Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=417115



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Veiligheidsbeleid Afdeling Nucleaire Aangelegenheden en Non-Proliferatie Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 22 juni 2001 Auteur Heleen van der Beek

Kenmerk DVB/NN-262/01 Telefoon + 31 70 3485089

Blad /4 Fax + 31 70 348 5684

Betreft Zesde Conferentie van Verdragspartijen bij het Chemisch Wapens Verdrag E-mail heleen-vander.beek@minbuza.nl

Zeer geachte voorzitter,

Bij de beantwoording van vragen gesteld door het lid uwer Kamer Van den Doel, Aanhangsel Handelingen 1307, heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomst van de Zesde Conferentie van Verdragspartijen bij het Chemisch Wapens Verdrag. Deze treft u hieronder aan.

De Zesde Conferentie van Verdragspartijen bij het Chemisch Wapens Verdrag vond plaats van 14 tot en met 19 mei in Den Haag. De Conferentie, waaraan 108 verdragspartijen deelnamen, constateerde dat er gestage vooruitgang is geboekt in de implementatie van de bepalingen uit het Chemisch Wapens Verdrag. Volgens opgave van de OPCW is thans 8% van de totale gedeclareerde voorraad chemische wapens (70.000 ton) vernietigd en bijna 20% van de gedeclareerde munitie en containers. Meer dan 50% van alle gedeclareerde chemische wapenfaciliteiten zijn vernietigd of geconverteerd naar vreedzame doeleinden. Met 143 verdragspartijen is de OPCW de snelst groeiende internationale verdragsorganisatie. De Conferentie bevestigde andermaal het streven naar volledige universaliteit van het verdrag. De Conferentie kon alle besluiten van de Uitvoerende Raad sinds mei 2000 bekrachtigen.

De grootste uitdaging van de Conferentie vormde de noodzaak een besluit te nemen over de begroting van 2002 en maatregelen voor het opheffen van de tekorten die in 2000 en 2001 waren ontstaan. De discussie concentreerde zich op de omvang van de procentuele verhoging van de begroting voor 2002. Terwijl een meerderheid van de verdragspartijen, waaronder Nederland, kon instemmen met een verhoging van 4,5%, insisteerden enkele landen op een geringere stijging. Na een verlenging van de Conferentie met één dag, kon een compromis bereikt worden over een verhoging van de begroting met 2,8%.

Een ander discussie-punt aangaande de begroting betrof de te nemen maatregelen voor compensatie van de in 2000 opgelopen tekorten. De voornaamste oorzaak van deze financiële tekorten is gelegen in de begrotingsstructuur van de organisatie. De inkomsten van de OPCW zijn voor een deel afhankelijk van de restitutie van in verband met artikel IV en V (inspectie van destructie van chemische wapens) door de organisatie uitgegeven gelden volgens het principe "de bezitter betaalt". Indien de destructie van chemische wapens niet volgens planning verloopt, derft de organisatie inkomsten, doch heeft wel uitgaven gehad in de vorm van, onder andere, de salarissen van de inspecteurs. Op Westelijk voorstel stemde de Conferentie er mee in om het op deze wijze in 2000 ontstane begrotingstekort te compenseren met het begrotingssurplus van 1999. Dit houdt in dat de Verdragspartijen eenmalig en per hoge uitzondering afstand doen van hun recht op teruggave van het surplus, dat zij volgens de financiële reglementen van de OPCW hebben.

Om tegemoet te komen aan eventuele tekorten in 2001 heeft de organisatie de bevoegdheid gekregen het "Working Capital Fund" tijdelijk aan te spreken.

Om tekorten als in 2000 en 2001 in de toekomst te voorkomen, zijn de begrote inkomsten uit terugbetalingen van voor artikel IV en V inspecties (vernietiging van chemische wapens en industriële inspecties) als percentage van de totale begrote inkomsten drastisch verlaagd. Dit komt overeen met een realistischer verwachting ten aanzien van werkelijk uit te voeren inspecties. De geringere inkomsten uit artikel IV en V inspecties worden gecompenseerd door een verhoging van de reguliere contributies van de lidstaten.

