Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Toespraak van staatssecretaris Gijs de Vries bij het in ontvangst nemen van het rapport van de Commissie Onderzoek Cafébrand Nieuwjaarsnacht 2001
Een toespraak bij het onderwerp Brandweer en Rampenbestrijding 21 juni 2001
De nieuwjaarsbrand in Volendam, en vooral de beelden van de slachtoffers, zullen op ons netvlies geëtst blijven. De brand heeft onnoemlijk veel leed veroorzaakt. Ik denk aan het verdriet van hen die familie of vrienden moesten verliezen. Ik denk aan het leed van hen die levenslang gewond zijn, zowel uiterlijk als innerlijk. Deze verschrikkelijke gebeurtenis heeft veel vragen opgeroepen, hier in Volendam zelf maar ook in de rest van Nederland. Hoe heeft de brand kunnen gebeuren? Hoe kon de brand zo snel om zich heen grijpen? Hoe is de hulpverlening verlopen? Wat moet er gebeuren om "een tweede Volendam" in Nederland te voorkomen? Het is de verdienste van de commissie-Alders dat onze vragen binnen zes maanden grondig en uitvoerig zijn beantwoord. Uw rapport levert een belangrijke bijdrage aan het verwerkingsproces van de gemeenschap in Volendam. Uw analyse en aanbevelingen leveren ook een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van ons land.
Ik wil daarom - namens het kabinet- de heer Alders en de leden van zijn commissie, alsook degenen die de commissie hebben ondersteund, van harte bedanken voor hun inzet in de afgelopen tijd.
Het is belangrijk dat er na zon catastrofe een onafhankelijk onderzoek komt, een onafhankelijk antwoord op de vragen over de tragische gebeurtenissen die nacht. Onafhankelijk, omdat de rol van de overheid zelf in het geding is, het vertrouwen van mensen in de overheid. Het vertrouwen van mensen in de overheid hangt rechtstreeks samen met de mate waarin de overheid haar verantwoordelijkheid voor veiligheid waarmaakt. Daar hoort de bereidheid van de overheid bij om haar eigen optreden kritisch te laten beoordelen door onafhankelijke derden.
Zoals u weet heeft het kabinet besloten tot instelling van één landelijke ongevallenraad. De wetgevingsvoorstellen daartoe hoopt het kabinet nog voor het eind van dit jaar aan de raad van staten te kunnen voorleggen.
Het beeld dat oprijst uit uw rapport, uit dat van de commissie-Oosting en uit de rapportages van de inspecties, is zorgwekkend. Het is díe zorg die de regering ertoe heeft gebracht naar aanleiding van het rapport-Oosting 92 actiepunten te formuleren. Actiepunten om Nederland veiliger te helpen maken. We zullen daarover iedere zes maanden aan de Tweede Kamer rapporteren.
Ik ben u dankbaar dat u in uw rapport aan alles wat er al ligt een aantal praktische actieprogrammas toevoegt, zowel voor het bedrijfsleven als voor de overheid. Praktische actieprogrammas die in geen bedrijf en bij geen directie van instellingen waar veel mensen samenkomen, zouden mogen ontbreken. Van belang is immers dat niet, zoals in het verleden wel is gebeurd, een aantal maanden na een catastrofe de belangstelling voor veiligheid in ons land weer wegebt. Van belang is dat de rampenbestrijding - en de brandveiligheid daarbinnen - nu wel hoog op ieders agenda blijven staan. Zowel de agenda van het bedrijfsleven als die van de overheid. Zodat dus de vrijblijvendheid die het systeem van de rampenbestrijding in ons land op nog veel punten kenmerkt, wordt weggenomen.
U wijst terecht op het belang van handhaving van regelgeving door de lokale overheden op het terrein van brandveiligheid. Overheden moeten regels niet alleen stellen maar ook handhaven. Ik hoop dat dit onderwerp op lokaal niveau dan ook betrokken zal worden bij de opstelling van de verkiezingsprogrammas van de lokale politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar, zodat in iedere gemeente wordt aangegeven welke prioriteit dit belangrijke onderwerp de komende jaren zal hebben. Ook het kabinet zal uw aanbevelingen ter harte nemen. Het kabinet zal, zoals dat ook is gebeurd met de rapportage van de commissie Oosting, op zo kort mogelijke termijn een reactie geven op de door u geformuleerde punten.
De hoofddoelstelling die u formuleerde - "doen wat nodig is, en doen wat is afgesproken" - zal het motto moeten zijn van iedereen: bedrijfsleven, gemeenten, provincies en rijk.

Relevante links:
Onderzoek cafébrand nieuwjaarsnacht 2001
Ruim 50 miljoen voor cafébrand nieuwjaarsnacht Volendam