Provincie Utrecht

Persbericht
997135200

Provincie vraagt aandacht Tweede Kamer voor geluidhinder Schiphol

Gedeputeerde staten vragen in een brief aan de Tweede Kamer om bij de wijziging van de Luchtvaartwet meer rekening te houden met de geluidhinder in gebieden die verder weg van Schiphol liggen. De Tweede Kamer behandelt in september de voorstellen van minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat voor wijziging van de wet. De provincie heeft de minister bij herhaling laten weten dat ze het niet eens is met het voornemen om de luchtruimstructuur rond Schiphol te wijzigen.

In 1999 kondigde minister Netelenbos aan dat ze het luchtruim boven vliegbasis Soesterberg wilde vrijgeven voor de burgerluchtvaart. Door het huidige naderingsgebied ten zuidoosten van Schiphol te vergroten wil ze de groei van de luchthaven mogelijk maken. Als gevolg daarvan zullen de vliegtuigen van en naar Schiphol over een groter deel van Utrecht lager overvliegen dan nu het geval is. De geluidhinder in de provincie Utrecht zal hierdoor behoorlijk toenemen. Uit het jaarverslag over 2000 van de Commissie Geluidhinder Schiphol blijkt dat het aantal klagers uit de provincie Utrecht het afgelopen jaar met 10% is gestegen ten opzichte van 1999.
Dit is volgens gedeputeerde staten een duidelijk signaal dat de geluiddeken die zich boven de provincie bevindt toeneemt. Milieugedeputeerde Rombouts: "Het kabinet heeft in 1999 aangegeven dat de groei van de luchthaven niet tot meer geluidgehinderden mag leiden. Daarbij is echter niets gezegd over de gebieden die verder van de luchthaven liggen, buiten de zogenaamde 20 KE lijn. Het mag niet zo zijn dat dit een vrijbrief is om de hinder te verplaatsen en verspreiden over de verder weg gelegen gebieden."

Minimale vlieghoogte
In de voorstellen van de minister wordt nog steeds uitgegaan van een minimale vlieghoogte van 3000 voet (1 kilometer) voor aanvliegend verkeer. Dat vinden gedeputeerde staten merkwaardig, omdat de Tweede Kamer daarover vorige zomer een motie heeft aangenomen, de motie Stellingwerf. Daarin verzoekt ze de minister een minimale vlieghoogte voor te schrijven van 3000 voet voor vliegverkeer dat op meer dan 20 kilometer van Schiphol verwijderd is. Vliegtuigen verder dan 40 kilometer van de luchthaven moeten een vlieghoogte van minstens 6000 voet (2 kilometer) aanhouden. Een groot deel van het extra luchtruim boven Utrecht dat beschikbaar komt, ligt verder dan 40 kilometer van Schiphol. Gedeputeerde staten menen dat de motie Stellingwerf bescherming biedt tegen een verdere verspreiding van de hinder van de luchthaven. Ze schrijven er dan ook van uit te gaan dat de minimale vlieghoogtes die in de motie Stellingwerf worden genoemd in acht worden genomen.

De provincie dringt bij de Tweede Kamer verder aan op uitbreiding van de meetpunten voor vliegtuiggeluid tot in de ruime omgeving van de luchthaven. Ze verwijst daarbij naar het recente advies van een commissie van deskundigen (onder leiding van professor Berkhout). Die constateerde dat alleen met een uitgebreid netwerk van meetpunten de gevolgen van de groei van Schiphol kunnen worden vastgesteld en in de hand gehouden.
Gedeputeerde staten vinden overigens dat niet alleen bij het vaststellen van geluidnormen rekening gehouden moet worden met de verder weg gelegen gebieden. Ze willen dat de invloed van Schiphol op grotere afstand ook wordt betrokken bij het bepalen van grenzen voor de luchtvervuiling, CO2 en veiligheidsrisico's.

Commissie Geluidhinder
Tot slot vragen gedeputeerde staten aandacht voor de positie van de Commissie Geluidhinder Schiphol. Gezien het aantal klachten uit Utrecht is het noodzakelijk, zo schrijven ze, dat de provincie Utrecht structureel betrokken wordt bij het overleg met de luchtvaartsector. Ze zijn dan ook verheugd dat voortaan ook belanghebbenden uit verder weg gelegen streken deel kunnen nemen aan de commissie. Gedeputeerde staten vinden dat in de nieuwe Luchtvaartwet vastgelegd moet worden wat het doel van de commissie is. Die moet niet alleen maar overleg voeren, de deelnemers moeten volgens het provinciebestuur ook afspraken kunnen maken die leiden tot vermindering van hinder en tot verbetering van de leefbaarheid.

Met de brief aan de Tweede Kamer geven gedeputeerde staten uitvoering aan een motie die provinciale staten op 25 juni hebben aangenomen over de geluidhinder van Schiphol.

Voor meer informatie over dit bericht kunt u zich wenden tot Karin Obdeijn, 030 - 258 2192 of per e-mail:
karin.obdeijn@provincie-utrecht.nl .