Ministerie van Economische Zaken België


24 uur... Belgische tijd

Samenvatting van de resultaten van het onderzoek naar de tijdsbesteding 1998/2000

Ignace Glorieux en Jessie Vandeweyer, TOR/VUB

De enquête

In het kader van het Belgische tijdsbudgetonderzoek hielden 8.382 Belgen van 12 tot 95 jaar gedurende twee dagen - één weekdag en één weekenddag - een dagboekje bij, waarin zij elke tien minuten vlijtig hun tijdsbesteding noteerden. Het veldwerk liep van 3 december 1998 tot 6 februari 2000 en werd uitgevoerd door het NIS. De vormgeving van de databanken en analyses zijn het resultaat van een samenwerking tussen de onderzoeksgroep TOR van de VUB en het NIS. Dit onderzoeksproject werd gefinancierd door het DWTC in het kader van het AGORA-programma "Valorisatie van de databank Tijdsbudgetenquête" (onderzoeksovereenkomst nr. AG/03/034).

Het collectieve ritme van de Belgen

Opvallend, maar niet verrassend is de collectieve cadans in het dagelijkse leven. We slapen samen, we staan min of meer tegelijk op, we eten in grote mate samen en we kijken samen televisie. Er is wel een duidelijk onderscheid tussen weekdagen, zaterdagen en zondagen. Op zaterdagen worden heel wat huishoudelijke taken verricht, maar het weekend staat vooral voor langer slapen en veel vrije tijd. Tussen de activiteiten door, die we in grote mate samen doen en die de cadans van het sociale ritme aangeven (de Zeitgebers: slapen, opstaan, avondmaal en televisie kijken), verrichten de meeste Belgen arbeid. Het soort werk dat ze doen varieert: mannen besteden veel meer tijd aan loonarbeid, vrouwen veel meer tijd aan huishoudelijk werk en taken met en voor kinderen.

De verschillende tijdsbesteding van mannen en vrouwen

De verdeling van het werk tussen mannen en vrouwen is het meest opvallende onderscheid dat uit onze analyses naar voor komt. Louter en alleen op basis van de tijd die iemand tussen 12 en 95 jaar op een toevallige weekdag besteedt aan huishoudelijk werk, betaalde arbeid, klussen en kinderverzorging, kunnen we met bijna 75% zekerheid zeggen of het een man of vrouw is. Vrouwen besteden per week gemiddeld bijna 9u30 meer aan huishoudelijk werk en 1u20 meer aan kinderverzorging en opvoeding dan mannen. Mannen besteden ruim 8 uren meer per week aan loonarbeid. De totale werklast - of de tijd besteed aan loonarbeid, huishoudelijk werk en kinderverzorging en opvoeding - is gemiddeld 2u33 per week hoger voor vrouwen dan voor mannen. De wekelijkse werklast bij mannen bedraagt 35u02, bij vrouwen is dit 37u35. De traditionele geslachtsrollen blijven duidelijk de tijdsbesteding domineren.

Vrouwen slapen ook iets langer dan mannen, gemiddeld ongeveer 2 uren per week. Bijna 40% van de beschikbare tijd gaat naar slapen en rusten: bij vrouwen is dat net geen 64u30, bij mannen bijna 62u30. Als we persoonlijke verzorging (dat is inclusief eten en drinken) daarbij tellen, dan besteedt de Belg bijna 50% van zijn tijd aan het in stand houden van zijn organisme. Alle werkactiviteiten samen beslaan daarentegen "slechts" een ruime 20% van de tijd.

De hogere werklast van vrouwen en de extra slaaptijd betalen ze met minder vrije tijd. Mannen hebben gemiddeld 30 uur vrije tijd per week, vrouwen 4u30 minder. Rekenen we daar ook nog de sociale participatie bij (onder meer sociale contacten en participatie in verenigingsleven), dan komen we bij mannen aan bijna 40 uren vrije tijd per week (of 24% van de tijd), vrouwen hebben dan 35u30 vrije tijd per week (of 21% van de tijd).

Deze verschillen tussen Belgische mannen en vrouwen zijn des te opmerkelijker, vermits ze betrekking hebben op alle mannen en vrouwen tussen 12 en 95 jaar. Indien we controleren voor leeftijd, opleidingsniveau, werksituatie, kinderaantal en gewest, dan blijven de opgesomde verschillen vrij stabiel. Dat toont nog eens duidelijk aan dat mannen en vrouwen qua tijdsbesteding in twee verschillende leefwerelden vertoeven.

