European Commission

MEMO/01/249

Brussel, 28 juni 2001

Aanvullende algemene informatie over de communautaire financiering in het kader van de Structuurfondsen in België

Michel Barnier heeft namens de Europese Commissie de vier enkelvoudige programmeringsdocumenten voor doelstelling 2 in Vlaanderen ondertekend. De programma's betreffen de provincies Limburg, Antwerpen, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen.

Met de goedkeuring van deze programma's is de totale financiële bijstand van de Gemeenschap die België tot op heden ter beschikking is gesteld voor de periode 2000-2006 op ongeveer 831 miljoen gebracht (645 miljoen voor het programma voor doelstelling 1 Henegouwen, in mei 2000 ter beschikking gesteld, en 186 miljoen (1) voor de vier Vlaamse programma's van doelstelling 2, zojuist ter beschikking gesteld).

Voor de vier Vlaamse programma's zullen de regionale en de plaatselijke overheden een extra bedrag van 304 miljoen uittrekken en zal de particuliere sector 64 miljoen bijdragen, wat in overeenstemming is met de regel van medefinanciering van projecten die door de Structuurfondsen worden gesteund.

Voor België moeten nog drie programma's (Brussel Hoofdstad, Meuse-Vesdre en Dinant-Philippeville) worden goedgekeurd. De goedkeuring van het eerste programma is voor begin juli gepland, terwijl de twee programma's van doelstelling 2 voor Wallonië in september zullen kunnen worden goedgekeurd.

Nu moeten de Vlaamse beheersautoriteiten de aanvullende programmeringsdocumenten met de criteria voor de selectie van de voor financiering in aanmerking komende projecten, goedkeuren en doorsturen naar de Commissie. Daarna kan de tenuitvoerlegging op het terrein van start gaan. Daartoe zal een voorschot van 7 % van de communautaire middelen worden overgemaakt.

In Vlaanderen vallen de volgende regio's onder doelstelling 2 : een deel van de drie arrondissementen van de provincie Limburg, een deel van de Kempen in de provincie Antwerpen, een aantal achterstandswijken in de steden Antwerpen en Gent, het kustgebied in West-Vlaanderen, en de twee plattelandsgebieden in West- en Oost-Vlaanderen (Westhoek en Meetjesland). De vier programma's bestrijken een gebied met 1,2 miljoen inwoners, d.i. ongeveer 20% van de bevolking van de Vlaamse regio.

In de vorige financieringsperiode (1994-1999) heeft Vlaanderen ongeveer 320 miljoen ontvangen in het kader van de doelstellingen 2 en 5b. Dankzij het toegewezen bedrag konden talrijke projecten worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het project « Campus Hoogtechnologische Bedrijven Hasselt », dat een onderdeel vormt van de strategie voor de totstandbrenging van een centrum voor de ontwikkeling van de kennis en van de industrie op het gebied van de nieuwe informatie- en communicatietechnologie in Vlaanderen.

Algemene context

Voor de periode 2000-2006 beschikken de Structuurfondsen over 195 miljard voor de lidstaten. Daarmee worden programma's voor regionale ontwikkeling gefinancierd die door de nationale, de regionale en de plaatselijke autoriteiten, de economische en sociale partners en de andere bevoegde instanties gezamenlijk zijn opgesteld. De steunmaatregelen van de Structuurfondsen zijn hoofdzakelijk op drie prioritaire doelstellingen gericht :

* Doelstelling 1 : Ontwikkeling en structurele aanpassing van de regio's met een ontwikkelingsachterstand (70% van de kredieten);
* Doelstelling 2 : Economische en sociale omschakeling van gebieden die structurele problemen ondervinden (11,5% van de kredieten);
* Doelstelling 3 : Aanpassing en modernisering van het beleid en de systemen op het gebied van onderwijs, opleiding en werkgelegenheid (12,3% van de kredieten) .

Concreter gezegd: doelstelling 1 bestrijkt ongeveer vijftig regio's en 22% van de Europese bevolking. Met een budget van 13,95 miljard voor de periode 2000-2006 kunnen in de armste regio's van de Unie (regio's waarvan het BBP lager is dan 75% van het BBP van de Gemeenschap) de daar nog ontbrekende basisvoorzieningen worden ontwikkeld (vervoer, water- en energievoorziening, afvalverwerking, telecommunicatie, gezondheidszorg, onderwijs), kunnen de investeringen in het bedrijfsleven worden gestimuleerd en kan de vaak zwakke productiestructuur nieuw leven worden ingeblazen.

