20.06.01
nr. 5097975/dvb/01
Brief aan Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vervroegde toets vreemdelingenbewaring
Ook als PDF
In het interpellatiedebat van 6 juni jongstleden heb ik toegezegd u,
binnen twee weken, nader te informeren over de gesignaleerde
knelpunten in de toepassing van de vervroegde toets
vreemdelingenbewaring en de maatregelen die ik zal nemen om deze
knelpunten op te lossen. Door middel van deze brief wil ik deze
toezegging gestand doen.
Om te beginnen wil ik kort de aard van de problematiek nogmaals
beschrijven. Daarna zal ik ingaan op de knelpunten die zich per fase
van het proces hebben voorgedaan, waarna ik afsluit met de maatregelen
die ik genomen heb.
In de eerste plaats wil ik hier nogmaals benadrukken dat een illegale
vreemdeling die zich schuldig maakt aan het plegen van strafbare
feiten in eerste instantie strafrechtelijk vervolgd wordt en eerst
daarna -of indien uiteindelijk geen strafrechtelijke afdoening
plaatsvindt (sepot) parallel daaraan - wordt het
vreemdelingrechtelijke traject, gericht op de uitzetting, ingezet.
Daartoe wordt het middel vreemdelingenbewaring aangewend.
Zoals ik in het debat heb toegezegd is over de vermeende
prioriteitenstelling nader overleg gevoerd met de korpsleiding en
korpsbeheerder van de politieregio Amsterdam Amstelland. Door
Amsterdam Amstelland is mij zowel schriftelijk als in meerdere gesprek
verzekerd, dat de door Amsterdam gehanteerde prioriteitenstelling
volledig in overeenstemming is met de door het kabinet vaststelde
prioriteiten.
Vervroegde toets vreemdelingenbewaring.
Met het vervroegen van de rechterlijke toets is snelle rechtszekerheid
en rechtsbescherming voor de vreemdeling beoogd. In de oude situatie
werd de rechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring immers pas twee
weken na ommekomst van een periode van 28 dagen door de rechter
getoetst.
Daarbij werd, gelet op de periode dat de vreemdeling reeds in bewaring
zat, bovendien de voortgang van de activiteiten gericht op de
uitzetting beoordeeld. Door de rechtmatigheidstoets al na 10 dagen uit
te voeren krijgt de vreemdeling eerder zekerheid over de
rechtmatigheid van het aangewende middel. Bij deze
rechtmatigheidstoets speelt de voortgang van de activiteiten met
betrekking tot uitzetting nog geen rol.
Hoewel vreemdelingenbewaring een administratiefrechtelijk rechtsmiddel
is, heeft het niettemin het karakter van een dwangmiddel. Het is
daarom van belang dat zorgvuldig wordt omgegaan met de toepassing
ervan. De eerste afweging dient "op straat" door de politie gemaakt te
worden, daarna vindt een eerste beoordeling door de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) plaats waarna vervolgens op de 10de dag de
rechtmatigheid door de rechter getoetst wordt. Vervolgens toetst de
rechter periodiek in hoeverre het beoogde doel (de uitzetting) het
middel (de bewaring) nog steeds rechtvaardigt.
Gesignaleerde knelpunten in het proces
Door het verkorten van de termijn van 28 dagen naar 10 dagen is een
complex logistiek proces ontstaan waarin verschillende ketenpartners
binnen heel korte termijn activiteiten moet uitvoeren en dossiers aan
elkaar moeten overdragen. Hoewel in de voorbereiding op de invoering
van de vervroegde toets gedegen is onderzocht op welke wijze dit
logistieke proces zou moeten worden ingericht, zijn na het
inwerkingtreden van de nieuwe wet niettemin een drietal knelpunten
ontstaan. Deze knelpunten, de vervoerscapaciteit, de zittingsplanning
en de bewaringslocaties, zal ik hierna gerelateerd aan de stappen in
de procedure nader toelichten.
