Centrum voor Arbeidsverhoudingen

Ministerie VWS

Wettelijke aanspraak jeugdzorg

Het kabinet heeft op voorstel van staatssecretaris Vliegenthart van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Kalsbeek van Justitie ingestemd met een wetsvoorstel voor de jeugdzorg. Jongeren met problemen, hebben in de toekomst een wettelijk recht op zorg. Voorwaarde is wel dat de behoefte aan zorg objectief en onafhankelijk is vastgesteld door het bureau Jeugdzorg. Hiermee komt het systeem van jeugdzorg meer tegemoet aan de vraag van de client.

De nieuwe Wet op de Jeugdzorg vervangt de huidige Wet op de Jeugdhulpverlening. De wet legt een relatie met twee andere wetten die gaan over hulpverlening aan jongeren: de AWBZ voor jongeren met psychische problemen of met een handicap en de Beginselenwet Justitiele Inrichtingen, voor jongeren die bijvoorbeeld via de kinderrechter met jeugdzorg in aanraking komen. Deze wettelijke systemen blijven qua financiering naast elkaar bestaan.

Het bureau Jeugdzorg wordt in de nieuwe wet de toegangspoort voor zowel de jeugdhulpverlening, als de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, de zorg voor jeugdige verstandelijk gehandicapten en de civielrechtelijke plaatsingen in justitiele jeugdinrichtingen. Jeugdigen met opvoedingsproblemen en hun ouders kunnen bij het Bureau Jeugdzorg terecht. Elke provincie en de grootstedelijke regio's Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden hebben minimaal een Bureau Jeugdzorg. Het Bureau Jeugdzorg beoordeelt op onafhankelijke wijze en stelt vast welke zorg noodzakelijk is. Daarnaast begeleidt het bureau de jeugdigen en de ouders gedurende de hulpverlening. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling is ook onderdeel van het Bureau Jeugdzorg. Tenslotte heeft het bureau Jeugdzorg preventieve taken door bijvoorbeeld deelname aan lokale netwerken ten behoeve van jeugdzorg.

De provincie is verantwoordelijk voor de planning en financiering van het Bureau Jeugdzorg. De provincie moet ook zorgen dat er voldoende en walitatief goede jeugdzorg is voor zover dat onder de nieuwe wet valt. Provincies stellen na overleg met onder andere zorgverzekeraars en gemeenten eenmaal per vier jaar een provinciaal beleidskader jeugdzorg vast. Dit wordt vooraf getoetst door de rijksoverheid op basis van het landelijk beleidskader jeugdzorg. In het wetsvoorstel wordt ook een relatie gelegd tussen de jeugdzorg en het lokale jeugdbeleid waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.