Vrije Universiteit Amsterdam

Overzicht | veb@dienst.vu.nl



Filosoof Wijsbek: "Nederlands euthanasiebeleid is juist"

Na een discussie over normatieve vraagstukken zoals euthanasie kun je, anders dan vaak gedacht, wel degelijk tot een conclusie komen die meer is dan een persoonlijke mening. Namelijk dat euthanasie onder bepaalde voorwaarden geoorloofd is. Dat zegt Henri Wijsbek in zijn proefschrift Taking lives seriously. Philosophical issues in the dutch euthanasia debate, waarop hij op maandag 25 juni promoveert aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de VU. Hij concludeerde ook dat de twee belangrijkste voorwaarden waaronder euthanasie in Nederland mag plaatsvinden u er moet sprake zijn van ondraaglijk uitzichtloos lijden én het verzoek om euthanasie moet vrijwillig en weloverwogen zijn gedaan u de juiste zijn.

De bekende bioloog Ronald Plasterk schreef eens in een column: "Je kunt niets wéten over goed en slecht, alleen maar vinden." Veel andere wetenschappers zijn het met hem eens. Henri Wijsbek niet. "Als je luistert hoe rechters en ethici praten over euthanasie", zegt hij, "dan hoor je dat ze argumenten gebruiken. Argumenten die toetsbaar zijn, die sterk of zwak zijn. Daarmee kun je mensen overtuigen. Harde bewijzen heb je weliswaar niet in de ethiek, maar dat geldt ook voor empirische wetenschappen. Echte bewijzen bestaan alleen in de wiskunde."

Het staat vast dat lijden subjectief is. De meeste mensen zeggen dat daarom alleen de patiënt zelf kan beoordelen of het lijden ondraaglijk is. Sommigen concluderen daaruit dat de patiënt altijd zelf over zijn leven moet kunnen beschikken; anderen zeggen juist dat ondraaglijk lijden daarom geen basis voor het besluit van euthanasie kan zijn, omdat het de arts reduceert tot een doorgeefluik van dodelijke middelen.

Wijsbek denkt echter dat wel degelijk anderen dan de patiënt zelf, familieleden en artsen bijvoorbeeld, kunnen oordelen over de ondraaglijkheid van het lijden. Door goed kijken en luisteren krijgen ze een idee van wat iemand voelt en op basis van kennis over de persoon kunnen ze beoordelen of dat lijden draaglijk is voor deze patiënt. Volgens Wijsbek is lijden dus toegankelijker voor derden dan de meeste mensen denken. Dat maakt het redelijk om op basis van ondraaglijk lijden euthanasie toe te staan. In gesprekken kunnen artsen en patiënten samen tot de conclusie komen dat het lijden inderdaad ondraaglijk en uitzichtloos is en dat het verzoek, mits vrijwillig en weloverwogen u begrippen die Wijsbek in zijn proefschrift ook tegen het licht houdt, daarom ingewilligd mag worden.