Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

PERSINFORMATIE
Organisatie en capaciteit van gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht reden tot zorg
(9-7-2001)

De diensten Bouw- en Woningtoezicht van gemeenten zijn over het algemeen matig georganiseerd en hebben te weinig capaciteit om al de taken op het gebied van bouwregels goed uit te kunnen voeren. De meeste gemeenten kennen geen actief handhavingsbeleid en voeren hun toezichtstaken passief uit. Dit zijn de belangrijkste conclusies van een onderzoek van de Inspecties volkshuisvesting van het ministerie van VROM dat vorig jaar bij 50 gemeenten is uitgevoerd. Staatssecretaris Remkes van VROM heeft het onderzoeksrapport vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd.

In een begeleidende brief spreekt hij van een "zorgelijk beeld" dat uit deze, maar ook uit vorige, inspectierondes naar voren komt. De constateringen van de inspectie Volkshuisvesting van de afgelopen jaren sporen met het rapport van de commissie Alders over de cafébrand in Volendam. Ook deze commissie pleit voor een betere uitvoering en handhaving van bestaande regelgeving. Het kabinet zal hierover binnenkort met een standpunt komen.

Uit het onderzoek komt verder naar voren dat uit de onderzochte dossiers vaak niet is af te leiden of bij de aanvraag van de bouwvergunning de toets aan het Bouwbesluit wel voldoende is uitgevoerd. Het vastleggen van de behandeling van de aanvraag is vaak gebrekkig, waardoor het niet goed is na te gaan hoe dat proces is verlopen.

Ook blijkt uit het inspectieonderzoek dat in 25% van de gevallen geen rapport van een bodemonderzoek aanwezig is, waar dat wel zou moeten. Bij aanvragen voor een sloopvergunning ontbreekt vaak het vereiste asbest- inventarisatierapport of is dit rapport opgesteld door een niet gecertificeerd bedrijf.

Nacontroles
De conclusies uit dit onderzoek komen in hoofdlijnen overeen met die van de inspectierondes uit 1999 en 1996. Bij de gemeenten die toen zijn onderzocht, zijn eind 2000 en begin dit jaar

zogenoemde nacontroles uitgevoerd. Daaruit bleek dat het merendeel van die gemeenten sinds de eerste inspectie wel degelijk verbeteringen heeft aangebracht bij het bouw- en woningtoezicht. Maar ook bleek dat op een aantal wezenlijke onderdelen de prestaties nog onder de maat bleven. Daarbij gaat het in het bijzonder om toetsing aan het Bouwbesluit, de behandeling van sloopmeldingen, toetsing aan asbest, de handhaving van de kwaliteit van de bestaande voorraad en het toezicht tijdens de bouw. Met gemeenten die nog onvoldoende handhaven zijn vervolgafspraken over verbeteringen gemaakt. Soms kan dat leiden tot een volledig nieuwe inspectie door VROM. Ook de rapportage over de nacontroles is naar de Tweede Kamer gestuurd.

Actieprogramma handhaving
Samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is naar aanleiding van de resultaten van de vorige inspectieronde een Actieprogramma Handhaving Bouwregelgeving opgesteld. Verschillende onderdelen van dat programma zijn inmiddels uitgevoerd. De VNG heeft samen met VROM een Handreiking Bouw- en Woningtoezicht uitgebracht. Ook zijn er begin dit jaar regionale bijeenkomsten geweest waar het belang van een goed bouw- en woningtoezicht nog eens werd onderstreept. De opkomst op deze bijeenkomsten was groot.

Aan de verdere uitwerking van de acties uit het Actieprogramma wordt thans gewerkt; dat geldt ook voor de maatregelen uit de nota Mensen, wensen, wonen met het doel de handhaving van bouwregels te verbeteren.

Juli

(campagne)
Nota NMP4