Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Centraal Bureau voor de Statistiek Bulletin 57e jaargang no. 31 / 9 augustus 2001

Inhoud Prijzen ­ Producentenprijsindexcijfers van het verbruik van grondstoffen Bouwnijverheid en halffabrikaten door de nijverheid, per bedrijfstak juni ­ Indexcijfers voor de herbouwkosten van woningen, (1995=100), 2001. pag. 11 juni 2001. pag. 13 ­ Producentenprijsindexcijfers voor de nijverheid, per bedrijfs- ­ Inputindexcijfers voor bouwkosten van woningen, juni klasse, juni 2001. pag. 9 2001. pag. 13 ­ Producentenprijsindexcijfers voor de nijverheid, per bedrijfstak, juni 2001. pag. 8 Handel, horeca en reparatie
­ Ontwikkeling van de omzetten (incl. BTW), de prijzen en de Nationale rekeningen berekende hoeveelheden in de detailhandel, mei 2001. pag. 7 ­ Kwartaalrekeningen, 1e kwartaal 2001. pag. 2 en 3 ­ Werkelijke individuele consumptie van huishoudens, volume- Zakelijke en overige commerciële dienstverlening mutaties, mei 2001. pag. 4 ­ Ontwikkeling van de omzetten en het aantal uitzenduren bij de ­ Werkelijke individuele consumptie van huishoudens, waarde- uitzendbureaus van arbeidskrachten, 4e kwartaal 2000. pag. 6 mutaties, mei 2001. pag. 5

Financiële instellingen en markten Rechtsbescherming en veiligheid ­ Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aan- ­ College van Beroep voor het Bedrijfsleven: beroepen inzake de delenindexcijfers, week no. 29 en 30. pag. 15 en 16 Wet op de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties, 1e halfjaar ­ Nieuwe Levensverzekeringen, juni 2001. pag. 6 2001. pag. 14

Verklaring van de tekens Prijs: . = gegevens ontbreken; ­ = nihil; x = geheim; * = voorlopig cijfer. 145,00 (ã 65,80) per jaar (excl. verzendkosten); los nummer 13,00 (ã 5,90). ( ) achter de titel = nummer met de laatst gepubliceerde overeenkomstige tabel.
Informatie Auteursrecht Infoservice: tel. (045) 570 70 70; E-mail: infoservice@cbs.nl © CBS, Voorburg/Heerlen, 2001. Bronvermelding is verplicht. Website: www.cbs.nl; Conjunctuur: teletekst pag. 506 en 507 Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan. Redactie SB: CBS, Postbus 4000, 2270 JM Voorburg. ISSN: 0166­9680 V33305




Economische groei eerste kwartaal 1,6%

De Nederlandse economie is 2001 matig begonnen. De economi- Productie: snelste groeiers laten het afweten sche groei is in het eerste kwartaal van 2001 opnieuw lager dan in het voorgaande kwartaal. De volumetoename van het bruto Aan de productiekant van de economie vlakt in het eerste kwartaal binnenlands product (BBP) bedraagt 1,6% ten opzichte van een van 2001 de groei in de industrie en de bouwnijverheid opnieuw af. jaar eerder. Wanneer gecorrigeerd wordt voor seizoen- en Opvallender is dat nu ook de groei in de vervoer- en communi- kalendereffecten, is in het eerste kwartaal van 2001 de BBP-groei catiebedrijven en bij de financiële en zakelijke dienstverleners sterk van kwartaal-op-kwartaal zelfs licht negatief. Voor een deel komt terugvalt. De afgelopen jaren waren dat juist de sterkst groeiende dit hoogstwaarschijnlijk doordat een aantal bedrijven en consu- bedrijfstakken. menten heeft geanticipeerd op de verhoging van het hoge BTW- tarief van 17,5% tot 19% per 1 januari 2001. Hierdoor lijkt een ver- schuiving plaats te hebben gevonden bij de bestedingen en de Staat 2 productie van het eerste kwartaal van 2001 naar het laatste kwar- Toegevoegde waarde van producenten (bruto, basisprijzen) taal van 2000. Een aantal eerste indicatoren over onder andere de 2000 2000 2001 consumptie, de industriële productie en de orderontvangsten I II III IV I wijzen voor het tweede kwartaal echter nog niet op een herstel. De consumptiegroei in april is zeer matig, terwijl het consumenten- %-volumemutaties t.o.v. dezelfde periode vertrouwen in de maanden daarna nog verder is gedaald. Consu- Producenten van: een jaar eerder menten zijn in 2001 tot nog toe terughoudender met hun uitgaven Goederen 3,0 4,9 4,2 2,1 1,1 0,0 en zijn meer gaan sparen. De industriële productie groeit in maart Landbouw en visserij 1,6 0,7 ­1,7 4,6 1,2 ­5,8 Industrie en energie 3,1 4,7 4,6 2,1 1,2 0,8 en april matig en is in mei zelfs lager dan een jaar eerder, voor een Bouwnijverheid 3,5 7,3 5,4 0,6 0,7 ­0,6 deel door de lage consumptiegroei. Daarnaast wijst het negatieve- Commerciële diensten 5,1 5,8 5,5 4,9 4,3 2,9 Handel, horeca en transport 5,3 5,9 6,3 5,0 3,9 3,4 re oordeel van industriële ondernemers over de orderontvangsten Financiële en zakelijke diensten 5,0 5,7 4,7 4,9 4,7 2,5 Niet-commerciële diensten 2,5 2,5 2,4 2,6 2,5 2,6 uit het buitenland erop dat de Nederlandse industriële export last heeft van de internationale groeivertraging. Bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) 3,9 4,8 4,4 3,6 3,0 1,9

Prijsstijging BBP flink hoger

De prijsstijging van het BBP is in het eerste kwartaal van 2001 De landbouw heeft in het eerste kwartaal niet kunnen profiteren uitgekomen op 5,4%. Dit is een aanzienlijke versnelling ten opzich- van de hogere prijzen. Het verdiende inkomen daalt licht in ver- te van de 3,6% in het vierde kwartaal van vorig jaar. BBP-prijs- gelijking met een jaar eerder. In het eerste kwartaal heeft de stijgingen van meer dan 5 procent hebben zich voor het laatst MKZ-crisis nauwelijks directe effecten op de landbouw, omdat pas voorgedaan in het begin van de jaren tachtig. Voor een deel hangt eind maart het eerste MKZ-geval in Nederland werd gesignaleerd. de versnelde prijsstijging samen met de verhoging van het BTW-tarief per 1 januari 2001. Een impuls voor de BBP-prijs- In de industrie komt de volumegroei van de toegevoegde waarde stijging gaat daarnaast uit van de ruilvoetverbetering: de uitvoer- in het eerste kwartaal (0,7%) opnieuw lager uit dan in het voor- prijs stijgt twee procentpunten meer dan de invoerprijs. gaande kwartaal (2,0%). Binnen de industrie valt de groei vooral bij de aardolie- en de metaalindustrie terug. In onder andere de chemische en de transportmiddelenindustrie is juist sprake van een hogere volumestijging van de toegevoegde waarde. In het Staat 1 eerste kwartaal van 2001 is de concurrentiepositie van de industrie Waarde- en prijsontwikkeling van het BBP (marktprijzen) zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt verslech- Waarde Waarde Waarde- Prijs- terd. Vorig jaar werd overwegend een verbetering gesignaleerd. verandering verandering De verslechtering kan samenhangen met de oplopende stijging mld gld mld euro in % t.o.v. jaar eerder van de loonkosten per eenheid product in de Nederlandse econo- mie. Eind maart 2001 beoordeelt 89% van de producenten de 1999 824,0 373,9 5,6 1,7 beschikbare capaciteit als voldoende, gelet op de verwachte afzet. 2000 882,7 400,6 7,1 3,2 Hoewel in de industrie het aantal openstaande vacatures eind 1999­1 197,7 89,7 4,8 1,5 maart 2001 net zo groot was als ultimo december 2000, is het 1999­2 208,6 94,6 5,2 1,7 percentage ondernemers dat een productiebelemmerend tekort 1999­3 200,8 91,1 5,5 1,5 1999­4 216,9 98,4 6,7 1,8 aan personeel meldt in deze tijdspanne bijna gehalveerd. Ultimo 2000­1 213,1 96,7 7,8 2,8 1999­2 224,1 101,7 7,5 3,0 maart benoemt men onvoldoende vraag als de belangrijkste 1999­3 214,4 97,3 6,8 3,2 productiebelemmering. 1999­4 231,0 104,8 6,5 3,6 2001­1 228,4 103,6 7,1 5,4 In de bouwnijverheid is in het eerste kwartaal van 2001 geen sprake meer van groei, maar van krimp. Na twee kwartalen van een lage groei van nog geen één procent ligt in het eerste kwartaal de toegevoegde waarde bijna één procent lager dan een jaar eerder. De productie van infrastructuur groeit amper, terwijl het Inflatie loopt op in het eerste kwartaal productievolume van woningen en gebouwen zelfs daalt.