Verloop vervroegde toets
Vreemdelingen worden in eerste instantie in bewaring gesteld door de
politie (in de meeste gevallen de Vreemdelingenpolitie) in een
politiecel. De politie meldt de inbewaringstelling op de tweede dag
bij het Bureau Selectie Functionarissen (BSF) van de Dienst Justitiële
Inrichtingen (DJI) waarna BSF er vervolgens voor zorgt dat de
vreemdeling binnen een paar dagen wordt doorgeplaatst naar een Huis
van Bewaring. De politie verzendt tevens een Proces Verbaal van
Inbewaringstelling aan de betreffende IND regio.
Op de derde dag van de bewaring wordt door de IND aan het Centrale
Intakebureau van de Vreemdelingenkamers (CIV) een kennisgeving
verzonden waarin melding gemaakt wordt van de inbewaringstelling van
de betreffende vreemdeling. Op basis van deze melding wordt op de
zevende dag na deze kennisgeving een zitting gepland om de
rechtmatigheid van de inbewaringstelling door de rechter te laten
toetsen. De verdeling van zaken vindt in de huidige situatie plaats
naar evenredigheid en capaciteit van de rechtbanken. Daarbij wordt per
rechtbank een vaste dag aangehouden waarop bewaringszittingen
plaatsvinden.
Bij de verdeling van zaken door de Vreemdelingenkamers kan thans geen
rekening worden gehouden met de plaats waar de vreemdeling in bewaring
is gesteld en daarmee de IND regio die de zaak behandelt. Dit is
overigens vaak niet mogelijk omdat op het moment van toedeling van de
zaak aan een rechtbank niet duidelijk is waar de vreemdeling zich op
de zittingsdag zal bevinden. Hierdoor is binnen de periode van 10
dagen een groot aantal vervoersbewegingen noodzakelijk. De vreemdeling
wordt immers in bewaring gesteld door de politie en verblijft in
eerste instantie in een politiecel. Daarna wordt de vreemdeling na een
paar dagen doorgeplaatst naar een Huis van Bewaring dat geschikt is
voor het ophouden van vreemdelingen (te weten de Penitentiaire
Inrichting Koning Willem II in Tilburg of de Penitentiaire Inrichting
Ter Apel). Met name de Penitentiaire Inrichting in Ter Apel ligt zeer
excentrisch ten opzicht van de rechtbanken. Op de tiende dag vindt
wederom een vervoersbeweging plaats omdat de vreemdeling in persoon
ter zitting aanwezig moet zijn. Door de thans gehanteerde methode van
indeling bestaat de mogelijkheid dat deze drie verschillende plaatsen
op grote afstand van elkaar zijn gelegen, hetgeen grote
vervoersbewegingen tot gevolg heeft.
Het vervoer van vreemdelingen wordt uitgevoerd door de Dienst Vervoer
en Ondersteuning (DV&O) van DJI. Door het vervroegen van de
rechterlijke toets is het aantal zittingszaken en daarmee het aantal
vervoersbewegingen sterk toegenomen, waardoor een capaciteitstekort
bij DV&O is ontstaan.
Oplossingen voor gesignaleerde knelpunten
Vervoerscapaciteit
Het knelpunt met betrekking tot de vervoerscapaciteit ten behoeve van
de vreemdelingenbewaring was reeds eerder onderkend. DV&O is derhalve
al bezig de noodzakelijke uitbreiding daadwerkelijk te realiseren. Het
is de verwachting dat de vervoersproblemen over vier weken zullen zijn
opgelost.
De uitbreiding van de vervoerscapaciteit wordt gerealiseerd door het
aantrekken van extra personeel. Vooruitlopend op het inzetten van
nieuw geworven en opgeleid intern personeel, zal tijdelijk gebruik
worden gemaakt van particulier beveiligingspersoneel. De bevoegdheden
van tijdelijk ingehuurde krachten zullen uiteraard van beperkte omvang
zijn. Het is niet noodzakelijk om ook extra wagens aan te schaffen.
Daarmee zal op korte termijn het probleem zijn opgelost dat
vreemdelingen niet op zitting verschijnen.
Randstadcapaciteit
Zoals ik reeds opmerkte is één van de plaatsen waar
vreemdelingenbewaring ten uitvoer wordt gebracht zeer excentrisch
gelegen ten opzichte van de zittingsplaatsen van de rechtbanken.
