CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 24
Datum: 16 juli 2001
Inlichtingen bij: Esther Mot (CPB, tel: 070 - 3383323), Jacqueline
Timmerhuis (CPB, tel. 070 - 3383 477), of bij Edwin van Gameren (SCP,
tel: 070 - 3407931)
Raming planbureaus: volumegroei gezondheidszorg 2,5% per jaar in volgende
kabinetsperiode
Bij voortzetting van het huidige beleid groeit de gezondheidszorg in
de komende kabinetsperiode naar verwachting jaarlijks met 2,5% in
volume als gevolg van een toenemend gebruik van zorgvoorzieningen. Van
deze 2,5% is 1,1% het gevolg van bevolkingsgroei en vergrijzing. Op
basis van een macro-analyse wordt uitgegaan van een additionele
volumegroei als gevolg van technologie en sociaal-culturele
veranderingen van 1,4%.
De toename van het volume is het sterkst bij genees- en hulpmiddelen
(6,3%), ziekenhuizen en specialisten (2,4%) en bij de thuiszorg
(2,2%). Door de invloed van medisch-technologische ontwikkelingen doen
de hoogste groeipercentages zich voor in de curatieve zorg ('cure': op
genezing gerichte zorg, tegenover 'care': verzorging). Ondanks de
vergrijzing neemt de vraag naar het wonen in verzorgingshuizen niet
toe. Dit heeft te maken met het hogere opleidingsniveau en de grotere
wens tot zelfstandigheid van ouderen.
Dit zijn enkele uitkomsten van een gezamenlijk onderzoek van het
Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau
(SCP), waaraan ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) heeft meegewerkt. Dit onderzoek is vandaag verschenen als CPB
Document 7 'Een scenario voor de zorguitgaven 2003-2006'.
De berekeningen sluiten aan bij de algemene uitgangspunten van de
eerder verschenen studies 'Het Nederlands groeipotentieel op
middellange termijn' (CPB Document 1) en 'Boekhoudkundige berekening
budgettaire ruimte 2003-2006' (CPB Document 3). De besluitvorming uit
de Voorjaarsnota 2001 over de reductie van bestaande wachtlijsten en
over het aanpakken van arbeidsmarktknelpunten in de zorg is in het
scenario verwerkt.
Naast ramingen voor de volumegroei in de gezondheidszorg bevat de
studie ook ramingen voor de totale groei van uitgaven voor
gezondheidszorg. Naar verwachting nemen de zorguitgaven in de komende
kabinetsperiode jaarlijks toe met 5,9%. Hiervan is 3,3% toe te
schrijven aan prijsstijgingen en 2,5% aan het hierboven genoemde
toenemend gebruik van zorgvoorzieningen.
Het doel van de studie is drieledig. In de eerste plaats willen de
planbureaus inzicht geven in te verwachten ontwikkelingen bij
ongewijzigd beleid. Een tweede doelstelling is het aangeven van
belangrijke onzekerheden en de gevolgen daarvan. Daarnaast wil de
studie mogelijke knelpunten signaleren.
De raming van de toekomstige uitgaven rust op twee belangrijke
uitgangspunten.
Het eerste uitgangspunt bij het scenario is dat de overheid de groei
van de zorguitgaven niet vanuit financiële overwegingen begrenst. De
geraamde groei is gebaseerd op:
* Ontwikkelingen in de vraag naar zorgvoorzieningen onder invloed
van bevolkingsgroei, vergrijzing en sociaal-culturele
veranderingen zoals een stijgend aantal alleenstaanden en het
toenemend opleidingsniveau van ouderen;
* Ontwikkelingen in het aanbod van zorg; hierbij gaan de planbureaus
ervan uit dat het aanbod de vraag zoveel mogelijk volgt, tenzij er
sprake is van aanbodrestricties die niet op afzienbare termijn op
te lossen zijn zoals bij vrije beroepsbeoefenaren. Met andere
woorden: het ontbreken van puur financiële restricties wil niet
altijd zeggen dat er ook voldoende aanbod van zorg is. Zo moet
bijvoorbeeld rekening worden gehouden met een tekort aan
huisartsen.
* Inzichten over de invloed van technologie: de toename van het
gebruik van zorg als gevolg van medisch-technologische
ontwikkelingen hangt vooral samen met de toelating van nieuwe
geneesmiddelen en behandelmethoden tot het verzekerde pakket.
Het tweede uitgangspunt is de aanname van ongewijzigd beleid. Er zijn
geen politieke keuzen over de zorguitgaven gemaakt, zoals de keuze om
een hogere welvaartsgroei tot uitdrukking te laten komen in hogere
zorguitgaven. De invoering van de basisverzekering is buiten
beschouwing gebleven omdat deze pas in 2005 plaatsvindt en de
besluitvorming over met name de financiering ervan nog niet is
afgerond.
Er zijn flinke verschillen in de verwachte groeicijfers voor de
diverse sectoren binnen de gezondheidszorg. De belangrijkste oorzaken
zijn:
* een relatief sterke doorwerking van technologische vernieuwing in
de sectoren ziekenhuizen, geneesmiddelen en hulpmiddelen ten
opzichte van andere sectoren;
* sociaal-culturele trends spelen vooral een rol bij
verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg
en minder in andere sectoren;
* aanbodrestricties, vooral bij vrije beroepsbeoefenaren
(huisartsen, tandartsen).
Naast de aanbodrestricties bij vooral huisartsen en tandartsen
signaleert het rapport nog een aantal mogelijke knelpunten op de
arbeidsmarkt. De vereiste groei van het arbeidsvolume in vooral de
ziekenhuizen en de thuiszorg overtreft de verwachte groei van de
totale werkgelegenheid. Het gaat hierbij echter niet om absolute
aanbodrestricties maar om tekorten die met extra inspanningen op
arbeidsmarktgebied in beginsel kunnen worden opgeheven. De planbureaus
gaan er in de scenarioberekeningen van uit dat de benodigde extra
arbeidskrachten beschikbaar zullen komen. Als dit door spanningen op
de arbeidsmarkt niet lukt, dan zal de geraamde volumegroei in
arbeidsintensieve sectoren van de zorg niet worden gehaald.
Omdat de doorwerking van nieuwe technologie een belangrijke
groeibepalende factor is, zijn twee technische varianten op het
basisscenario doorgerekend, één met een sterkere en één met een minder
sterke technologische ontwikkeling. Technologische vernieuwing is voor
een deel arbeidsbesparend, voor een deel is juist meer arbeid nodig
omdat meer behandelingen worden ingezet. Om die reden zijn de gevolgen
van een sterkere technologische ontwikkeling voor de gesignaleerde
knelpunten op de arbeidsmarkt beperkt.
Tenslotte presenteert de studie een aantal beleids- en marktvarianten.
Bij de beleidsvarianten gaat het over de invoering van een algemeen
eigen risico; tariefharmonisatie bij huisartsen; het minder beheersen
van de prijs van nieuwe geneesmiddelen; en wijziging in nacalculatie-
en vereveningspercentages in het budgetsysteem voor ziekenfondsen. De
marktvarianten spitsen zich vooral toe op de verzekeringsmarkt: de
gevolgen van een grotere gevoeligheid van de consument voor
premieverschillen respectievelijk van een afname van het aantal
ziekenfondsen.
CPB Document 7, Een scenario voor de zorguitgaven 2003-2006, is te
bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefoon: 070-3383425
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: NLG 20,-
De volledige publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-file.
| Top | Home | Search | Sitemap |