Net als de prijsstijging van het BBP loopt ook de inflatie (afge- In de commerciële dienstverlening valt de groei vrij sterk terug, van meten aan de consumentenprijsindex) in het eerste kwartaal van 4,3% in het voorgaande naar 2,9% in het eerste kwartaal. Opval- 2001 verder op, tot 4,4%. In het eerste kwartaal van 2000 bedroeg lend zijn vooral de teruggelopen groeicijfers in de vervoers- en de inflatie nog 2,0%. Naast de verhoging van het hoge BTW-tarief communicatiebedrijven (van 8,2% naar 4,6%) en in de financiële spelen onder andere ook hogere voedsel- en energieprijzen een en zakelijke dienstverlening (van 4,7% naar 2,5%). Deze branches rol. kenden de afgelopen jaren juist de sterkste groei. Bij de financiële De inflatie loopt opnieuw minder snel op dan de prijsstijging van instellingen lijkt dit deels het spiegelbeeld van de hogere verkopen het BBP. Dit komt onder andere door het feit dat hogere export- in het vierde kwartaal, in verband met de herziening van het belas- prijzen niet in de inflatie meegerekend worden. tingstelsel. Daarnaast speelt daar de door het slechte beleggings-

2 Centraal Bureau voor de Statistiek




klimaat verminderde belangstelling voor aandelen een rol. Bij de tie-categorie is begin 2001 overigens géén sprake van een terug- communicatiebedrijven lijkt vooral de snelle groei van het mobiele val in de bestedingen. De groei in het eerste kwartaal ligt zelfs iets bellen af te zwakken. boven de groeicijfers over de afgelopen jaren. De groei schommel- de de afgelopen jaren rond de één procent. Deze consumptie- Bij de niet-commerciële dienstverleners blijft de volumegroei begin categorie profiteerde niet mee van de krachtige consumptiegroei in 2001 stabiel. De overheid, het onderwijs en de zorgsector noteren de tweede helft van de jaren negentig. gemiddeld groeicijfers van 2,6%.
Voor het derde kwartaal achtereen neemt de investeringsgroei af. Met een stijging van slechts 0,1% blijven ze net boven de nullijn. Bestedingen: lage consumptie- en investeringsgroei Een jaar eerder groeiden de investeringen in vaste activa nog met 5,4%. De stagnatie van de investeringen komt voort uit de verder Aan de bestedingenkant van de economie valt in het eerste teruglopende investeringen in woningen, bedrijfsgebouwen en kwartaal de groei van de gezinsconsumptie en de investeringen wegvervoermiddelen. Een positieve bijdrage leveren de investe- sterk terug. De exportgroei laat hetzelfde beeld zien, maar in ringen in machines en installaties (met een groei van 2,0%) en in mindere mate. Bij de consumptie hangt dit voor een deel samen computers (+11,2%). met de anticipatie door de consument op de verhoging van het hoge BTW-tarief en de invoering van het nieuwe belastingstelsel per 1 januari 2001. Daardoor is een deel van de aankopen, met Staat 4 name bij personenauto's en lijfrentepolissen, naar voren gehaald. Bruto investeringen in vaste activa: volume 2000 2000 2001

I II III IV I Staat 3
Goederen- en dienstentotalen %-volumemutaties t.o.v. dezelfde periode 2000 2000 2001 een jaar eerder I II III IV I Investeringen in vaste activa 4,0 5,4 7,1 2,5 1,1 0,1 w.o. Woningen 0,4 4,9 0,2 0,4 ­3,9 ­2,9 %-volumemutaties t.o.v. dezelfde periode Gebouwen 5,7 9,2 8,1 4,5 0,9 1,4 een jaar eerder G.W.W. werken 6,8 21,9 12,3 ­2,8 1,6 1,4 Vervoermiddelen 7,8 2,0 6,1 5,0 17,4 ­1,5 Consumptieve bestedingen 3,7 4,4 3,3 3,0 3,9 1,9 Machines 4,8 2,1 15,5 3,6 ­1,3 2,0 w.v. Computers 1,3 ­12,8 14,9 3,5 1,7 11,2 individueel 3,8 4,7 3,4 3,1 4,2 1,8 collectief 2,6 2,7 2,9 2,4 2,2 2,3 w.v.
door huishoudens 3,9 5,1 3,5 2,9 4,3 1,4 door overheid 3,1 3,0 3,1 3,1 3,0 2,8 Investeringen in vaste activa 4,0 5,4 7,1 2,5 1,1 0,1 In- en uitvoer: groei vlakt af Verandering in voorraden 1) 0,0 0,1 ­0,9 1,2 ­0,2 0,1

Nationale bestedingen 3,6 4,8 4,5 2,4 2,8 1,4 Zowel de invoer als de uitvoer van goederen laten in het eerste Uitvoer van goederen en diensten 9,1 8,7 9,7 9,5 8,3 6,6 kwartaal van 2001 lagere groeicijfers zien dan in de voorafgaande Invoer van goederen en diensten 9,1 8,9 10,5 8,2 8,8 6,7 kwartalen. Hiermee heeft een omslag, die in de tweede helft van Bruto binnenlands product (mp) 3,9 4,9 4,3 3,5 2,8 1,6 vorig jaar al zichtbaar werd, zich in versterkte mate doorgezet. Het volume van de invoer van goederen stijgt nu met 6,7% ten opzich- 1) Uitgedrukt als percentage van het BBP te van het overeenkomstige kwartaal vorig jaar. In het laatste kwartaal van 2000 was dit nog 8,8%. De volumegroei van de goederenuitvoer vlakt af van 8,7% in het laatste kwartaal van vorig De volumegroei van de individuele consumptie in het eerste jaar naar 7,3% nu. De prijzen van de goedereninvoer zijn over de kwartaal komt uit op 1,8%. Dit is een halvering van de toename die gehele linie minder sterk gestegen dan in het laatste kwartaal van over geheel 2000 in de boeken staat. Begin 2001 lijkt er dan ook vorig jaar. Dit geldt met name voor ruwe aardolie en aardolie- een einde te komen aan de sterke consumptiegroei die zich na producten. In het vierde kwartaal van 2000 lagen de invoerprijzen 1995 manifesteerde. Dit valt samen met een terugval van het voor aardolie en afgeleide producten, als gevolg van de gestegen consumentenvertrouwen en een lagere koopbereidheid. Opvallend grondstofprijzen en dollarkoers, nog 50 tot 75% hoger dan eind is de ontwikkeling van de bestedingen aan duurzame goederen in 1999. Het prijsverschil tussen het eerste kwartaal van 2001 en het eerste kwartaal. Het volume ligt 3,3% onder het niveau van 2000 bedraagt voor deze producten nog slechts 10 tot 12%. hetzelfde kwartaal in 2000. Op kwartaalbasis heeft zich na 1995 Gemiddeld stijgen de invoerprijzen met 3,8%. niet eerder een daling voorgedaan. Vooral de aankopen van nieuwe personenauto's blijven achter bij die in dezelfde periode Ook de uitvoerprijzen zijn ten opzichte van het overeenkomstige van vorig jaar. Aan vervoermiddelen en onderdelen samen is in het kwartaal in het voorafgaande jaar minder sterk gestegen dan in het eerste kwartaal voor prijsverandering gecorrigeerd maar liefst laatste kwartaal van vorig jaar. Gemiddeld liggen de uitvoerprijzen twintig procent minder uitgegeven. De volumetoename bij de 6,1% hoger. De goederenuitvoer wordt daarmee circa 2,3%-punt bestedingen aan woninginrichting en andere duurzame goederen duurder dan de goedereninvoer. Deze ruilvoetverbetering kan in het eerste kwartaal is positief maar gering (0,9%). Samen met vrijwel volledig op het conto van de uitvoer van aardgas, landbouw- de duidelijk positief uitgevallen ontwikkeling bij de bestedingen aan producten en voedingsmiddelen worden geschreven. Vorig jaar kleding, textiel en schoeisel (6,5%) heeft dit de zware daling even- was nog sprake van een vrijwel gelijkblijvende ruilvoet. Als de wel niet kunnen compenseren. Het volume van de bestedingen energiesector buiten beschouwing wordt gelaten is de ruilvoet- aan voedings- en genotmiddelen in het eerste kwartaal is 1,6% verbetering aanmerkelijk minder groot: 0,7%-punt nu tegen 0,3%- groter dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Bij deze consump- punt vorig jaar.

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 3




Consumptiegroei in mei 2,0%

De binnenlandse consumptie is in de maand mei met 2,0% Consumptiegroei diensten vlakt af gegroeid, vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. Bij de bestedingen aan de consumptiecategorie duurzame goederen ligt Aan diensten werd in mei 2,6% meer geconsumeerd. In de eerste het volume boven dat van mei vorig jaar. De voorgaande vier maanden van dit jaar blijft de volumegroei van de bestedingen aan maanden kwamen de bestedingen aan duurzame goederen juist deze consumptiecategorie achter bij die van de afgelopen jaren. lager uit dan in dezelfde periode een jaar eerder. In mei is alleen Met name bij de financiële en zakelijke diensten en bij vervoer en aan voedings- en genotmiddelen, geschoond voor prijsverande- communicatie loopt de hoge groei terug. Bijna zestig procent van ringen, een fractie minder uitgeven dan in mei 2000. Zo blijkt uit de binnenlandse consumptie heeft betrekking op diensten. cijfers van het CBS.

Consumptiegroei lager dan in 2000 Bescheiden volumegroei bij bestedingen aan goederen Gemiddeld over de eerste vijf maanden van dit jaar bedraagt de De volumegroei bij de bestedingen aan goederen is bescheiden. groei van de binnenlandse individuele consumptie 1,4%. Over Het volume van de bestedingen aan duurzame goederen in mei ligt geheel 2000 was de toename meer dan twee keer zo groot. Tot op 1,2% boven het niveau van mei 2000. Bij de aankoop van vervoer- heden is van de lastenverlichting als gevolg van het nieuw belas- middelen doet zich in mei opnieuw een daling voor, maar deze is tingstelsel nog geen duidelijk positief effect op de consumptie minder sterk dan in de eerste vier maanden van dit jaar. zichtbaar. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen blijven 0,3% onder het niveau van mei vorig jaar. Bij de voedings- en genot- middelen is in de eerste vijf maanden sprake van opvallend hoge Technische toelichting prijsstijgingen. Zo zijn in mei de assortimentsgroepen vis, vlees en aardappelen, groenten en fruit meer dan tien procent duurder dan De macro-economische consumptiecijfers sluiten nog aan op de in mei vorig jaar. Het verbruik van energie, brandstoffen en overige uitkomsten van de Nationale rekeningen 1999 en de bijbehorende goederen is met 2,8% toegenomen. Kwartaalrekeningen. Aanpassing van de maand- en kwartaalcijfers

Werkelijke individuele consumptie van huishoudens 1), volumemutaties (27)

Mutaties in procenten t.o.v. de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar

1998 1999 2000 2000 2001

3e kw. 4e kw. dec. 1e kw. jan. febr. maart april mei jan.­mei

Voedings- en genotmiddelen 0,9 1,2 1,2 ­0,8 ­0,5 0,0 1,5 3,6 ­1,5 2,4 ­6,4 ­0,3 ­0,5 Voedingsmiddelen 1,2 0,7 1,5 ­0,2 0,2 0,4 1,9 3,7 ­1,5 3,2 ­6,3 ­0,8 ­0,4

