http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=418339
Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Westelijk Halfrond Bureau Zuid Amerika Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Datum 16 juli 2001 Auteur H.A.R. Ambrosius
Kenmerk DWH/ZM-106/001 Telefoon 3485242
Blad /1 Fax 3485748
Bijlage(n) 1 E-mail har.ambrosius@minbuza.nl
Betreft Reactie op het verslag van het bezoek van het lid Apostolou aan Colombia, februari/maart 2001
C.c. -
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Commissie d.d. 18 april 2001 kernmerk 2001/36, waarbij gevoegd was het verslag van het lid Apostolou van de reis die hij februari/maart 2001 in Colombia maakte, doe ik u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, een reactie daarop toekomen.
De beleidsnotitie Latijns-Amerika gaat u separaat toe.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Reactie n.a.v. het verslag van het bezoek van Kamerlid Apostolou aan
Colombia
Algemeen
In het verslag van het bezoek dat de heer Apostolou van 23 februari tot 10
maart 2001 heeft afgelegd aan Colombia op uitnodiging van Pax Christi en de
Diocees van Apartado wordt de noodzaak benadrukt dat de internationale
gemeenschap het vredesproces in Colombia met kracht steunt, omdat zich daar
een tragedie van grote omvang begint af te tekenen. De heer Apostolou
onderschrijft het afwijzende standpunt van de EU ten opzichte van de
militaire component van het Plan Colombia. In het veld heeft hij de
negatieve aspecten kunnen waarnemen van het uit de lucht besproeien van
illegale gewassen. Deze aanpak is schadelijk voor het milieu vernietigt ook
legale gewassen en drijft de verbouw verder het oerwoud in en marginaliseert
de kleine boeren nog meer. Samenwerking van het leger met de paramilitairen
wordt door de observaties van de opsteller bevestigd.
Het verslag signaleert mensenrechtenschendingen door FARC, ELN en Paramilitairen. De gevolgen van deze excessen, in de vorm van bijna twee miljoen interne vluchtelingen, vereisen internationale aandacht.
Opsteller wijst erop dat de beste cocabestrijding zou zijn het voor langere tijd garanderen van hogere koffieprijzen. Met dergelijke niet markt-conforme mechanismes is slechte ervaring opgedaan. Ik wijs op het faillissement van 30 jaar lang internationaal grondstoffenbeleid. Overigens steunt Nederland wel de International Task Force on Commodity Risk Management in Developing Countries van de Wereldbank. Ook wijs ik er op dat veel produkten van de Andeslanden al een voorkeursbehandeling krijgen bij uitvoer naar de VS (Andean Trade Preference Act) en Europa (Drugsregime binnen de APS).
Opsteller concludeert dat Nederland een taak heeft te vervullen in de internationale drugsbestrijding. Ik ben het hiermee eens en wijs op de mede door ons land geïnitieerde onderhandelingen over maritieme samenwerking in de Cariben. Nederland en Costa Rica zullen in november 2001 te Costa Rica een internationale conferentie voorzitten gericht op de bevordering van de maritieme samenwerking in het Caribisch gebied. Ook wijs ik op het verdrag aangaande de Forward Operating Locations (FOL's) op Curacao en Aruba. Daarnaast speelt Nederland een niet onaanzienlijke rol in het tot stand komen van algemene internationale overeenkomsten inzake, zoals m.b.t. een wet op ongebruikelijke transacties. Nederland houdt zich aan stricte toepassing van deze wet, meer dan van vele andere landen kan worden gezegd.
Specifiek commentaar op de conclusies en aanbevelingen.
Ad 1.
De constatering dat het te betreuren is dat de EU en de VS niet gezamenlijk
operen in het vredesproces is juist. Men moet zich echter wel realiseren dat
de VS met de lancering van het Plan Colombia samen met de Colombiaanse
regering de EU voor een fait accompli heeft gesteld. Op de bijeenkomst van
de internationale steungroep voor Colombia in Brussel op 30 april j.l., waar
de EU, de VS, internationale organisaties en NGO's en vele landen uit de
regio aanwezig waren, zijn voldoende financiële middelen toegezegd om de
sociale component van het vredesproces te kunnen financieren. Bij de
haperende samenwerking tussen de EU en de VS inzake Colombia is tijdens de
recente bilaterale consultaties inzake het Westelijk Halfrond tussen
Nederland met België, dat op 1 juli a.s. het voorzitterschap van de EU
overneemt, uitvoerig stilgestaan. Het Belgisch voorzitterschap is voornemens
de dialoog tussen de VS en de EU inzake Colombia met kracht te stimuleren.