De toewijzing van middelen voor doelstelling 1 geschiedt doorgaans als volgt : in een communautair bestek (CB) wordt de sociaal-economische context van het betrokken land of van de betrokken regio's beschreven, worden de ontwikkelingsprioriteiten en de beoogde doelstellingen geschetst, en worden de systemen voor financieel beheer, toezicht, evaluatie en controle vastgesteld. Vervolgens worden de operationele programma's (de « OP's ») goedgekeurd die gedetailleerde informatie bevatten over de verschillende prioriteiten van een CB voor een regio of voor een specifiek ontwikkelingszwaartepunt (vervoer, opleiding, steun aan het bedrijfsleven, )

Doelstelling 2 omvat de doelstellingen 2 en 5b van de periode 1994-1999. Deze doelstelling betreft vier soorten zones - industriezones, plattelandszones, stedelijke zones en van de visserij afhankelijke zones - en 18% van de Europese bevolking. In België vallen 1,269 miljoen inwoners onder doelstelling 2, d.i. 12% van de totale bevolking.

Aanvullende informatie is te vinden op :

http://www.inforegio.cec.eu.int

Bijlage I :

Overzichtstabellen met betrekking tot de goedkeuring van de enkelvoudige programmeringsdocumenten in België Reeds ondertekende enkelvoudige programmeringsdocumenten

Programma
Door de Commissie ter beschikking gesteld bedrag Totaalbedrag Datum goedkeuring
Henegouwen 645 miljoen 2.221 miljoen 15.05.2000 Nieuwe goedkeuringen

Programma
Door de Commissie ter beschikking gesteld bedrag Totaalbedrag Datum goedkeuring
Limburg 93 miljoen 241 miljoen 15.05.2001
Provincie Antwerpen 47 miljoen 136 miljoen 14.06.2001 Kustgebied-Westhoek 33 miljoen 118 miljoen 31.05.2001 Oost-Vlaanderen 14 miljoen 60 miljoen 08.06.2001 Toekomstige goekeuringen

Programma
Door de Commissie ter beschikking gesteld bedrag Totaalbedrag Brussel Hoofdstad 44 miljoen 106 miljoen
Meuse/Vesdre 158 miljoen 562 miljoen
Dinant-Philippeville 58 miljoen 206 miljoen Bijlage II :

Verdeling van de Structuurfondsen per doelstelling en per land


- in miljoen , Prijzen 1999-

Doelstelling 1

(regio's met ontwikkelingsachterstand)
Doelstelling 2

(economische en sociale omschakeling van gebieden die structurele problemen ondervinden)

Doelstelling 3

Totaal
Doelstel-ling 1

Doelstel-ling 1 Over-gangs-steun(2)
Doelstelling 2 Doelstel-ling 2 Over-gangs-steun1(3) B 0 645 382 65 737 1 829
DK 0 0 156 27 365 548
D 19 229 729 2 984 526 4 581 28 049
EL 20 961 0 0 0 0 20 961
E 37 744 352 2 553 98 2 140 42 887
F 3 254 551 5 437 613 4 540 14 395
IRL 1 315 1773 0 0 0 3 088
I 21 935 187 2 145 377 3 744 28 388
L 0 0 34 6 38 78
NL 0 123 676 119 1 686 2 604
A 261 0 578 102 528 1 469
P 16 124 2 905 0 0 0 19 029
FIN 913 0 459 30 403 1 805
S 722 0 354 52 720 1 848
UK 5 085 1166 3 989 706 4 586 15 514
EUR 15 127 543 8 411 19 733 2 721 24 050 182 458

(1)
Alle bedragen en andere cijfers betreffen ook de gebieden met overgangssteun in de berokken provincies.

(2)
De verordeningen voorzien in een regeling voor overgangssteun aan de regio's die gedurende de periode 1994-1999 wel voor structurele steun in aanmerking kwamen maar voor de periode 2000-2006 niet meer. Door dit stelsel van geleidelijk afnemende overgangssteun houdt de Europese bijstandsverlening niet abrupt op en is er sprake van bestendiging van hetgeen dankzij de structuurmaatregelen in de voorgaande periode is bereikt.

(3)