Aardappelen, groenten en fruit 0,0 1,0 2,5 ­1,8 ­0,3 0,4 3,4 5,0 1,1 4,1 ­2,3 1,2 1,8 Vlees en vleeswaren ­0,4 ­0,5 1,4 0,6 0,5 ­0,3 ­0,3 2,4 ­3,1 ­0,2 ­12,6 ­6,2 ­3,9 Vis 3,6 4,0 3,4 ­0,2 0,9 2,6 3,9 1,3 3,8 6,0 ­9,3 ­5,3 ­1,2 Zuivelproducten 0,0 0,0 ­0,2 ­2,6 ­0,4 0,5 1,9 2,7 ­1,3 4,1 ­4,8 1,3 0,4 Brood, beschuit en broodproducten ­0,1 0,9 2,0 1,3 0,8 ­0,3 1,0 2,7 ­5,9 5,4 ­5,4 ­1,7 ­0,9 Overige voedingsmiddelen 6,1 1,7 1,7 2,2 0,2 1,0 3,3 6,3 ­0,8 4,5 ­3,0 3,3 2,1 Genotmiddelen 0,3 2,1 0,8 ­1,6 ­1,5 ­0,6 1,0 3,6 ­1,5 1,1 ­6,5 0,4 ­0,7

Consumptie-ijs 5,1 5,7 ­0,3 ­2,4 0,9 1,0 ­0,3 2,4 ­4,7 0,7 ­9,0 ­2,0 ­2,3 Zoetwaren 1,5 1,4 2,0 1,8 ­3,1 ­2,1 1,5 2,3 1,5 0,6 ­8,2 0,4 ­0,7 Dranken 1,1 2,4 0,8 ­1,5 ­1,6 0,1 3,2 4,5 1,0 4,2 ­3,3 3,4 1,9 Tabak ­2,5 1,7 ­0,1 ­4,1 ­0,3 ­1,1 ­2,2 3,3 ­7,1 ­2,7 ­9,8 ­3,9 ­4,1

Duurzame consumptiegoederen 9,5 8,3 5,4 3,6 5,9 8,8 ­3,3 ­3,3 ­6,1 ­0,9 ­3,1 1,2 ­2,3

Kleding en textiel 5,9 4,8 3,9 11,1 2,1 0,9 7,3 8,1 3,5 9,9 0,3 8,7 6,2 Lederwaren en schoeisel 4,9 3,6 5,3 10,5 3,2 4,5 2,2 3,1 ­1,3 4,1 ­2,3 5,3 2,0 Woninginrichting 8,1 5,2 6,0 1,3 1,0 ­0,7 ­1,2 2,7 ­5,6 ­0,8 ­2,2 2,5 ­0,7 Huishoudelijke apparaten 11,8 9,0 13,9 11,5 12,6 13,7 5,1 8,6 ­0,2 6,5 8,7 ­1,3 4,5 Huishoudelijke artikelen 5,8 3,9 0,5 1,5 ­4,5 ­8,3 ­3,0 ­1,9 ­6,8 ­0,3 ­5,9 1,1 ­2,7 Voertuigen 14,1 11,3 1,8 ­8,8 13,1 53,7 ­20,3 ­22,0 ­23,6 ­15,3 ­16,1 ­9,2 ­17,3 Overige duurzame goederen 10,7 13,1 7,0 5,4 6,7 8,8 1,0 2,2 ­0,2 1,0 3,6 4,1 2,2

Overige goederen 2,2 3,5 2,1 3,4 1,5 2,2 2,5 3,8 0,5 3,2 1,4 2,8 2,4

Motorbrandstoffen ­1,2 2,0 ­0,1 ­3,1 ­1,2 . 1,2 . . . . . ­0,2 Energie ­1,0 ­0,7 1,1 3,1 0,9 0,6 2,8 4,0 2,4 1,7 4,6 0,2 2,7 Overige goederen 5,5 6,2 3,6 6,1 3,2 3,5 3,0 6,0 0,6 2,6 2,0 6,1 3,5

Totaal goederen 4,8 4,9 3,3 2,3 2,8 4,2 ­0,3 0,6 ­2,8 1,2 ­2,7 1,2 ­0,4

Diensten 4,3 3,3 3,6 4,2 4,7 4,8 2,8 2,8 3,0 2,5 2,4 2,6 2,7

Huisvesting 1,7 2,0 1,9 1,8 1,8 1,8 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 Horecadiensten 3,6 2,9 3,2 1,0 2,0 3,8 ­0,2 ­0,5 3,4 ­3,0 . . ­0,6 Diensten m.b.t. recreatie en cultuur 2,6 4,5 3,1 2,7 3,8 2,5 2,5 Diensten m.b.t. vervoer en communicatie 15,2 15,9 13,2 13,8 15,1 10,9 10,1 Medische diensten en welzijnszorg 3,1 0,8 1,7 2,7 2,5 2,9 2,7 Financiele en zakelijke diensten 7,0 2,0 5,9 9,1 12,8 0,9 1,1 Overige diensten 3,8 2,9 2,7 3,5 3,0 2,6 2,7

Werkelijke individuele consumptie (binnenlands) 4,5 4,0 3,5 3,4 3,9 4,5 1,5 1,8 0,6 2,0 0,3 2,0 1,4

Consumptie door niet-ingezeten huishoudens in Nederland 7,1 3,4 4,8 14,2 15,3 ­7,5 ­6,5 Consumptie door Ned. gezinshuishoudingen in het buitenland 8,8 5,2 4,5 4,5 20,5 3,6 5,2

Werkelijke individuele consumptie (nationaal) 4,6 4,0 3,5 3,1 4,2 5,1 1,8 2,3 0,7 2,2 0,5 2,6 1,7

1) De jaarcijfers zijn aangepast aan de uitkomsten van de Nationale rekeningen 2000; de maand- en kwartaalcijfers volgen in de nazomer van 2001.

4 Centraal Bureau voor de Statistiek




aan de uitkomsten van de Nationale rekeningen 2000 vindt in de Het in de tabel opgenomen begrip `nationale consumptie' bevat in nazomer plaats. tegenstelling tot de term `binnenlandse consumptie' wel de beste- De uitkomsten voldoen aan de internationale richtlijnen voor het dingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet samenstellen van Nationale rekeningen (ESR'95). Het persbericht de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. beschrijft de ontwikkeling van de binnenlandse werkelijke individu- De groeicijfers zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de ele consumptie. Dit begrip omvat alle bestedingen die rechtstreeks overeenkomstige periode van voorgaand jaar. De ontwikkelingen ten goede komen aan individuele consumenten, ongeacht of deze (volumemutaties) zijn voor prijs-veranderingen gecorrigeerd. Weer- daarvoor zelf betalen of dat de overheid of een derde (b.v. een ver- somstandigheden en de samenstelling van de koopdagen kunnen zekeraar) dit doet. Het gaat om de uitgaven op Nederlands grond- van invloed zijn op de uitkomsten van de maandcijfers. Zo wordt gebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een maandag Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het of dinsdag. Voor deze effecten is niet gecorrigeerd. buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën.

Werkelijke individuele consumptie van huishoudens 1), waardemutaties (27)

Mutaties in procenten t.o.v. de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar

1998 1999 2000 2000 2001

3e kw. 4e kw. dec. 1e kw. jan. febr. maart april mei jan.­mei

Voedings- en genotmiddelen 3,0 2,6 2,7 0,8 2,4 3,0 6,6 7,3 3,5 8,8 0,9 7,6 5,7 Voedingsmiddelen 3,4 2,1 2,6 1,3 3,4 3,8 7,2 7,5 3,5 10,3 2,2 8,3 6,4

Aardappelen, groenten en fruit 5,2 4,3 1,5 1,7 5,2 5,0 9,0 8,2 5,0 13,3 7,6 13,8 9,7 Vlees en vleeswaren 0,7 ­0,4 3,1 1,4 3,3 2,9 6,0 6,9 2,7 8,2 ­1,4 5,7 4,5 Vis 10,5 10,3 8,5 4,3 8,2 10,4 13,7 10,2 13,3 16,9 4,8 7,4 10,2 Zuivelproducten 1,7 0,1 0,6 ­1,4 1,9 3,2 6,9 5,3 4,2 10,6 2,3 8,8 6,3 Brood, beschuit en broodproducten 0,8 1,2 3,4 2,4 3,7 2,8 4,4 6,5 ­2,6 8,5 ­0,8 2,8 3,0 Overige voedingsmiddelen 7,5 4,4 3,1 2,3 2,1 3,6 7,9 9,8 3,8 10,0 2,5 9,4 7,2 Genotmiddelen 2,4 3,5 2,8 ­0,1 0,8 1,8 5,6 7,0 3,3 6,4 ­1,0 6,4 4,4

Consumptie-ijs 4,3 4,5 0,5 ­3,9 0,4 0,5 1,9 4,4 ­1,3 2,3 ­4,3 3,4 1,2 Zoetwaren 1,8 2,3 2,7 2,0 ­2,2 ­1,1 4,7 4,9 4,8 4,5 ­3,7 5,5 3,1 Dranken 2,6 2,5 2,3 ­0,7 0,3 2,1 7,4 7,8 5,1 9,0 1,5 8,6 6,4 Tabak 2,4 5,9 4,0 0,0 4,1 3,3 4,3 7,7 0,1 5,1 ­2,4 3,9 2,9

Duurzame consumptiegoederen 10,6 8,8 6,0 3,5 6,7 9,6 ­1,1 ­1,7 ­3,9 1,9 ­0,7 3,7 0,0

Kleding en textiel 8,9 5,6 3,7 8,1 1,7 0,3 7,1 7,5 3,2 9,7 0,2 8,7 6,0 Lederwaren en schoeisel 6,6 5,4 7,6 9,9 5,6 6,4 7,2 7,5 4,2 9,1 2,4 11,5 7,2 Woninginrichting 10,1 6,4 7,9 3,7 4,7 2,9 4,6 8,3 ­0,1 5,4 3,7 8,4 5,2 Huishoudelijke apparaten 8,6 8,7 12,8 8,7 10,5 11,6 5,5 8,5 0,0 7,6 9,1 ­1,8 4,7 Huishoudelijke artikelen 7,6 5,6 2,8 2,8 ­2,7 ­6,4 0,1 0,4 ­3,6 3,5 ­1,8 4,7 0,7 Voertuigen 14,8 11,9 2,2 ­8,0 14,0 55,3 ­18,4 ­20,4 ­21,8 ­13,2 ­14,1 ­6,8 ­15,3 Overige duurzame goederen 11,0 12,4 8,2 7,0 7,8 9,9 4,2 4,9 2,9 4,7 6,4 7,3 5,3