Ad 2.
Colombia krijgt speciale aandacht in het Nederlands buitenlands beleid,
gezien de combinatie van intern conflict, drugs en naburige gebiedsdelen van
het Koninkrijk. Hierbij wordt tevens de zorg voor stabiliteit en vrede in de
Andes regio betrokken. De suggestie in het rapport om deze aandacht te
benadrukken met bezoeken op politiek niveau, wordt onderschreven, maar mijn
agendaverplichtingen staan dat vooralsnog niet toe.
Ad 3.
De suggestie om de betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij het
vredesproces te verhogen door bezoeken van Euro (en Nederlandse)
parlementsleden en vertegenwoordigers van NGO's wordt onderschreven.
Nederland zal bij de Europese Unie aandringen op meer aandacht voor de
problemen in Colombia en voor meer steun bij de mogelijke oplossingen
daarvoor.
Ad 4.
In EU-verband zijn mensenrechtenschendingen in Colombia scherp veroordeeld.
Ook tijdens de laatste zitting van de VN-mensenrechtencommissie in Geneve is
dit gebeurd in een door de EU geïnitieerde Voorzittersverklaring. In
bilaterale contacten tussen Nederland en de Colombiaanse regering wordt deze
kwestie eveneens veelvuldig besproken. Van 30 mei tot 2 juni jl. heeft onze
mensenrechtenambassadeur een bezoek aan Colombia gebracht, waarbij
uitgebreid is gesproken met regeringsinstanties en met organisaties in het
maatschappelijk middenveld. Zij heeft er daarbij geen twijfel over laten
bestaan dat Nederland de schendingen van mensenrechten door
guerillagroeperingen (ELN en vooral FARC) even resoluut afwijst als die
bedreven door paramilitairen, leger en politie. Voorts worden
mensenrechtenschendingen aan de kaak gesteld in informele gesprekken, die
incidenteel plaatsvinden tussen medewerkers van de regiodirectie en
vertegenwoordigers van de FARC en aanverwante organisaties.
Ad 5.
De Vredesbeweging in Colombia wordt door Nederland ruim gesteund. De
Nederlandse ambassade heeft in het kader van het programma Mensenrechten,
Vredesopbouw en Goed Bestuur de beschikking over ongeveer Nlg drie miljoen
per jaar. Hieruit worden ook activiteiten van de Vredesbeweging
gefinancierd. Zo vond in mei een Workshop Straffeloosheid plaats. Daarnaast
onderhoudt de Ambassade intensief contacten met Colombiaanse en Nederlandse
NGO's.
Ad 6.
De Europese Commissie is doende een omvangrijk integraal
ontwikkelingsprogramma in de oorlogsstreek Medio Magdalena te steunen. Ook
bilateraal zal Nederland alternatieve plannen voor sociaal-economische
ontwikkeling in het kader van het vredesproces ondersteunen. Het dit jaar
aanzienlijk uitgebreide Milieuprogramma zal daartoe programma's financiëren
die duurzame productiemethoden bevorderen in streken waar veel illegale
gewassen worden gecultiveerd. Het dit jaar eveneens uitgebreide
Mensenrechten/Vredesopbouw/Goed Bestuur programma steunt activiteiten op het
gebied van democratisering en institutionalisering.
Ad 7.
Colombia heeft bijna 2 miljoen Internally Displaced Persons (IDP's). In
Colombia verleent ook de UNHCR steun aan IDP's en de Nederlandse hulp
geschiedt voor een goed deel via de UNHCR. Daarnaast wordt het Rode Kruis
gefinanciëerd voor een opvangprogramma voor vluchtelingen, evenals de RK
Diocese in Barrancabermeja en nog enkele ander NGO's. Bijna alle Nederlandse
MFO's steunen in Colombia partnerorganisaties, die werkzaam zijn op dit
gebied.
Ad 8.