Gezinnen onder druk

De verschillen tussen mannen en vrouwen hebben vooral betrekking op de verdeling van het werk, iets minder op de zwaarte van de werklast (al is die gemiddeld 2u30 per week hoger bij vrouwen). De werklast van mannen en vrouwen varieert wel sterk naargelang het gezinstype waarvan ze deel uitmaken. Niet-werkende mannen hebben over het algemeen een lage werklast, ongeacht of ze een partner hebben of niet en of die partner werkt. De werklast van mannen hangt dan ook voornamelijk samen met de hoeveelheid loonarbeid die ze verrichten. Bij vrouwen ligt dat anders. De totale werklast van deeltijds werkende vrouwen is nauwelijks lager dan die van voltijds werkende vrouwen. De hoogste werklast vinden we terug in gezinnen van tweeverdieners. In vergelijking met de andere mannen, hebben mannen in een tweeverdienersgezin de hoogste werklast en voor vrouwen geldt hetzelfde. De gezamenlijke werklast van mannen en vrouwen in een tweeverdienersgezin bedraagt ruim 106 uren per week. In een kostwinnersgezin is dat "slechts" 93 uren. Naarmate het tweeverdienersgezin zich nog verder verspreidt - en het is al het dominante gezinstype bij de actieve bevolking - zal de tijdsdruk ongetwijfeld verder toenemen.

De drukke leeftijd

De werklast is het hoogst tijdens de "drukke leeftijd" tussen 26 en 40 jaar. Zelfs na controle op de werksituatie (voltijds, deeltijds of niet werkend) en het aantal kinderen ten laste, blijft dit de levensfase waarin het meest loon- en gezinsarbeid geleverd wordt. Niet alleen individuen werken meer in deze leeftijdscategorie, het is ook op deze leeftijd dat het tweeverdienersgezin het meest voorkomt. In deze fase van het leven worden carrières opgebouwd, gezinnen gevormd en zijn de financiële lasten het grootst. Eens de kaap van de 40 jaar voorbij, neemt de individuele arbeidslast geleidelijk af en ook op gezinsniveau daalt de werklast omdat vrouwen in vele gevallen minder loonarbeid gaan verrichten of zich in een aantal gevallen zelfs volledig terugtrekken uit de arbeidsmarkt.

Het hebben van kinderen heeft een grote invloed op de manier waarop men zijn tijd besteedt. Hoe meer kinderen er zijn in het gezin, hoe minder tijd er besteed wordt aan loonarbeid (zowel bij mannen als bij vrouwen). Mensen met kinderen ten laste slapen gemiddeld ook minder lang en hebben minder vrije tijd. Zonder kinderen beschikt men per week over gemiddeld ongeveer 6u30 meer vrije tijd dan wanneer men 4 of meer kinderen ten laste heeft. Het hebben van kinderen leidt wel tot meer sociale participatie.

Verschillen tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel

Ook de gewesten in België vertonen verschillende tijdsbestedingspatronen. Deze verschillen bevestigen in grote mate de bestaande opvattingen over cultuurverschillen tussen Vlamingen en Walen. Walen hebben meer vrije tijd, slapen langer, besteden meer tijd aan huishoudelijk werk, sociale contacten en eten/drinken. Vlamingen besteden meer tijd aan loonarbeid, kinderzorg/opvoeding en verplaatsingen dan Walen. Brusselaars nemen meestal een tussenpositie in. De verschillende tijdsbesteding tussen de gewesten kan gedeeltelijk verklaard worden door een verschillende bevolkingssamenstelling. Zo zijn er geen verschillen meer in de tijd die besteed wordt aan loonarbeid wanneer gecontroleerd wordt voor geslacht, opleidingsniveau, leeftijd, werksituatie en aantal kinderen en ook het verschil in vrije tijd tussen Vlamingen en Walen wordt kleiner na controle voor deze bevolkingskenmerken. Dat Walen meer tijd besteden aan persoonlijke verzorging (o.m. eten/drinken), slapen, huishoudelijk werk en sociale participatie en dat Vlamingen meer tijd besteden aan opvoeding en kinderverzorging is wellicht niet toe te schrijven aan verschillen in de bevolkingssamenstelling. Maar ook al blijven er, zelfs na controle voor een aantal bevolkingskenmerken, frappante verschillen bestaan tussen Vlamingen en Walen, toch is het verschillend tijdsbestedingspatroon van Vlamingen en Walen minder robuust dan de verschillen tussen mannen en vrouwen. Zo blijft het moeilijk om op basis van de tijdsbesteding van iemand accuraat te voorspellen in welk gewest hij of zij woont, terwijl het verschillend tijdsbestedingspatroon van mannen en vrouwen wel vrij precieze voorspellingen toelaat.

Voor meer details

* de voornaamste resultaten (format Excel 4.0, 33 KB);
* dit is Belgisch... tijdsbestedingspatronen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel (14 pagina's, formaat Word 6.0/95, 219 KB).

Belangstellenden kunnen de brochure Time use in Belgium - results of the TUS 1999 carried out by Statistics Belgium (enkel beschikbaar in het Engels) gratis bij onze infoshops verkrijgen. In de loop van 2001 verschijnen de volledige resultaten in boekvorm. Hierin worden onder andere regionale verschillen en leeftijdsverschillen behandeld.
Meer methodologische inlichtingen kunnen verkregen worden bij Camille Vanderhoeft (telefoonnummer : +32 2.548.66.44 - faxnummer :
+32 2.548.63.76).