Overige goederen 3,2 6,3 9,9 10,6 9,7 9,6 10,8 13,3 8,9 10,1 8,9 9,3 10,1

Motorbrandstoffen ­2,5 8,3 16,9 13,7 11,6 . 6,2 . . . . . 5,9 Energie 0,2 2,2 13,1 17,0 16,0 15,8 19,9 21,5 19,7 18,1 16,7 10,5 17,9 Overige goederen 7,5 7,6 5,4 7,0 5,1 5,3 6,6 9,2 4,1 6,6 6,5 11,0 7,5

Totaal goederen 6,2 6,3 6,2 4,7 6,3 7,5 4,6 5,1 2,1 6,2 2,5 6,3 4,5

Diensten 6,6 6,4 7,1 7,5 7,9 8,0 6,5 6,5 6,8 6,3 6,5 6,7 6,5

Huisvesting 5,5 5,4 4,9 4,5 4,5 4,5 4,6 4,6 4,6 4,6 4,7 4,7 4,6 Horecadiensten 5,7 6,7 6,5 4,2 5,5 7,6 5,9 5,4 9,8 2,9 . . 5,7 Diensten m.b.t. recreatie en cultuur 5,3 6,8 6,3 6,8 7,6 6,6 6,9 Diensten m.b.t. vervoer en communicatie 13,6 11,3 10,8 11,9 15,0 11,8 11,7 Medische diensten en welzijnszorg 5,5 5,9 6,9 7,9 6,8 7,6 7,4 Financiele en zakelijke diensten 9,9 5,5 10,7 15,1 17,3 4,2 4,6 Overige diensten 5,7 6,6 7,0 6,9 6,2 7,0 6,8

Werkelijke individuele consumptie (binnenlands) 6,4 6,4 6,7 6,4 7,2 7,8 5,7 5,9 4,9 6,3 4,8 6,5 5,7

Consumptie door niet-ingezeten huishoudens in Nederland 8,9 6,1 8,1 18,5 19,6 ­3,2 ­1,5 Consumptie door Ned. gezinshuishoudingen in het buitenland 9,6 8,3 9,6 10,0 26,7 7,3 9,0

Werkelijke individuele consumptie (nationaal) 6,5 6,5 6,8 6,1 7,6 8,5 6,0 6,5 5,0 6,5 4,9 7,1 6,0

1) De jaarcijfers zijn aangepast aan de uitkomsten van de Nationale rekeningen 2000; de maand- en kwartaalcijfers volgen in de nazomer van 2001.

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 5




Nieuwe levensverzekeringen, juni 2001 (27)

Juni Jan. t/m juni Juni Jan. t/m juni Juni Jan. t/m juni Juni Jan. t/m juni

2001 2000 2001 2001 2000 2001 2001 2000 2001 2001 2000 2001

x 1 000 mln gld

Individuele levensverzekeringen polissen verzekerd kapitaal premie periodiek premie ineens Naar product
hypotheek 16,2 116,4 95,8 2 819,0 18 864,1 17 098,8 52,0 375,2 313,1 38,1 365,4 234,1 pensioen uitgesteld 5,0 36,3 30,7 1 164,2 9 041,7 7 835,9 29,7 190,3 176,6 38,2 302,0 342,5 lijfrente uitgesteld 19,5 228,0 182,3 1 226,2 9 435,5 9 801,3 34,0 234,2 213,6 244,0 3 018,0 2 631,2 direct ingaande rente 4,7 28,2 34,5 742,4 4 307,6 5 844,4 0,0 0,0 0,0 491,1 2 650,4 3 718,5 levenslang bij overlijden 23,0 178,8 160,2 209,0 1 182,2 1 286,6 5,5 32,5 33,9 1,6 12,2 10,6 spaarverzekering 19,0 152,6 126,7 847,5 7 204,4 5 558,2 44,1 293,6 290,0 60,7 661,0 530,8 risicoverzekering 15,0 88,0 101,3 1 425,4 8 349,9 9 468,8 9,0 43,8 50,5 10,5 106,2 124,1 overige verzekeringen 1) 2,8 12,4 19,0 155,6 932,0 1 029,6 3,9 19,3 26,3 19,7 108,2 121,8

Naar premiebetaling
periodiek 90,2 631,1 580,0 7 201,6 49 220,6 45 867,4 178,2 1 188,9 1 104,0 108,7 1 150,6 871,3 ineens 15,0 209,7 170,5 1 387,7 10 096,8 12 056,3 795,2 6 073,0 6 842,2

Naar soort verzekering
in geld 55,8 419,4 396,2 4 211,0 26 423,0 27 794,7 43,0 302,9 262,7 678,0 4 227,1 5 324,6 in beleggingseenheden 49,4 421,4 354,3 4 378,4 32 894,4 30 129,0 135,3 886,0 841,3 225,9 2 996,5 2 388,9

Totale individuele produktie 105,2 840,7 750,5 8 589,4 59 317,4 57 923,6 178,2 1 188,9 1 104,0 904,0 7 223,5 7 713,6 w.o.
universal life . . . . . . . . . . . . bedrijfsspaarregelingen . . . . . . . . . . . .

Spaarkasinschrijvingen 2) inschrijvingen ingeschreven bedrag storting (periodiek + ineens) premie (periodiek + ineens) Naar product
hypotheek 0,0 1,0 0,1 0,1 30,8 2,7 0,0 3,1 0,4 0,0 1,5 0,1 pensioen uitgesteld 0,0 0,0 0,0 0,3 3,7 2,1 0,0 1,3 0,1 0,0 0,2 0,1 lijfrente uitgesteld 1,6 12,8 10,2 68,7 538,5 435,8 3,3 51,5 25,0 0,5 8,2 3,8 ongeclausuleerd 3,6 36,5 26,0 79,3 823,7 569,4 4,0 53,9 38,3 0,5 8,3 5,1

Totale spaarkasproductie 5,2 50,4 36,3 148,5 1 396,6 1 010,0 7,4 109,8 63,8 1,1 18,1 9,1 w.o. bedrijfsspaarregelingen . . . . . . . . . . . .

Ontwikkeling van de omzetten (excl. BTW) en het aantal uitzenduren bij de uitzendbureaus van arbeidskrachten (19)

1999 2000 2000

1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw.* 3e kw. 2000 4e kw. 2000 1e kw.'00­ t.o.v. t.o.v. 4e kw.'00 3e kw. 1999 4e kw. 1999 t.o.v. 1e kw.'99­ 4e kw.'99

1995=100

Geldomzet alle bedrijven 182 189 176 187 198 194 4,0 0,6 3,6 w.o.
mln uren

Uitzenduren alle bedrijven 3) 323,6 281,1 67,3 68,9 78,3 66,6 ­11,2 ­17,5 ­13,1 w.o.
Uren aan derden alle bedrijven 4) 59,5 82,8 17,9 20,8 21,2 22,9 39,9 32,4 . w.o.
1) De wijzigingen zijn berekend op basis van niet-afgeronde indexcijfers. 2) Incl. eigen personeel
3) Uren van uitzendkrachten tot en met het 4e kwartaal 1998 en vanaf 1e kwartaal 1999 volgens uitzendovereenkomst `voor de duur van de opdracht'(fase 1+2) zodoende niet geheel meer vergelijkbaar.
4) Uren van de beschikbaar gestelde arbeidskrachten vanaf 1e kwartaal 1999 die bij u voor bepaalde of onbepaalde'tijd in dienst zijn c.q. waren. (fase 3+4).

6 Centraal Bureau voor de Statistiek




Ontwikkeling van de omzetten (incl. BTW), de prijzen en de berekende hoeveelheden in de detailhandel 1) (27)

Indexcijfers (1995=100) Wijzigingen in % 2)

2000 2000 2001 april 2001 mei 2001 jan. 2001­ t.o.v. t.o.v. mei 2001 dec. jan. febr. maart april mei april 2000 mei 2000 t.o.v. jan. 2000­ mei 2000

