Provincie Utrecht

Persbericht
995320800

Provincie stelt tijdelijk beleid voor windturbines vast

Gedeputeerde staten hebben beleidsregels vastgesteld voor de plaatsing van windmolens in de provincie Utrecht. Het gaat om tijdelijk beleid, dat vooruitloopt op het nieuwe provinciale streekplan. Het huidige streekplan biedt te weinig mogelijkheden voor windturbines. Met het interim-beleid komt het provinciebestuur tegemoet aan de wensen van gemeenten en maatschappelijke organisaties, die graag windturbines willen plaatsen. Windenergie is schone en duurzame energie. Het draagt bij aan de vermindering van de uitstoot van het broeikasgas CO2. Het provinciale energiebeleid gaat er vanuit dat in het jaar 2010 minstens 50 MegaWatt stroom binnen de provincie wordt opgewekt door windmolens.

De beleidsregels hebben dit voorjaar ter inzage gelegen. Er zijn onder andere reacties binnengekomen van gemeenten, energiebedrijf REMU, de inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening. Ook verschillende belangenorganisaties hebben gereageerd. Naar aanleiding van de reacties heeft de provincie de regels op een paar punten aangepast. Volgens gedeputeerde Rombouts vonden een aantal gemeenten dat de regels te veel ruimte laten voor de plaatsing van windmolens op plekken die ze daarvoor niet geschikt achten, bijvoorbeeld in open landschappen. Hij is het daarmee niet eens: "We hebben heel duidelijk aangegeven op welke plekken we beslist geen windturbines willen. Maar dat betekent niet dat we op alle andere plekken windturbines zonder meer aanvaardbaar vinden", benadrukt Rombouts. "Daarvoor moeten we eerst een nader onderzoek doen. Daar gaan we binnenkort mee beginnen. Op dit moment kunnen we dus nog niet precies zeggen waar plaatsing mogelijk is en waar niet. Dat zal in het nieuwe streekplan wel duidelijk zijn. Tot die tijd zullen we per geval moeten beoordelen of de plaatsing van windmolens aanvaardbaar is, op basis van de uitgangspunten die we daarvoor nu vastgesteld hebben."
De provincie wil zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande lijnen in het landschap, zoals (water)wegen en spoorlijnen, of in kleine clusters bij stedelijke functies. Dit om het karakter van het landschap niet te verstoren, maar zo mogelijk te versterken. Om die reden spreekt de provincie een voorkeur uit voor lijnopstellingen van minimaal 3 turbines langs grote infrastructurele elementen. De landschappelijke inpasbaarheid en de verhoudingen in het landschap zijn graadmeters om te bezien of de turbines het landschap mogelijk aantasten. In ieder geval zijn waardevolle natuurgebieden uitgesloten van plaatsing, evenals de cultuurhistorische elementen in het landschap en vogelgebieden op basis van de Europese richtlijnen. Belangrijk is ook dat de windturbines geen geluidhinder veroorzaken voor omwonenden, of hinder van de schaduw van de wieken of de reflectie van de zon daarop.
Verruiming
In andere reacties werd juist aangedrongen op verruiming van de plaatsingsmogelijkheden, onder meer bij boerderijen en langs provinciale wegen. Ook werd gevraagd om soepeler om te gaan met initiatieven voor windturbines die een vermogen van minder dan n MegaWatt hebben. Het provinciebestuur laat weten vooralsnog vast te houden aan de ondergrens van n MegaWatt, maar is eventueel wel bereid voor concrete locaties te overwegen of kleinere windmolens acceptabel zijn. De plaatsing van solitaire windmolens in het buitengebied is volgens het huidige streekplan al toegestaan bij bebouwing (boerderijen, woningen en bedrijven), zolang er energie wordt opgewekt voor eigen behoefte.
Vanaf augustus zal in nauw overleg met gemeenten en maatschappelijke organisaties een locatie-onderzoek worden uitgevoerd, dat voorkeurslocaties of stimuleringsgebieden in de provincie moet opleveren. Uiteindelijk wordt het beleid dan opgenomen in het nieuwe streekplan, dat naar verwachting eind 2003 in werking zal treden.

Voor meer informatie over dit bericht kunt u zich wenden tot Karin Obdeijn, 030 - 258 2192 of per e-mail:
karin.obdeijn@provincie-utrecht.nl .