Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=418257



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Azië en Oceanië Afdeling Oost-Azië Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 16 Juli 2001 Behandeld R.E.van Gelder
Kenmerk DAO- 0731.01 Telefoon (070) 348 4218
Blad 1/3 Fax (070) 348 5323
Betreft Vragen van de leden Cörüz en Verhagen over de dood van 17 leden van de Falun Gong beweging. E-mail re-van.gelder@minbuza.nl

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer van 5 juli 2001, kenmerk 200113260, waarbij gevoegd waren de door de leden Cörüz en Verhagen overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U, in bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Cörüz en Verhagen

Vraag 1

Kent u het bericht dat in Noord-China 17 leden van de Falun Gong beweging blijkbaar op 20 juni jongstleden dood zijn aangetroffen?

Antwoord

Ik ben bekend met berichten over het overlijden van Falun Gong aanhangers op 20 juni jongstleden in het Wanjia werkkamp bij de stad Harbin, in de provincie Heilongjiang. Er zijn tegenstrijdige berichten over het aantal doden en wat er feitelijk is gebeurd. Het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigde het voorval op 5 juli jongstleden in een persverklaring. Daarin werd melding gemaakt over de zelfmoordpoging van 11 vrouwelijke aanhangers van de Falun Gong beweging, waarvan 3 pogingen met dodelijke afloop. Volgens een aantal mensenrechtenorganisaties en de Falun Gong-beweging zijn de doden het gevolg van gewelddadigheden in het Wanjia werkkamp. Tevens spreken deze bronnen van een hoger aantal doden.

Vraag 2

Is het waar dat 50.000 leden van de Falun Gong beweging gevangen worden gehouden in een strafgevangenis?

Antwoord

Het is mij bekend dat de Chinese overheid sinds het verbod op de Falun Gong beweging in 1999 vele duizenden aanhangers heeft gearresteerd en heeft geplaatst in werkkampen. Mensenrechtenorganisaties berichten over 10.000 tot 50.000 gevangen Falun Gong aanhangers. De Chinese overheid geeft hierover geen cijfers vrij, waardoor het exacte aantal gevangennemingen moeilijk kan worden vastgesteld.

Vraag 3

Is de regering bereid nader onderzoek te doen naar deze gebeurtenissen dan wel nadere informatie in te winnen over deze kwesties?

Antwoord

De regering volgt nauwlettend de mensenrechtensituatie in China, ook als het om Falun Gong aanhangers gaat. Het incident in het Wanjia werkkamp heeft in hoge mate de aandacht getrokken, mede door de tegenstrijdige berichtgevingen over marteling van Falun Gong aanhangers. Het blijkt in de praktijk bijzonder moeilijk om de werkelijke gang van zaken vast te stellen. Dit geldt zowel voor de gebeurtenis in het Wanjia werkkamp als voor het aantal gevangen Falun Gong aanhangers.

Vraag 4

Op welke wijze zal de kwestie Falun Gong in Europees verband en in bilaterale contacten tussen Nederland en China aan de orde worden gesteld?

Antwoord

De behandeling van individuele Falun Gong aanhangers is in de Raadsconclusies dd. 22 januari 2001 over de mensenrechtendialoog specifiek opgenomen als onderdeel van de EU-dialoog. De EU verwacht op dit punt vooruitgang van de Chinese regering. De berichten over marteling en geweld tegen Falun Gong aanhangers zullen dan ook zeker aan de orde worden gesteld in de komende dialoogronde van dit najaar, onder Belgisch voorzitterschap.

China wordt in de dialoog opgeroepen de vrijheid van meningsuiting, vergadering en godsdienst of overtuiging te respecteren van al haar burgers, dus ook van de Falun Gong aanhangers. Behalve via de EU-China mensenrechtendialoog heeft de Nederlandse regering de grote zorg over de mensenrechtensituatie, waaronder de behandeling van Falun Gong leden, ook via bilaterale kanalen nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de Chinese autoriteiten.

===