General Product Safety and Safety of Buses / Agreements Press Release: Brussels (25-06-2001) - Press: 258 - Nr: 10236/01
Brussel,
25 juni 2001
PERSMEDEDELING
Onderwerp :
BEMIDDELINGSCOMITE PARLEMENT - RAAD
Akkoorden inzake algemene productveiligheid en veiligheid van
autobussen
In het kader van het bemiddelingscomité ( 1) hebben de Raad en het
Europees Parlement vandaag overeenstemming bereikt over:
- de richtlijn inzake algemene productveiligheid en
- de richtlijn inzake de veiligheid van autobussen (betreffende
speciale voorschriften voor voertuigen voor passagiersvervoer, met
meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend,
en tot wijziging van de Richtlijnen 70/156/EEG en 97/27/EG).
Het akkoord moet worden bevestigd met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in het Parlement en met gekwalificeerde meerderheid in de Raad, waarna de richtlijnen worden aangenomen.
Het bemiddelingscomité maakte ook een begin met de bemiddeling inzake
twee richtlijnen op milieugebied, de eerste inzake beperking van de
emissies van bepaalde verzurende verontreinigende stoffen in de lucht
door grote stookinstallaties en de tweede inzake nationale
emissiemaxima voor vier luchtverontreinigende stoffen. In beide
gevallen werd positief gereageerd op de formulering van een globaal
compromispakket, dat waarschijnlijk volgende week door de twee
delegaties wordt bevestigd.
ACHTERGROND
Richtlijn inzake algemene productveiligheid
Deze richtlijn, die strekt tot wijziging van de in juni 1992
aangenomen Richtlijn 92/59/EEG inzake algemene productveiligheid
(ABV), wil duidelijker en efficiënter voorschriften invoeren om te
garanderen dat alleen veilige producten op de markt komen.
Doel en werkingssfeer van de richtlijn
Het uiteindelijke doel van deze richtlijn is het harmoniseren van de
maatregelen van de lidstaten die een algemene verplichting inhouden om
uitsluitend veilige producten op de markt te brengen, teneinde zowel
een uniform, hoog beschermingsniveau voor de gezondheid en veiligheid
van de consument in de hele EG als de goede werking van de interne
markt te waarborgen.
Het gaat hier om producten die voor consumenten bestemd zijn of door
hen gebruikt kunnen worden, en die in het kader van een
handelsactiviteit of dienstverrichting worden geleverd. Dit omvat
nieuwe, gebruikte of opnieuw in goede staat gebrachte producten, met
uitzondering van antiek en producten die voor het gebruik hersteld
moeten worden, mits de leverancier de consument hiervan op de hoogte
stelt.
Daarom is de richtlijn bedoeld als aanvulling op de communautaire
sectorwetgeving teneinde:
- producten te bestrijken die niet onder sectorwetgeving vallen,
- producten te bestrijken die wel onder (bestaande en toekomstige)
sectorwetgeving vallen, wat betreft de risicocategorieën,
veiligheidsaspecten en administratieve en controlevereisten die
niet in bedoelde wetgeving aan de orde komen.
De voornaamste nieuwe verplichtingen zijn met name
:
- de verplichting van de producenten om de consumenten op
doeltreffende wijze te waarschuwen voor de risico's van producten
die al aan hen zijn geleverd, en zo nodig in laatste instantie
dergelijke producten terug te roepen om die risico's te vermijden;
- de verplichting van de distributeurs om mee te werken aan het
traceren van de door hen geleverde producten en aan maatregelen om
risico's te vermijden;
- de verplichting van de producenten en de distributeurs om de
autoriteiten op de hoogte te stellen als zij constateren dat een
door hen geleverd product gevaarlijk is, en op hun verzoek mee te
werken aan maatregelen om risico's verbonden aan de door hen
geleverde producten te vermijden.
Tenslotte voorziet het voorstel per geval in het verbod om producten
die op grond van een communautair besluit niet meer in de handel
gebracht mogen worden of die uit de handel genomen zijn, naar derde
landen te exporteren.
Richtlijn over de veiligheid van autobussen
Met deze richtlijn wordt beoogd geharmoniseerde bepalingen vast te
stellen voor de goedkeuring van voertuigen bestemd voor het vervoer
van passagiers (autobussen en touringcars). De richtlijn bestrijkt de
belangrijkste aspecten van de veiligheid van autobussen, zoals
stabiliteit, het gedrag bij kantelen, het aantal bedrijfsdeuren en
nooduitgangen en de toegankelijkheid voor gehandicapten. In eerste
instantie blijft deze richtlijn facultatief en zal zij naast de
nationale goedkeuringssystemen bestaan, totdat Kaderrichtlijn
92/53/EEG verplicht wordt voor autobussen en touringcars.
Footnotes:
( 1)
Het bemiddelingscomité telt 30 leden: 15 leden van het Europees Parlement en 15 vertegenwoordigers van de Raad. De vergadering van vandaag werd voorgezeten door de heer Ingo FRIEDRICH, vice-voorzitter van het Europees Parlement, en de fungerend voorzitter van de Raad, de heer Kjell LARSSON, minister van Milieu van Zweden.