Detailhandel (SBI 521 t/m 526)
Geldomzet 126 153 117 112 134 128 142 2,9 8,3 6,0 Prijs 105 106 106 108 110 112 112 5,4 5,5 4,6 Hoeveelheid 120 144 110 104 122 115 127 ­2,3 2,7 1,3 w.v. met hoofdactiviteit
Detailhandel in winkel (SBI 521 t/m 525)
Geldomzet 127 155 117 111 135 128 143 2,5 8,1 5,8 Prijs 105 106 106 107 110 112 112 5,4 5,5 4,7 Hoeveelheid 120 146 111 104 122 115 128 ­2,7 2,5 1,1 w.v. met hoofdactiviteit
Detailhandel in voedings- en genotmiddelen
(SBI 5211 en 522)
Geldomzet 113 135 109 107 128 113 123 1,4 8,5 6,5 Prijs 107 108 109 110 112 114 115 7,5 7,9 6,2 Hoeveelheid 106 125 100 97 113 99 107 ­5,7 0,6 0,3 w.o. met hoofdactiviteit
Voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment (SBI 5211)
Geldomzet 117 135 114 111 134 118 128 1,6 9,6 7,4 Prijs 106 107 108 109 111 113 114 7,0 7,4 5,8 Hoeveelheid 111 126 105 101 121 105 113 ­5,0 2,1 1,5 Vlees en vleeswaren (SBI 5222.1)
Geldomzet 93 118 89 87 99 89 100 0,0 7,1 3,5 Prijs 105 108 110 110 113 117 117 12,6 12,4 8,9 Hoeveelheid 88 109 81 79 88 76 85 ­11,2 ­4,7 ­5,0 Dranken (SBI 5225)
Geldomzet 107 193 92 93 109 101 113 5,4 9,7 8,4 Prijs 107 108 109 110 111 111 111 4,1 4,1 3,6 Hoeveelheid 101 179 84 85 98 91 102 1,3 5,4 4,6 Detailhandel in duurzame en overige non-food
consumptiegoederen (SBI 5212 en 523 t/m 525)
Geldomzet 136 169 122 115 140 139 157 3,2 7,9 5,3 Prijs 104 105 103 105 109 110 110 3,9 3,8 3,6 Hoeveelheid 131 161 119 109 128 126 143 ­0,7 4,0 1,6 w.o. met hoofdactiviteit
Drogisterij-artikelen (SBI 5232.1)
Geldomzet 142 173 141 132 147 136 164 2,1 11,8 7,2 Prijs 108 110 111 112 112 113 113 5,2 5,1 4,3 Hoeveelheid 132 158 127 118 131 121 145 ­2,9 6,4 2,8 Bovenkleding (SBI 5242.1 t/m 5242.4)
Geldomzet 125 148 111 93 132 136 153 ­1,0 9,7 6,2 Prijs 103 101 89 96 110 111 111 ­0,1 ­0,6 ­0,4 Hoeveelheid 121 146 125 96 120 122 138 ­0,8 10,3 6,7 Textiel algemeen assortiment (textielsupermarkten) (SBI 5242.7)
Geldomzet 104 109 94 83 102 104 127 ­4,0 ­3,2 ­0,1 Schoeisel (SBI 5243.1)
Geldomzet 126 139 99 80 114 143 181 0,2 11,3 6,7 Prijs 108 108 102 107 115 117 119 3,8 5,1 4,6 Hoeveelheid 117 129 97 74 99 122 153 ­3,5 5,8 2,0 Meubelen, woningtextiel, verlichtingsartikelen en vloerbedekking (SBI 5244.1 t/m 5244.4 en 5249.7) Geldomzet 141 172 140 133 154 141 148 4,4 9,3 6,0 Prijs 107 109 112 113 113 113 114 6,7 6,4 6,5 Hoeveelheid 131 157 125 118 136 124 131 ­2,1 2,7 ­0,5 Glas, porcelein en aardewerk en overige huishoudelijke artikelen (SBI 5244.5 t/m 5244.7) Geldomzet 111 166 95 94 105 105 122 1,0 9,6 3,2 Prijs 103 103 104 105 106 107 107 3,9 3,1 3,0 Hoeveelheid 108 161 91 90 99 99 114 ­2,8 6,4 0,2 Wit-, bruingoed, geluidsdragers en computers (SBI 5245.1 t/m 5245.3, 5245.6 en 5249.4) Geldomzet 150 225 156 135 151 137 139 9,8 ­0,4 4,7 Prijs 91 92 92 93 93 93 93 3,0 2,6 2,5 Hoeveelheid 166 245 169 146 163 146 149 6,6 ­3,0 2,2 Doe-het-zelf artikelen (SBI 5246)
Geldomzet 142 155 121 122 147 153 169 5,5 6,5 3,3 Prijs 106 108 110 111 111 111 112 5,2 5,2 5,2 Hoeveelheid 133 143 110 110 132 137 151 0,3 1,2 ­1,8 w.o. met hoofdactiviteit
Bouwmarkten (SBI 5246.8)
Geldomzet 141 145 126 121 141 159 172 9,2 10,7 4,4 Prijs 108 110 112 112 112 113 113 5,2 5,2 5,2 Hoeveelheid 130 131 112 108 126 140 152 3,8 5,2 ­0,7

Detailhandel niet in winkel (SBI 526)
Geldomzet 121 123 116 120 130 . . . . 12,5 w.o.
Postorderbedrijven (SBI 5261)
Geldomzet 140 125 145 145 151 138 141 16,7 15,4 16,3

1) Met uitzondering van de apotheken (SBI 5231).
2) Wijzigingen t.o.v. dezelfde maand(en) van het vorig jaar en berekend m.b.v. niet-afgeronde indexcijfers.

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 7




Producentenprijsindexcijfers van de nijverheid, per bedrijfstak, basis 1995=100 (28)

SBI Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 coefficient juni jan. febr.* maart* april* mei* juni*

Indexcijfers van de afzet

C Delfstoffenwinning
Afzet binnenland 62 227 105,9 102,4 156,3 152,4 180,0 182,4 179,7 174,8 177,1 177,6 Afzet buitenland 37 773 98,4 86,9 157,2 155,9 191,6 205,8 195,8 191,5 196,2 189,5

Totaal 100 000 103,1 96,5 156,7 153,7 184,4 191,3 185,8 181,1 184,3 182,1

D Industrie
Afzet binnenland 39 192 101,8 102,2 110,4 110,2 113,8 114,6 114,5 114,8 115,3 114,9 waarvan
intermediaire goederen 21 455 100,4 100,1 110,9 110,1 115,4 116,2 115,8 115,7 116,6 116,1 consumptie goederen 13 156 103,2 104,1 110,6 111,3 113,0 114,2 114,8 115,6 115,8 115,2 investeringsgoederen 4 582 104,8 106,4 107,5 107,4 108,6 108,0 108,1 108,1 108,1 108,1

Afzet buitenland 60 808 102,1 102,3 116,6 116,6 117,3 118,5 118,6 120,1 121,4 120,4

Totale afzet 100 000 102,0 102,2 114,1 114,1 115,9 117,0 117,0 118,0 119,0 118,2

E Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water
Afzet binnenland 99 895 106,9 102,6 109,6 107,3 115,5 115,5 115,5 111,8 111,8 111,8 waarvan
intermediaire goederen 38 709 106,1 102,9 110,0 107,7 115,1 115,1 115,1 109,9 109,9 109,9 consumptie goederen 60 730 107,4 102,4 109,4 107,1 115,8 115,8 115,8 113,0 113,0 113,0

Indexcijfers van het verbruik

C Delfstoffenwinning
Binnenlands verbruik van
delfstoffen 1 300 106,5 100,5 152,7 148,6 179,7 181,0 179,5 173,4 174,7 174,9 industriele producten 52 232 104,3 105,4 107,3 107,3 107,2 107,3 107,3 107,5 107,5 107,4 electriciteit, gas en water 4 681 105,7 106,0 112,3 110,5 115,6 115,6 115,6 108,4 108,4 108,4

Binnenlands verbruik (totaal) 58 214 104,4 105,4 108,7 108,5 109,5 109,6 109,6 109,0 109,1 109,0 Verbruik uit het buitenland (import) 41 786 95,7 120,6 186,7 189,4 168,9 185,3 172,7 174,3 193,2 192,9

Totaal 100 000 100,8 111,7 141,3 142,3 134,3 141,2 136,0 136,3 144,2 144,1

D Industrie
Binnenlands verbruik van
landbouwproducten 12 586 94,9 92,4 99,3 98,9 102,1 105,5 114,7 116,6 113,0 102,2 delfstoffen 1 942 104,3 108,2 167,8 164,4 182,1 187,7 181,4 179,8 185,1 186,3 industriele producten 30 526 100,0 100,3 112,2 111,3 116,4 117,4 116,9 116,9 117,9 117,3 electriciteit, gas en water 2 890 105,6 103,3 110,4 108,1 114,9 114,9 114,9 108,7 108,7 108,7

Binnenlands verbruik (totaal) 47 944 99,2 98,7 111,0 110,0 115,2 117,0 118,8 118,9 118,8 115,6 Verbruik uit het buitenland (import) 52 056 101,5 105,7 132,0 132,3 128,5 132,5 128,8 128,6 134,3 134,4

Totaal 100 000 100,4 102,4 121,9 121,6 122,1 125,0 124,0 123,9 126,9 125,4

E Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water
Binnenlands verbruik van
delfstoffen 73 513 106,5 100,5 152,7 148,6 179,7 181,0 179,5 173,4 174,7 174,9 industriele producten 7 030 103,1 105,0 119,3 120,5 121,9 122,7 122,3 121,8 123,3 122,3 electriciteit, gas en water 4 702 105,8 106,2 112,5 110,6 115,6 115,6 115,6 108,4 108,4 108,4

Binnenlands verbruik (totaal) 85 245 106,2 101,2 147,7 144,2 171,4 172,6 171,3 165,6 166,8 166,9 Verbruik uit het buitenland (import) 14 755 108,0 106,0 121,0 117,4 138,0 140,4 144,5 148,2 150,3 151,3

Totaal 100 000 106,4 101,9 143,8 140,2 166,5 167,8 167,3 163,0 164,3 164,6

8 Centraal Bureau voor de Statistiek




Producentenprijsindexcijfers van de afzet van de nijverheid, per bedrijfsklasse, basis 1995=100 (28)

SBI Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 coefficient juni jan. febr.* maart* april* mei* juni*

CA Energiehoudende delfstoffenwinning
Afzet binnenland 60 254 106 102 158 154 182 185 182 177 179 180 Afzet buitenland 34 784 98 87 163 161 200 215 204 199 204 197 Totaal 95 037 103 97 160 157 189 196 190 185 188 186

CB Zand-, grind-, klei-, zoutwinning
Afzet binnenland 1 973 107 101 105 104 114 117 117 117 117 117 Afzet buitenland 2 990 101 91 92 93 96 100 100 102 102 102 Totaal 4 963 103 95 97 97 103 107 107 108 108 108

DA Voedings- en genotmiddelenindustrie
Afzet binnenland 13 568 103 100 104 104 109 110 111 110 110 110 Afzet buitenland 15 625 107 103 106 106 109 111 113 115 114 114 Totale afzet 29 192 105 102 106 105 109 110 112 113 112 112

15 Voedingsmiddelen- en drankenindustrie
Afzet binnenland 13 163 102 100 104 103 108 110 111 110 109 110 Afzet buitenland 14 102 106 102 105 105 108 109 112 114 113 112 Totale afzet 27 264 104 101 105 104 108 110 111 112 111 111

16 Tabakverwerkende industrie
Afzet binnenland 405 115 119 125 124 131 131 131 132 131 131 Afzet buitenland 1 523 110 112 117 118 122 121 122 124 125 125 Totale afzet 1 928 111 113 119 119 124 123 124 126 126 126

DB Textiel- en textielproductenindustrie
Afzet binnenland 1 238 98 99 99 99 102 102 102 102 102 102 Afzet buitenland 1 663 102 102 102 102 103 103 103 103 104 104 Totale afzet 2 901 100 100 101 101 102 102 102 103 103 103

17 Textielindustrie
Afzet binnenland 1 122 98 98 98 98 101 101 101 101 101 101 Afzet buitenland 1 160 102 101 101 101 102 103 103 103 104 103 Totale afzet 2 282 100 99 100 100 102 102 102 102 102 102

18 Kleding- en bontindustrie
Afzet binnenland 116 102 105 107 106 108 108 108 108 108 108 Afzet buitenland 504 102 104 104 106 104 104 104 104 104 104 Totale afzet 620 102 104 104 106 105 105 105 105 105 105

DC Leer-, lederwaren- en schoenindustrie
Afzet binnenland 88 105 107 108 108 111 111 111 111 113 115 Afzet buitenland 227 104 106 108 108 111 111 111 116 115 117 Totale afzet 315 104 106 108 108 111 111 111 115 114 116