In de slotverklaring van de bijeenkomst in Brussel inzake Colombia, die op
30 april j.l. plaatsvond, staat vermeld dat de bijeenkomsten in Madrid,
Bogota en Brussel $1,3 miljard aan committeringen van de internationale
gemeenschap aan het vredesproces hebben opgeleverd. Dit is inclusief de
bijdragen van de Europese Unie.
Ad 9.
Binnen het Nederlandse programma Mensenrechten, Vredesopbouw en Goed Bestuur
wordt ruime aandacht geschonken aan de bestrijding van straffeloosheid. De
mensenrechtecommissie van de vice-president ontvangt steun d.m.v.
financiering voor speciale training van Openbare Aanklagers. Ook worden
enkele NGO's, die actief zijn op dit gebied, gesteund.
Ad 10.
Vide punt 7.
Ad 11.
Zowel in EU-verband als bilateraal heeft Nederland altijd het Plan Colombia
afgewezen vanwege de nadruk hierin op de militaire component. Geforceerde
besproeiïng van illegale gewassen leidt niet tot de noodzakelijke
medewerking van de boerenbevolking. In dit verband moet er op worden
gewezen, dat volgens informatie van de UNDCP inmiddels meer dan 50% van de
coca-produktie op industriele velden, d.w.z. op akkers van meer dan drie ha,
zou plaatsvinden. Volgens dezelfde bron zou de totale productie van
cocabladeren, de grondstof voor cocaïne, in Colombia ondanks de
besproeiïngen niet zijn afgenomen. Dit komt overeen met de waarneming van de
heer Apostolou.
Ad 12.
Glyfosaat is een bestrijdingsmiddel dat algemeen in de landbouw wordt
gebruikt. De negatieve effecten hiervan zijn onderzocht en bekend. De
besproeiïng met glyfosaat vanuit vliegtuigen, die uit
veiligheidsoverwegingen niet al te laag kunnen vliegen, vereist toevoeging
van andere stoffen. De effecten hiervan zijn echter nog nauwelijks
onderzocht. Het is zeer de vraag of de bereikte resultaten het gebruik van
dergelijke methoden en middelen rechtvaardigen.
Ad 13.
Chemicaliën die nodig zijn voor de produktie van illegale drugs, zgn.
precursoren, worden door vele geïndustrialiseerde landen geëxporteerd. Het
gaat hierbij om stoffen die ook voor verwerkingsprocessen van legale
produkten worden aangewend. In de EU-werkgroep drugshandel (derde pijler),
en de ECD wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de handelsstromen van deze
chemicalien. De Organization for Drugs Control and Crime Prevention (ODCCP)
en de International Narcotics Control Board (INCB) hebben lijsten opgesteld
van landen waar mogelijk illegale drugs worden geproduceerd en van
chemicaliën die mogelijk illegaal worden aangewend. Voor dergelijke
transacties is een exportvergunning vereist is, die verleend wordt indien
het importerende land niet afwijzend reageert binnen een periode van 30
dagen. Ook wijs ik erop dat de laatste jaren de efficiëntie van de
Nederlandse douane-controle is toegenomen.
Ad 14.
Nederland neemt in verschillende internationale fora, zoals het door UNDCP
geleide committee on Narcotic Drugs (CND), deel aan de discussie over de
bestrijding van de drugscriminaliteit. In dit verband verdient vermelding
het inmiddels reguliere EU/Latijns-Amerika/Cariben-overleg inzake
drugsvraagstukken, waarvan de laatste bijeenkomst plaatsvond op 11-12 juni
te Cochabamba in Bolivia. De prioriteiten die werden vastgesteld zijn:
vraagreductie, bestrijden van witwaspraktijken en maritieme samenwerking. De
bedoeling van dit overleg is vast te stellen waar actie en coördinatie is
geboden in de gezamenlijke strijd tegen illegale drugs.
Ad 15.
Het FOL verdrag richt zich op bestrijding van transporten van illegale
drugs. Het verdrag is, zoals door de heer Apostolou gevraagd, in
overeenstemming met het Nederlandse beleid om transporten van illegale drugs
te bestrijden. Op 28 mei jl. Keurde de Tweede Kamer het verdrag goed; het
verdrag zal op korte termijn door de Eerste Kamer worden behandeld.
Kenmerk DWH/ZM-106/001
Blad /1
===