Actueel

OM niet ontvankelijk in Clickfondszaak

Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 22-06-2001

Arrondissementsrechtbank Amsterdam
22 juni 2001

PERSBERICHT

De rechtbank heeft vonnis gewezen in de strafzaken tegen Leemhuis en Van Loon Vermogensbeheer B.V., J.S. L, P. van L., J.Th. V. en A.P. van der R.

De rechtbank komt aan een beoordeling van een aantal van de beschuldigingen niet toe omdat zij de officier van justitie voor die feiten niet ontvankelijk heeft verklaard in zijn vervolging. Dit vanwege een aantal onzorgvuldigheden, waardoor niet alleen de verdachten, maar ook de strafrechtspleging in het algemeen schade hebben geleden. Het patroon van onzorgvuldig optreden betekent een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijk procesrecht, waardoor met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte tekort is gedaan aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak.

Door de niet-ontvankelijkheid wordt getroffen het lidmaatschap van een criminele organisatie, dat aan alle verdachten is telastegelegd. Die organisatie zou zich onder andere hebben bezig gehouden met belastingfraude en valsheid in geschrift, onder meer door het in stand houden van een systeem van coderekeningen bij Leemhuis en Van Loon BV. Hetzelfde lot treft de vervolging van V. wegens medeplichtigheid aan een zestal door andere personen gepleegde belastingdelicten en een privé- belastingaangifte over 1994/1995 op de telastelegging van Van der R.

Het gaat volgens de rechtbank, samengevat, om de volgende onzorgvuldigheden:


1 Het openbaar ministerie (OM) heeft de rechter-commissaris bij het verzoek tot het openen van gerechtelijke vooronderzoeken onvolledig geïnformeerd door geen melding te maken van de bevindingen van het controlebureau/STE, die een ander licht zouden kunnen werpen op de beschuldigingen dan de aan de rechter-commissaris verschafte gegevens.


2 Het OM heeft bij het verzoek om onderbewindstelling van Leemhuis en Van Loon BV in oktober 1997de rechtbank deels onjuist en deels onvolledig geïnformeerd, met name over de stand van het onderzoek inzake voorkenniszaken. Daardoor zijn de belangen van het personeel en de aandeelhouders van Leemhuis en Van Loon ernstig veronachtzaamd.


3 In gesprekken met De Nederlandsche Bank en in enkele persberichten heeft het OM in 1997 ongenuanceerde, voorbarige en te sterk aangezette informatie verschaft over de verdachten.


4 De gang van zaken met betrekking tot het samenvoegen en vertalen van verschillende verzoeken om rechtshulp aan Zwitserland beoordeelt de rechtbank als vergaand slordig en onachtzaam. Er zijn verschillen tussen de Nederlandse en de Duitse tekst. De wijze van vertalen is pas aan het licht gekomen door de FIOD-medewerkers ter zitting te horen. De rechtbank tilt ook zwaar aan het feit dat uit die verhoren onder ede een andere gang van zaken bleek dan uit het eveneens op ambtseed opgemaakte proces-verbaal.

Enkele andere beschuldigingen staan volgens de rechtbank in een zo ver verwijderd oorzakelijk verband met het Clickfondsonderzoek dat de beslissing tot niet-ontvankelijkheid zich daartoe niet uitstrekt. Het gaat dan om de beschuldiging aan het adres van alle verdachten van belastingfraude in 1996 door aan het personeel van Leemhuis en Van Loon B.V. een extra betaling te doen - het resultaat van een effectentransactie - en deze niet als loonbetaling aan de fiscus op te geven.

De rechtbank acht dat feit bewezen.
Leemhuis en Van Loon BV wordt veroordeeld tot een geldboete van f 100.000,= en de 4 andere verdachten tot een geldboete van elk f 25.000.

Ten slotte wordt V. verweten dat hij een authentieke akte heeft doen vervalsen.
De rechtbank spreekt hem daarvan vrij, wegens een verkeerde formulering in de dagvaarding.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB2241
(Zie het originele bericht)