarisatie dienen de
Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland het trainingsprogramma,
inclusief simulatortraining, af te stemmen op de bovengenoemde
risico-inventarisatie.
4. Het beleid van de Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland dient
zich toe te spitsen op het behoud van kennis en optimalisering van
veiligheid tot op het moment van opheffen van de veerdienst. Het
management dient dit vast te leggen in een meerjarenplan.