DD Hout-, kurk-, rietwarenindustrie (exclusief

meubels)
Afzet binnenland 290 101 102 104 104 106 106 107 107 107 107 Afzet buitenland 265 106 106 109 108 109 109 110 112 113 113 Totale afzet 555 103 104 107 106 108 108 108 110 110 110

DE Papier-, karton- en grafische industrie
Afzet binnenland 4 768 96 96 100 100 104 105 105 105 105 105 Afzet buitenland 2 964 96 95 103 103 108 107 107 107 107 106 Totale afzet 7 732 96 96 101 101 106 106 106 105 105 105

21 Papier(waren)- en karton(waren)industrie
Afzet binnenland 1 154 94 95 103 104 107 107 107 107 107 107 Afzet buitenland 1 925 94 92 103 103 108 108 108 107 107 106 Totale afzet 3 079 94 93 103 104 108 108 108 107 107 107

22 Uitgeverijen, drukkerijen, reproductie
Afzet binnenland 3 614 97 97 99 98 104 104 104 104 104 104 Afzet buitenland 1 039 101 101 104 102 106 106 106 106 106 106 Totale afzet 4 653 98 98 100 99 104 104 104 104 104 104

DF Aardolie-, steenkoolverwerkende industrie
Afzet binnenland 1 762 108 133 212 215 213 219 210 223 238 224 Afzet buitenland 4 199 103 135 251 253 234 247 241 253 274 261 Totale afzet 5 961 104 134 240 242 228 238 232 244 263 250

DG Chemische industrie
Afzet binnenland 4 199 98 99 116 114 123 124 124 123 125 124 Afzet buitenland 12 986 98 94 110 110 113 113 113 113 113 113 Totale afzet 17 185 98 96 112 111 115 116 116 116 116 116

DH Rubber- en kunststofverwerkende industrie
Afzet binnenland 804 99 100 104 104 106 106 106 106 106 106 Afzet buitenland 1 995 100 101 105 105 107 107 107 107 107 107 Totale afzet 2 799 100 100 104 104 106 107 107 107 107 106

DI Glas-, aardewerk-, cement-, kalkindustrie Afzet binnenland 356 98 99 99 99 102 102 102 102 102 102 Afzet buitenland 913 96 96 97 96 100 100 100 101 101 101 Totale afzet 1 269 97 97 97 97 101 101 101 101 102 102

DJA Metaal en elektrotechnische producten-

industrie
Afzet binnenland 10 984 104 104 106 106 107 107 107 107 107 107 Afzet buitenland 18 932 103 101 106 106 106 106 106 106 106 106 Totale afzet 29 916 103 102 106 106 106 106 106 106 106 106

DJ Basismetaal- en metaalproductenindustrie
Afzet binnenland 3 892 102 100 105 106 106 106 106 106 105 105 Afzet buitenland 4 481 101 96 108 109 107 106 106 105 106 106 Totale afzet 8 373 101 98 107 107 107 106 106 106 106 106

27 Basismetaalindustrie
Afzet binnenland 1 638 99 92 102 103 101 101 101 100 100 100 Afzet buitenland 2 483 99 90 110 112 107 105 104 104 105 105 Totale afzet 4 120 99 91 107 108 105 103 103 103 103 103

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 9




Producentenprijsindexcijfers van de afzet van de nijverheid, per bedrijfsklasse, basis 1995=100 (slot) (28) SBI Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 coefficient juni jan. febr.* maart* april* mei* juni*

28 Metaalproductenindustrie
Afzet binnenland 2 255 105 105 108 108 110 110 110 110 110 110 Afzet buitenland 1 998 103 103 106 106 107 107 107 107 107 107 Totale afzet 4 253 104 104 107 107 108 108 108 108 108 108

DK Machine- en apparatenindustrie
Afzet binnenland 4 506 104 105 106 106 106 106 106 106 106 106 Afzet buitenland 4 092 105 106 108 108 109 110 110 110 110 110 Totale afzet 8 598 104 105 107 107 108 108 108 108 108 108

DL Elektrische en optische apparatenindustrie
en instrumenten
Afzet binnenland 1 226 100 101 103 102 104 104 104 104 104 104 Afzet buitenland 5 692 100 98 99 99 99 99 99 99 99 100 Totale afzet 6 918 100 99 100 100 100 100 100 100 100 100

30 Kantoormachine- en computerindustrie
Afzet binnenland 128 87 87 88 87 89 89 89 88 88 88 Afzet buitenland 629 87 85 83 83 84 84 84 84 84 84 Totale afzet 757 87 86 84 83 85 85 85 85 85 85

31 Overige elektrische apparatenindustrie
Afzet binnenland 341 102 102 106 106 109 109 109 109 109 110 Afzet buitenland 1 117 106 104 105 105 104 104 104 104 104 104 Totale afzet 1 458 105 103 105 105 105 105 106 105 105 106

32 Audio-, video-, telecom-apparatenindustrie Afzet binnenland 448 102 102 104 104 103 103 103 103 103 103 Afzet buitenland 2 986 101 100 101 101 101 101 101 101 101 102 Totale afzet 3 434 101 100 102 101 101 101 102 102 102 102

33 Medische en optische apparatenindustrie
Afzet binnenland 308 100 102 104 103 106 106 106 106 106 106 Afzet buitenland 961 97 95 96 96 97 97 97 97 97 97 Totale afzet 1 269 98 97 98 98 99 99 99 99 99 99

DM Transportmiddelenindustrie
Afzet binnenland 1 360 109 113 115 114 116 114 114 115 115 115 Afzet buitenland 4 667 106 107 109 108 111 111 111 111 111 111 Totale afzet 6 027 107 108 110 110 112 112 112 112 112 112

34 Auto-, aanhangwagen-, opleggerindustrie
Afzet binnenland 476 104 106 107 107 109 109 109 109 109 109 Afzet buitenland 3 024 105 105 106 106 105 105 105 106 106 106 Totale afzet 3 500 105 105 106 106 106 106 106 106 106 106

35 Overige transportmiddelenindustrie
Afzet binnenland 884 111 117 119 118 121 118 118 118 118 118 Afzet buitenland 1 643 109 111 113 112 121 121 121 121 121 121 Totale afzet 2 527 110 113 115 114 121 120 120 120 120 120

DN Meubel- en overige industrie n.e.g.
Afzet binnenland 1 135 106 108 109 109 113 113 113 113 113 113 Afzet buitenland 1 039 104 105 109 108 112 112 112 115 115 115 Totale afzet 2 174 105 107 109 109 112 112 112 114 114 114

10 Centraal Bureau voor de Statistiek




Producentenprijsindexcijfers van het verbruik van grondstoffen en halffabrikaten door de nijverheid, per bedrijfstak, basis 1995=100 (28)

SBI Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 coefficient juni jan. febr.* maart* april* mei* juni*

CA Energiehoudende delfstoffenwinning
Verbruik uit het binnenland 51 886 104 105 107 107 107 107 107 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 40 616 96 121 189 192 171 187 174 176 196 195 Totaal verbruik 92 501 101 112 143 144 135 143 137 137 146 146

CB Zand-, grind-, klei-, zoutwinning
Verbruik uit het binnenland 6 329 105 107 127 124 127 127 127 124 124 124 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 170 97 95 105 104 110 111 112 112 111 111 Totaal verbruik 7 499 103 105 123 121 124 125 125 122 122 122

DA Voedings- en genotmiddelenindustrie
Verbruik uit het binnenland 21 150 98 95 102 101 105 108 114 114 112 106 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 12 848 113 104 113 113 113 112 112 112 113 114 Totaal verbruik 33 999 103 98 106 106 108 110 113 114 112 109

15 Voedingsmiddelen- en drankenindustrie
Verbruik uit het binnenland 20 808 98 95 102 101 105 108 114 115 112 106 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 12 096 113 104 113 113 113 112 112 112 113 114 Totaal verbruik 32 904 103 98 106 105 108 110 113 114 112 109

16 Tabakverwerkende industrie
Verbruik uit het binnenland 342 102 103 107 107 111 112 112 112 112 112 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 752 108 103 112 111 114 114 113 113 114 116 Totaal verbruik 1 094 106 103 111 110 113 113 113 113 113 115

DB Textiel- en textielproductenindustrie
Verbruik uit het binnenland 1 179 98 98 100 100 103 103 103 103 104 104 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 477 106 105 108 107 110 110 110 111 111 111 Totaal verbruik 2 655 103 102 104 104 107 107 107 107 107 108

17 Textielindustrie
Verbruik uit het binnenland 800 99 98 100 100 103 103 103 103 103 103 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 067 105 104 107 106 109 110 110 110 110 110 Totaal verbruik 1 867 102 101 104 104 107 107 107 107 107 107

18 Kleding- en bontindustrie
Verbruik uit het binnenland 379 97 98 99 99 104 104 104 103 104 104 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 410 108 107 109 109 112 112 112 112 112 112 Totaal verbruik 789 103 102 104 104 108 108 108 108 108 108

DC Leer-, lederwaren- en schoenindustrie
Verbruik uit het binnenland 71 103 104 113 113 122 125 126 126 129 124 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 200 105 101 107 107 107 108 108 109 110 109 Totaal verbruik 271 105 102 109 108 111 112 113 113 115 113

DD Hout-, kurk-, rietwarenindustrie (exclusief

meubels)
Verbruik uit het binnenland 153 102 104 109 108 112 112 112 110 110 110 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 734 102 102 104 103 102 101 102 99 99 99 Totaal verbruik 887 102 103 104 104 103 103 103 100 101 100

DE Papier-, karton- en grafische industrie
Verbruik uit het binnenland 3 556 92 92 98 98 103 103 103 102 102 102 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 4 076 93 91 103 102 107 107 106 105 104 103 Totaal verbruik 7 632 93 91 101 100 105 105 105 104 103 103

21 Papier(waren)- en karton(waren)industrie
Verbruik uit het binnenland 884 94 94 111 112 117 117 116 115 114 113 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 939 93 92 111 109 114 114 113 109 108 107 Totaal verbruik 2 823 93 92 111 110 115 115 114 111 110 109

22 Uitgeverijen, drukkerijen, reproductie
Verbruik uit het binnenland 2 672 92 91 94 94 98 99 98 98 98 98 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 2 136 93 90 96 94 100 101 100 101 100 100 Totaal verbruik 4 808 90 90 93 92 97 97 97 97 97 97

