Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

16 juli 2001 Nr. 01/139

Aanpak werkloosheid allochtonen succesvol

Het minderheden-convenant dat minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Van Boxtel voor Grote Steden- en Integratiebeleid april vorig jaar met MKB-Nederland hebben gesloten om allochtonen aan het werk te helpen in het midden- en kleinbedrijf, is succesvol.

Dit blijkt uit een onderzoek, uitgevoerd door het bureau 'Regioplan Onderzoek Advies en Informatie BV', dat aan de Tweede Kamer is aangeboden. In de periode 1 mei 2000 - 1 mei 2001 zijn dankzij het convenant 19.237 werkzoekenden aan werk geholpen. Daarvan is ruim 80 procent (15.534) afkomstig uit etnische minderheidsgroepen. Het succesvolle resultaat is mogelijk gemaakt doordat MKB-Nederland in het kader van het convenant 30.000 vacatures heeft aangemeld en samen met Arbeidsvoorziening intensief betrokken is geweest bij de uitwerking. Volgens minister Vermeend is de aanpak via dit convenant de juiste methode om op een effectieve wijze allochtonen aan de slag te helpen.

Het convenant is inmiddels verlengd tot eind dit jaar. MKB-Nederland zegde afgelopen voorjaar toe tot het einde van het jaar nog eens 13.000 nieuwe vacatures te zullen aanmelden voor werkzoekenden van allochtone afkomst. Minister Vermeend schrijft aan de Kamer dat hij ook na 2001 door wil gaan met deze manier van arbeidsbemiddeling en deze wil opnemen in de reguliere werkwijze van de Centra voor Werk en Inkomen die straks het werk van de arbeidsbureaus gaan overnemen.

Uit de reacties van de convenantspartijen komt een grote tevredenheid over de werking van het convenant naar voren. Bijna de helft van de allochtonen geeft in de evaluatie aan dat zij deze baan nooit zonder tussenkomst van het arbeidsbureau zouden hebben gekregen. Ook de groep waarvoor de bemiddelingsinspanningen in eerste instantie niet tot werk heeft geleid, is redelijk tevreden over het arbeidsbureau. Uit het onderzoek blijkt ook dat als gevolg van de intensieve aanpak dat allochtonen steeds meer zelfvertrouwen opbouwen en initiatief tonen.

Wel blijken, aldus de onderzoekers, de in het convenant geuite verwachtingen over het aantal min of meer direct bemiddelbare allochtonen achteraf te hoog. Door onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal en een te geringe vooropleiding was een deel van deze groep niet onmiddellijk plaatsbaar. Ook blijkt er sprake te zijn van een zekere terughoudendheid bij sommige werkgevers voor het aannemen van etnische minderheden. Zo laat de evaluatie zien dat veel bedrijven via het convenant voor het eerst met het allochtone arbeidsaanbod zijn geconfronteerd. Via de reguliere werving blijft deze groep vaak onzichtbaar. Wervingsstrategieën van werkgevers en zoekkanalen van allochtonen blijken dus niet altijd goed op elkaar aan te sluiten. Dit complex aan factoren heeft de achterstandspositie van etnische minderheden in Nederland in belangrijke mate bepaald, aldus de evaluatie.


-------------------------------------------------------------------------------------------------- De volledige tekst van brief staat op de internetsite van het ministerie van SZW: www.minszw.nl (klikken op "Officiële publicaties" in de linker knoppenbalk).

Samenvatting