Het Technisch Secretariaat van de OPCW heeft reeds voor de Conferentie een bezuinigingsplan op niet-operationele uitgavenposten ingesteld. De Uitvoerende Raad zal bezien of het mogelijk is enkele van deze posten in te vullen met vrijwillige additionele bijdragen.

Door deze maatregelen zal de OPCW, bij een prudent financieel beheer, in staat zijn haar kerntaken, verificatie van vernietiging van chemische wapens en inspectie van chemische instellingen, naar behoren te blijven uitvoeren.

De oplossing voor artikel IV en V inkomsten, die nu door de Conferentie is gekozen, is een tijdelijke. Op termijn moet dit deel van de begrotingssystematiek worden herzien. De Uitvoerende Raad zal zich hierover het komend jaar buigen.

De Conferentie nam voorts besluiten ten aanzien van de volgende onderwerpen.

Conversie van cw-faciliteiten

De Conferentie kon een besluit van de Uitvoerende Raad bekrachtigen waarin wordt ingestemd met een verzoek van de Russische Federatie om een voormalige cw-faciliteit in Dzerzjinsk, Orgsteklo, te converteren naar productie voor vreedzame doeleinden.

Overdrachten van lijst-3 chemicaliën

De Conferentie heeft een besluit genomen over de bemoeilijking van overdrachten van lijst-3 chemicaliën naar niet verdragspartijen. Vanaf heden dient bij de export van producten, waarin meer dan 30% lijst-3 chemicaliën verwerkt zijn, naar een staat die geen partij is bij het Chemisch Wapens Verdrag, een certificaat van eindgebruik te worden overgelegd door de ontvangende staat. Verdere overdracht van het product is vervolgens verboden. Deze regel geldt niet voor consumptiegoederen die voor commerciële of individuele doeleinden zijn verpakt.

Deze maatregel is, behalve vanuit het oogpunt van non-proliferatie, met name van belang als aansporing voor staten om tot het verdrag toe te treden.

Samenwerkingsovereenkomst tussen de OPCW en de VN

De samenwerkingsovereenkomst tussen de VN en de OPCW, die op 17 oktober 2000 in New York werd getekend, werd door de Conferentie goedgekeurd. De overeenkomst zal thans ter bekrachtiging worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de VN. Nederland zal daartoe een resolutie indienen.

Uitvoerende Raad

Er werd een nieuwe Uitvoerende Raad gekozen. Vanaf 12 mei 2002 zal een derde van de huidige leden van de Uitvoerende Raad zijn zetel afstaan aan de nieuwe leden. Nederland zal daar dan geen deel meer van uitmaken. Voor de Beneluxlanden zal België van 2002 tot 2004 zitting hebben in de Raad.

Confidentiality Commission

Er werden nieuwe leden van de Confidentiality Commission gekozen. Voor Nederland zal Prof. Dr. E.P.J. Myjer hierin zitting hebben.

Zevende Conferentie van Verdragspartijen

Om beter aan de sluiten bij de begrotingscyclus van de OPCW zal de Zevende Conferentie van Verdragspartijen niet in het voorjaar, maar in het najaar van 2002 plaatsvinden.

Ten aanzien van internationale samenwerking op het vlak van chemische activiteiten was de Conferentie een compromis zeer dicht genaderd. Alle verdragspartijen kunnen instemmen met een resolutie welke het belang van internationale samenwerking onderstreept en een aantal middelen opsomt waarmee deze bevorderd kan worden. Er is evenwel nog verschil van mening over de noodzaak een commissie in te stellen die zou moeten toezien op de implementatie van de verdragsbepalingen ten aanzien van internationale samenwerking. Westelijke landen willen voorkomen dat in het kader van de OPCW het overleg over internationale samenwerking zou worden gepolitiseerd, bijvoorbeeld doordat in een dergelijke commissie accenten zouden worden gelegd op kwesties als exportcontroles.

Het ontwerpbesluit over lage concentraties van lijst 2A en 2A* besluit is teruggestuurd naar de Uitvoerende Raad. Punt van discussie vormt de concentratiedrempel, waarboven de stof PFIB zou moeten worden gedeclareerd. Het gaat om nadere precisering van het declaratie-regime van de OPCW, in het bijzonderde vaststelling van bepaalde chemicaliën die voorkomen bij commerciële productieprocessen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk
DVB/NN-262/01
Blad /4

===