DF Aardolie-, steenkoolverwerkende industrie
Verbruik uit het binnenland 1 224 100 127 212 208 216 227 212 220 238 232 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 7 549 91 134 245 250 211 239 217 219 252 251 Totaal verbruik 8 773 92 133 240 244 212 237 217 219 250 248

DG Chemische industrie
Verbruik uit het binnenland 7 891 101 104 134 130 144 145 143 143 146 145 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 7 538 98 104 136 135 138 139 136 134 139 138 Totaal verbruik 15 429 100 104 135 133 141 142 139 139 142 142

DH Rubber- en kunststofverwerkende industrie
Verbruik uit het binnenland 945 99 97 107 108 108 108 108 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 899 94 92 103 103 106 106 106 105 106 105 Totaal verbruik 2 845 95 94 104 105 107 106 106 106 106 105

DI Glas-, aardewerk-, cement-, kalkindustrie Verbruik uit het binnenland 925 104 105 115 114 119 120 119 118 119 118 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 939 101 100 106 106 109 108 108 108 108 108 Totaal verbruik 1 864 103 102 110 110 114 114 114 113 113 113

DJA Metaal en elektrotechnische producten-

industrie
Verbruik uit het binnenland 10 347 103 101 106 106 108 108 108 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 13 578 102 100 107 106 108 109 109 109 109 109 Totaal verbruik 23 926 102 100 107 106 108 108 108 108 108 108

DJ Basismetaal- en metaalproductenindustrie
Verbruik uit het binnenland 3 418 101 98 106 106 107 107 107 105 105 105 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 4 341 100 95 107 107 110 111 111 110 110 110 Totaal verbruik 7 758 101 97 107 107 109 109 109 108 108 108

27 Basismetaalindustrie
Verbruik uit het binnenland 1 119 102 99 109 108 110 111 110 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 648 104 99 113 113 121 123 122 122 123 123 Totaal verbruik 2 767 103 99 111 111 117 118 118 116 116 116

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 11




Producentenprijsindexcijfers van het verbruik van grondstoffen en halffabrikaten door de nijverheid, per bedrijfstak, basis 1995=100 (slot) (28) SBI Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 coefficient juni jan. febr.* maart* april* mei* juni*

28 Metaalproductenindustrie
Verbruik uit het binnenland 2 298 101 97 105 105 106 106 105 105 104 104 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 2 692 98 93 104 104 104 104 104 102 103 103 Totaal verbruik 4 991 99 95 104 104 105 105 104 103 103 103

DK Machine- en apparatenindustrie
Verbruik uit het binnenland 2 650 104 103 106 106 107 107 107 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 2 610 104 103 109 108 110 110 110 110 110 111 Totaal verbruik 5 260 104 103 107 107 109 108 108 108 108 109

DL Elektrische en optische apparatenindustrie
en instrumenten
Verbruik uit het binnenland 1 273 102 101 105 105 108 108 108 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 3 258 99 99 104 103 105 104 105 105 105 106 Totaal verbruik 4 531 100 99 105 104 105 105 106 105 106 106

30 Kantoormachine- en computerindustrie
Verbruik uit het binnenland 89 100 100 103 103 106 106 106 105 105 105 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 422 99 98 103 102 101 101 101 101 101 102 Totaal verbruik 511 99 98 103 102 102 102 102 102 102 102

31 Overige elektrische apparatenindustrie
Verbruik uit het binnenland 319 103 102 106 105 109 108 108 108 108 108 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 847 101 101 107 106 108 108 108 108 109 109 Totaal verbruik 1 166 102 101 107 105 108 108 108 108 108 109

32 Audio-, video-, telecom-apparatenindustrie Verbruik uit het binnenland 626 102 100 105 105 106 107 107 105 106 106 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 406 98 97 102 101 103 103 103 103 104 104 Totaal verbruik 2 032 99 98 103 102 104 104 104 104 104 105

33 Medische en optische apparatenindustrie
Verbruik uit het binnenland 239 102 102 107 106 109 109 110 109 109 109 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 584 101 101 106 105 107 107 107 108 108 109 Totaal verbruik 823 101 101 106 105 108 108 108 108 108 109

DM Transportmiddelenindustrie
Verbruik uit het binnenland 3 007 103 104 107 107 109 109 109 109 109 109 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 3 370 104 103 107 107 108 109 109 109 109 110 Totaal verbruik 6 377 103 104 107 107 109 109 109 109 109 109

34 Auto-, aanhangwagen-, opleggerindustrie
Verbruik uit het binnenland 1 602 104 105 109 109 110 110 110 110 111 111 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 2 213 103 103 106 105 107 108 108 108 108 108 Totaal verbruik 3 815 103 104 107 107 109 109 109 109 109 109

35 Overige transportmiddelenindustrie
Verbruik uit het binnenland 1 405 102 103 105 105 107 107 107 107 107 107 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 157 105 105 109 109 110 110 110 111 112 112 Totaal verbruik 2 562 104 104 107 107 108 109 109 109 109 109

DN Meubel- en overige industrie n.e.g.
Verbruik uit het binnenland 503 102 101 106 106 108 109 109 108 108 108 Verbruik uit het buitenland (invoerprijzen) 1 219 103 103 106 106 108 107 108 107 107 107 Totaal verbruik 1 721 103 102 106 106 108 108 108 107 108 108

12 Centraal Bureau voor de Statistiek




Indexcijfers voor de herbouwkosten van woningen, incl. BTW (1995=100) (27)

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec.

1996 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 101 1997 102 102 102 102 102 103 103 103 104 104 104 104 1998 105 105 105 106 106 106 106 106 106 106 106 106 1999 107 107 107 107 107 108 108 108 108 108 109 109 2000 111 111 111 111 112 111 112 112 113 113 112 112 2001 115 117 117 118 119 120

Met ingang van 2000 wordt de reeks berekend en gepubliceerd op basis van 1995=100. De nieuwe cijfers kunnen aan de oude reeks worden gekoppeld met de factor 1 134.
Deze indexcijfers zijn speciaal ontwikkeld voor het indexeren van de verzekerde waarde van woningen in opstalverzekeringen. Zie voor een toelichting op de cijfers het artikel `Een samengesteld gewogen indexcijfer voor de herbouwkosten van woningen in de Maandstatistiek bouwnijverheid van oktober 1993.

Inputindexcijfers voor de bouwkosten van woningen (1995=100) (excl. BTW) 1) (27)

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar

Totaal
1998 104,9 104,9 104,9 105,2 105,3 105,4 105,3 105,3 105,2 105,7 105,7 105,6 105,3 1999 106,0 106,0 106,1 106,7 106,7 106,8 107,7 107,7 107,8 107,9 108,0 108,4 107,1 2000* 109,8 109,9 110,0 110,4 110,4 110,6 112,0 112,0 112,2 112,4 112,4 112,4 111,2 2001* 114,9 115,1 115,0 116,6 117,1 117,2

w.v.

Loon
1998 108,2 108,2 108,2 108,6 108,6 108,6 108,8 108,8 108,8 110,1 109,9 109,9 108,9 1999 110,4 110,4 110,5 111,6 111,6 111,6 113,4 113,4 113,4 113,6 113,6 113,6 112,3 2000* 114,6 114,6 114,6 114,7 114,7 114,9 116,3 116,3 116,3 116,3 116,3 116,3 115,5 2001* 118,0 118,0 118,0 121,4 122,5 122,5

Materiaal
1998 102,3 102,4 102,4 102,6 102,7 102,8 102,5 102,5 102,4 102,2 102,3 102,2 102,4 1999 102,5 102,5 102,6 102,9 102,9 103,0 103,2 103,2 103,3 103,5 103,6 104,4 103,2 2000 106,1 106,2 106,3 107,1 107,1 107,2 108,6 108,6 108,9 109,3 109,3 109,3 107,8 2001 112,4 112,8* 112,7* 112,8* 112,9* 113,0*

1) Een inputindexcijfer volgt de prijsontwikkeling van de kostenbestanddelen, zoals materiaal, materieel en loon. Deze reeks is berekend als een gewogen gemiddelde uit de ontwikkeling van de loonkosten in de bouwnijverheid en een pakket bouwmaterialen dat in de woningbouw wordt toegepast. Voor de weging van de lonen en materialen is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de Produktiestatistiek bouwnijverheid 1995. Mutaties in de kosten van materieel, algemene kosten en winst & risico zijn in deze cijfers niet opgenomen. Zie voor een toelichting op de tabel het artikel "Inputindexcijfers voor de bouwkosten van woningen" in de Maandstatistiek bouwnijverheid van juli 1999.

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 13




College van Beroep voor het Bedrijfsleven: beroepen inzake de wet op de Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties (29)

Op 1 januari In de loop van de periode Aan het aanhangig eind van ingediend in vereen- ingestelde en behandelde verzetten in gewone, versnelde behandeling de periode voudigde of voorlopige voorziening aanhangi- behan- ingesteld ingetrokken/ gegrond deling niet gedane ingetrokken, totaal gedane ontvankelijk/ uitspraken verwezen uitspraken ongegrond

Besluiten en handelingen PBO

1999, 1e halfjaar 1 637 545 97 10 10 1 270 208 478 1 607 2000, 1e halfjaar 1 479 515 137 21 11 4 294 349 643 1 224 2001, 1e halfjaar 1 247 464 42 5 6 ­ 315 221 536 1 132

Tuchtbeschikkingen

1999, 1e halfjaar 73 26 2 1 ­ ­ 19 3 22 76 2000, 1e halfjaar 67 29 2 2 2 ­ 28 3 31 63 2001, 1e halfjaar 56 24 ­ ­ ­ ­ 20 3 23 57

Geactualiseerde loonkosten per gewerkt uur 1) (2000, no.40)

SBI 74 Jaarcijfer 2000* 2001*

1992 2) 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999* 2000* jan. april juli okt. jan.

gld

Metaal- en electrotechnische industrie 3) 42,11 43,91 44,63 45,53 46,58 47,94 49,84 51,26 52,82 51,85 52,34 53,12 53,98 54,27

1992=100

Metaal- en electrotechnische industrie 104,3 106,0 108,1 110,6 113,9 118,4 121,7 125,4 123,1 124,3 126,1 128,2 128,9

1) In bedrijven die, volgens de gegevens die op het moment van steekproeftrekking in het Algemeen Bedrijfsregister van het CBS waren opgenomen, 10 of meer werk- nemers in dienst hadden. De economische activiteiten verdeling is volgens de Standaard Bedrijfsindeling 1974. 2) Resultaten loonkostenonderzoek 1992.
3) Gegevens over de nijverheid, industrie, voedings- en genotmiddelenindustrie, openbare nutsbedrijven, bouwnijverheid, groothandel, detailhandel, bank- en verzekerings- wezen zijn op aanvraag beschikbaar.

