Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kamervragen over een beschikking van de JBZ-raad met betrekking tot de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties.


Een parlementair stuk bij het onderwerp Brandweer en Rampenbestrijding
16 juli 2001
Op 7 juni stelden de leden van de vaste kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vragen over een beschikking van de Raad van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-raad). Deze beschikking had betrekking op de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties. De vragen zijn op 16 juli beantwoord.
Vraag 1
Wat is de planning van de Europese Commissie ten aanzien van de voorstellen met betrekking tot de coördinatie civiele bescherming? Wanneer kunnen de eerste assesmentteams worden verwacht? Wanneer gaat hun trainingsprogramma van start?
Antwoord
Het voorstel met betrekking tot de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties is aangenomen door de JBZ-raad op 28 en 29 mei 2001. Wel maakten Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk nog het voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Op 14 juni 2001 is het voorstel voorgelegd aan het Europees Parlement (EP). De bedoeling is de herziene versie van het voorstel als A-punt in een volgende JBZ-Raad te behandelen.De commissie zal de lidstaten binnen enkele maanden voorstellen doen om implementatie van het mechanisme mogelijk te maken. Deze voorstellen hebben betrekking op ondersteuning van de lidstaten bij o.a. het opzetten van evaluatie- en coördinatieteams, het ontwerpen van de trainingsprogrammas, het opzetten van een informatie- en monitoringcentrum en het voorbereiden van de gezamenlijke regels voor interventie-acties. Hiervoor zal de commissie de lidstaten vragen om nationale experts beschikbaar te stellen. Vraag 2
Wanneer wordt de Nederlandse bijdrage in de vorm van een interventieteam verwacht? Wat zal deze bijdrage voor Nederland financieel inhouden?
Antwoord
De Commissie streeft ernaar de voorzieningen van het Besluit toe te passen vanaf 1 januari 2002. Bij de voorbereiding van het voorstel zal een inventarisatie van bijstandsteams per lidstaat gemaakt worden. Zoals reeds in mijn brief dd 7 mei j.l. (EB2001/59587, m.b.t. Kamerstukken II, 2000-2001, 22 112, nr 180) staat vermeld, zal het nog op te zetten internationale bijstandteam zoveel mogelijk aansluiting zoeken met het mechanisme en worden aangeboden ten behoeve van het mechanisme. In geval van bijstandsverlening zijn alle kosten in principe voor rekening van het land dat de bijstand heeft aangevraagd. Uiteraard staat het lidstaten vrij om hulp (gedeeltelijk) kosteloos aan te bieden. De financiële consequenties van het verlenen van bijstand zullen afhankelijk zijn van factoren als de ernst van de ramp, de duur van de bijstandsverlening, de plaats waar de ramp zich voltrekt, enzovoorts.
Vraag 3
In hoeverre worden de kandidaat-leden voor de EU hierbij betrokken en wat kan er al van hen worden verwacht?
Antwoord
Deelname van kandidaat-lidstaten is in principe open. Thans wordt overleg gevoerd met de kandidaat-leden over de mate waarin zij kunnen deelnemen en de wijze waarop zij een bijdrage zouden kunnen leveren aan de totstandkoming van het EU-mechanisme.