CBS

Meer mensen te zwaar, minder rokers

De nieuwe CBS-gegevens over gezondheid en leefstijlen laten zien dat in 2000 het aantal mensen met overgewicht verder is toegenomen. Overgewicht komt bij laagopgeleiden aanzienlijk vaker voor dan bij hoogopgeleiden. Het zwaarder drankgebruik is al jarenlang stabiel. Het roken daarentegen neemt verder af. Het bezoek aan de huisarts en de specialist is in de afgelopen tien jaar gelijk gebleven.

Meer mensen met overgewicht
Het aantal mensen met overgewicht neemt toe. Tien jaar geleden was een op de vijf personen van 20 jaar en ouder te zwaar. In 2000 is dit opgelopen naar een op de vier. Ernstig overgewicht komt bij bijna een op de tien personen voor. Dat is anderhalf maal zoveel als in 1991. Overgewicht komt bij mannen iets vaker voor dan bij vrouwen. Naar opleidingsniveau zijn er forse verschillen. Van de personen met alleen lager onderwijs heeft ruim een op de drie overgewicht; dat is tweemaal zoveel als bij mensen met een hogere beroeps- of universitaire opleiding.

Zwaarder drankgebruik stabiel
De afgelopen tien jaar is het aantal mensen van 16 jaar en ouder dat alcohol drinkt toegenomen. In 2000 nuttigt 86 procent wel eens alcoholhoudende drank, tegen 79 procent in 1991. Een op de acht mensen drinkt minimaal op een dag in de week zes of meer glazen. Dat is de afgelopen tien jaar niet veranderd. Dergelijk zwaarder drankgebruik komt bij mannen aanmerkelijk meer voor dan bij vrouwen.

Aantal rokers neemt verder af
Het roken neemt nog steeds af. In 2000 rookt 33 procent van de mensen van 16 jaar en ouder. Tien jaar geleden was dit nog 38 procent. Bij mannen is de vermindering tweemaal zo groot als bij vrouwen. Bij de mannen daalde het aantal rokers tussen 1991 en 2000 met acht procent, terwijl bij de vrouwen deze daling op vier procent uit kwam. Hoe hoger de opleiding hoe minder rokers. Ook het aandeel zware rokers is in de afgelopen tien jaar afgenomen. In 1991 rookte 13 procent van de bevolking dagelijks 20 of meer sigaretten, in 2000 is dit percentage gedaald tot 10.

Beroep op geneeskundige zorg weinig veranderd
Driekwart van alle mensen heeft in 2000 minstens een keer de huisarts geconsulteerd. Bijna vier op de tien personen meldt minstens een bezoek aan de specialist. Deze cijfers zijn in de afgelopen tien jaar niet veranderd. Vrouwen doen vaker een beroep op beide vormen van curatieve zorg dan mannen. Het bezoek aan de tandarts is toegenomen van 72 procent in 1991 naar 78 procent in 2000. Mannen gaan iets minder vaak naar de tandarts dan vrouwen.

Technische toelichting
De gegevens over gezondheid en leefstijl zijn afkomstig uit het Permanent Onderzoek Leefsituatie van het CBS, een steekproefonderzoek onder jaarlijks 10 000 mensen van 0 jaar en ouder. Mensen die wonen in instellingen en tehuizen zijn in dit onderzoek niet opgenomen. Overgewicht is vastgesteld aan de hand van de zogenoemde 'Body Mass Index' (BMI). Door het lichaamsgewicht (in kilos) te delen door de lengte (in meters) in het kwadraat is per persoon de waarde van de BMI berekend. Bij een BMI van 27 of hoger is sprake van overgewicht, vanaf 30 van ernstig overgewicht. Gedetailleerde informatie over trends in gezondheid, curatieve zorg en leefstijl aangevuld met de nieuwe cijfers voor 2000 is vanaf 28 juni te vinden in Statline, op de web-site van het CBS (www.cbs.nl). De cijfers zijn opgenomen in de publicaties gezondheids- en leefstijlmonitor bevolking en gebruik medische voorzieningen. De publicaties zijn te vinden in de rubriek Mens en maatschappij, bij de thema's Gezondheid en Gezondheidszorg.