14 Centraal Bureau voor de Statistiek




Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aandelenindexcijfers (29)

Gemiddelden Week 30 per dag

2001 23-7 24-7 25-7 26-7 27-7

mei juni week 28 week 29 week 30


Gemiddeld effectief rendement

Staatsleningen, algemeen 5,09 5,01 5,06 4,98 4,93 4,93 4,92 4,93 4,95 4,92 w.v. met gemiddeld resterende looptijd van
3­ 3­ CBS-herbeleggingsindex voor obligaties ultimo 1983=100 Staatsleningen 362,5 365,2 365,7 367,2 368,4 368,2 368,3 368,1 368,2 369,3 Financiele instellingen
gewone obligaties 346,3 349,0 349,6 350,6 351,8 351,4 351,8 351,9 351,7 352,4 achtergestelde obligaties 422,8 427,1 427,5 429,2 430,8 430,3 430,7 430,5 430,7 432,0

Algemeen 361,5 364,0 364,6 365,9 367,2 366,9 367,1 367,0 367,1 368,0 jaar Duration van staatsleningen met een vaste looptijd 4,70 4,63 4,58 4,63 4,62 4,62 4,62 4,61 4,61 4,62

CBS-koersindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 843,1 820,3 791,8 772,0 762,2 769,4 765,2 752,1 756,5 767,5 Algemeen excl. Kon. Olie 827,1 789,0 770,5 752,1 738,7 748,6 745,5 730,7 729,0 739,9

Internationals 852,4 856,3 816,5 797,1 798,0 799,3 792,1 783,4 801,5 813,7

Lokale fondsen 867,2 825,6 803,6 782,9 765,4 776,9 774,5 758,0 753,4 764,0 Financiele instellingen 1 027,1 1 009,5 1 004,9 984,5 964,4 981,1 979,6 955,2 943,4 962,6 Niet-financiele instellingen 809,3 748,4 712,8 690,6 673,8 682,4 679,2 667,4 667,5 672,8

CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen ultimo 1993=100 Algemeen 175,9 172,9 165,7 164,0 161,3 162,8 161,8 160,3 160,1 161,4 aandelenfondsen 244,1 237,8 224,6 221,3 216,0 218,9 216,9 214,1 213,7 216,4 obligatiefondsen 130,8 132,6 131,8 131,9 131,9 132,0 132,0 131,8 131,8 131,9 geldmarktfondsen 117,5 118,0 118,3 118,2 118,3 118,3 118,3 118,3 118,3 118,3

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 358,2 342,7 318,0 309,5 307,4 307,1 308,5 306,0 306,4 308,9 CBS MIT-index 446,5 363,0 333,8 320,2 315,7 317,6 317,2 307,5 314,1 322,3 CBS MIT Small-index 525,4 458,9 397,1 368,4 355,0 356,7 359,1 350,4 349,8 359,0 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 97,0 97,7 97,1 96,2 95,0 95,5 95,5 95,0 94,6 94,6

CBS-herbeleggingsindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 1 603,1 1 566,6 1 512,1 1 474,4 1 455,5 1 469,3 1 461,3 1 436,4 1 444,8 1 466,0 Algemeen excl. Kon. Olie 1 447,4 1 385,5 1 353,1 1 320,7 1 297,3 1 314,6 1 309,1 1 283,2 1 280,2 1 299,6

Internationals 1 735,2 1 752,2 1 670,5 1 630,9 1 632,8 1 635,4 1 620,8 1 603,0 1 640,0 1 664,9 Lokale fondsen 1 520,4 1 452,9 1 414,3 1 377,8 1 347,1 1 367,3 1 363,1 1 334,2 1 326,1 1 345,1 Financiele instellingen 2 139,3 2 113,3 2 103,7 2 061,1 2 018,9 2 054,0 2 050,8 1 999,6 1 975,0 2 015,1 Niet-financiele instellingen 1 290,3 1 196,2 1 139,5 1 103,9 1 077,3 1 090,9 1 085,8 1 066,8 1 067,0 1 076,0

CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen ultimo 1993=100 Algemeen 193,0 190,0 182,2 180,4 177,4 179,1 177,9 176,3 176,0 177,5 aandelenfondsen 269,6 262,8 248,4 244,8 238,9 242,1 239,9 236,8 236,4 239,3 obligatiefondsen 141,9 144,2 143,6 143,6 143,7 143,8 143,8 143,6 143,6 143,7 geldmarktfondsen 121,9 122,4 122,7 122,7 122,7 122,7 122,7 122,7 122,7 122,7

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 423,1 406,8 377,6 367,6 365,1 364,7 366,3 363,4 363,8 367,0 CBS MIT-index 513,4 417,5 383,8 368,3 363,1 365,3 364,8 353,6 361,2 370,6 CBS MIT Small-index 570,0 498,1 431,1 399,9 385,3 387,1 389,8 380,3 379,7 389,7 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 155,5 156,6 158,3 156,8 154,8 155,5 155,6 154,8 154,2 154,1

1) Tot 1-1-2001 CBS/Stroeve index.

Statistisch bulletin 31 (CBS) 9/8/2001 15




Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aandelenindexcijfers (29)

Gemiddelden Week 31 per dag

2001 30-7 31-7 1-8 2-8 3-8

juni juli week 29 week 30 week 31


Gemiddeld effectief rendement

Staatsleningen, algemeen 5,01 5,00 4,98 4,93 4,88 4,89 4,86 4,87 4,88 4,90 w.v. met gemiddeld resterende looptijd van
3­ 3­ CBS-herbeleggingsindex voor obligaties ultimo 1983=100 Staatsleningen 365,2 366,8 367,2 368,4 369,4 369,5 369,7 369,5 369,1 369,3 Financiele instellingen
gewone obligaties 349,0 350,5 350,6 351,8 352,9 352,7 353,0 353,1 352,9 352,8 achtergestelde obligaties 427,1 429,0 429,2 430,8 432,6 432,3 432,6 432,7 432,5 432,6

Algemeen 364,0 365,7 365,9 367,2 368,3 368,2 368,5 368,4 368,1 368,3 jaar Duration van staatsleningen met een vaste looptijd 4,63 4,60 4,63 4,62 4,61 4,61 4,61 4,61 4,60 4,60

CBS-koersindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 820,3 785,3 772,0 762,2 781,3 778,3 784,4 789,0 783,3 771,3 Algemeen excl. Kon. Olie 789,0 763,7 752,1 738,7 759,7 752,3 758,7 763,9 766,0 757,7

Internationals 856,3 814,3 797,1 798,0 820,2 823,4 829,4 834,1 817,2 796,6

Lokale fondsen 825,6 794,0 782,9 765,4 783,2 776,0 782,3 787,0 788,6 781,9 Financiele instellingen 1 009,5 998,3 984,5 964,4 989,3 979,0 989,8 996,2 996,9 984,7 Niet-financiele instellingen 748,4 700,6 690,6 673,8 687,7 682,3 685,8 689,7 692,0 688,7

CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen ultimo 1993=100 Algemeen 172,9 165,3 164,0 161,3 164,0 162,8 164,0 164,3 165,0 163,8 aandelenfondsen 237,8 223,6 221,3 216,0 221,0 218,9 221,0 221,4 222,9 220,5 obligatiefondsen 132,6 132,0 131,9 131,9 132,1 132,0 132,2 132,3 132,0 132,0 geldmarktfondsen 118,0 118,3 118,2 118,3 118,4 118,4 118,4 118,4 118,5 118,5

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 342,7 315,2 309,5 307,4 316,8 312,4 313,8 317,3 321,2 319,0 CBS MIT-index 363,0 331,9 320,2 315,7 343,4 335,0 339,4 345,2 351,9 345,3 CBS MIT Small-index 458,9 385,2 368,4 355,0 386,1 376,6 383,2 390,8 393,1 386,9 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 97,7 96,3 96,2 95,0 95,7 95,5 95,5 95,5 96,0 96,2

CBS-herbeleggingsindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 1 566,6 1 499,8 1 474,4 1 455,5 1 493,0 1 486,6 1 498,2 1 507,0 1 496,2 1 477,1 Algemeen excl. Kon. Olie 1 385,5 1 341,2 1 320,7 1 297,3 1 334,4 1 321,3 1 332,6 1 341,8 1 345,5 1 330,9

Internationals 1 752,2 1 666,1 1 630,9 1 632,8 1 680,3 1 684,8 1 697,1 1 706,6 1 672,1 1 640,7 Lokale fondsen 1 452,9 1 397,5 1 377,8 1 347,1 1 378,7 1 366,1 1 377,1 1 385,5 1 388,3 1 376,5 Financiele instellingen 2 113,3 2 089,8 2 061,1 2 018,9 2 071,1 2 049,6 2 072,1 2 085,5 2 086,9 2 061,4 Niet-financiele instellingen 1 196,2 1 120,1 1 103,9 1 077,3 1 100,0 1 091,2 1 096,9 1 103,2 1 106,9 1 101,5

CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen ultimo 1993=100 Algemeen 190,0 181,7 180,4 177,4 180,3 179,0 180,3 180,7 181,4 180,1 aandelenfondsen 262,8 247,3 244,8 238,9 244,4 242,2 244,4 244,9 246,6 244,0 obligatiefondsen 144,2 143,7 143,6 143,7 143,9 143,8 144,1 144,1 143,8 143,7 geldmarktfondsen 122,4 122,7 122,7 122,7 122,9 122,8 122,8 122,9 122,9 122,9

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 406,8 374,4 367,6 365,1 376,4 371,3 372,9 377,1 381,7 379,1 CBS MIT-index 417,5 381,7 368,3 363,1 394,9 385,3 390,4 397,0 404,7 397,1 CBS MIT Small-index 498,1 418,1 399,9 385,3 419,1 408,8 416,0 424,2 426,6 419,9 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 156,6 156,9 156,8 154,8 156,0 155,6 155,6 155,7 156,4 156,8

1) Tot 1-1-2001 CBS/Stroeve index.

16 Centraal Bureau voor de Statistiek