Aangezien de plek waar de vreemdeling in bewaring zit mede bepalend is
voor de vervoersafstand en daarmee de druk die wordt gelegd op DV&O
van DJI leidt deze ligging tot knelpunten met betrekking tot het
vervoer van vreemdelingen naar de rechtbank. Omdat de aanwezigheid van
de vreemdeling ter terechtzitting een vereiste is, en de bewaring door
de rechter wordt opgeheven wanneer er geen gelegenheid bestaat de
vreemdeling in persoon te horen, hebben vervoersproblemen geleid tot
het opheffen van, overigens rechtmatige, bewaringen.
Op dit moment wordt bezien of het mogelijk is om, binnen de voor justitiedoeleinden beschikbare capaciteit, aanvullend op de reeds bestaande bewaringslocaties, op een termijn van ongeveer 6 maanden tevens bewaringscapaciteit in de randstad te creëren.
Daarnaast bezie ik thans de mogelijkheden om capaciteit in de randstad te realiseren middels substitutie. Hiervoor is echter herallocatie van de thans bestaande detentiecapaciteit noodzakelijk. Voor een dergelijke operatie heeft DJI ongeveer drie tot vier maanden nodig.
Over beide opties wil ik echter eerst met de betreffende organisaties
en instanties in gesprek treden alvorens hierover nadere informatie te
verstrekken.
Zittingsplanning
Met de Vreemdelingenkamer heb ik overleg gevoerd over de knelpunten
met betrekking tot de zittingsplanning. Deze gesprekken hebben ertoe
geleid dat, teneinde een oplossing te bieden aan één van de
gesignaleerde knelpunten, thans onderzocht wordt of de op dit moment
gehanteerde wijze waarop bewaringszaken worden ingedeeld, aanpassing
behoeft. Op korte termijn wordt, in nauwe samenwerking met de
ketenpartners, onderzocht of een regionale spreiding van
bewaringszittingen, die aansluit bij de regio indeling van de IND, een
oplossing biedt. Wanneer de uitkomsten van deze analyse positief zijn
zal de Vreemdelingenkamer deze werkwijze zo snel mogelijk, doch
uiterlijk binnen twee maanden implementeren.
Hiermee wordt voorkomen dat de plaats van inbewaringstelling en de
plaats waar de zitting wordt gehouden zeer ver uit elkaar liggen. Dit
heeft als voordeel dat de reisbewegingen van de
procesvertegenwoordiging van de IND en de rechtshulpverlening
aanzienlijk worden verminderd.
In combinatie met de vergroting van de capaciteit bij DV&O en de
beschikbaarheid van bewaringcapaciteit in de randstand vormt deze
maatregel nog een extra waarborg voor verantwoorde uitvoering van de
vervroegde toets. Om daarnaast tevens de druk op DV&O te verminderen
zal er op toegezien worden dat, alle vreemdelingen die in bewaring
zijn gesteld, binnen enkele dagen daadwerkelijk worden doorgeplaatst
vanuit een politiecel naar een Huis van Bewaring en dat de betrokken
instanties daarvan tijdig in kennis gesteld worden.
Overige maatregelen
Ik wil u afsluitend tevens informeren over een tweetal lopende
projecten die eveneens zullen bijdragen aan het verbeteren van de
logistiek rondom de vervroegde toets. Zo is reeds enige tijd geleden
een project gestart waarin de mogelijkheden van telehoren onderzocht
worden. Op dit moment wordt onderzocht of het mogelijk is om, in ieder
geval lokaal, vanaf oktober in operationele situaties het instrument
telehoren in te zetten.
Daarnaast worden op dit moment de voorbereidingen getroffen voor een
pilot Elektronische Dossiers specifiek gericht op de
vreemdelingenbewaring. In deze pilot zal onderzocht worden hoe de
elektronische overdracht van dossier en processtukken technisch en
organisatorisch vormgegeven kan worden. Van beide initiatieven
verwacht ik, aanvullend op de hiervoor genoemde maatregelen een
verdere verbetering van het logistieke proces. Ik ga er dan ook vanuit
met deze maatregelen de knelpunten rondom de vervroegde toets afdoende
te hebben opgelost. Ik blijf uiteraard nauw monitoren of dit ook
daadwerkelijk het geval is.
De Staatssecretaris van Justitie
N.A Kalsbeek
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594
Laatst gewijzigd: 20-06-2001