Socialistische Partij afdeling Oss

Zelfwerkzaamheid oké, laten verzuipen néé!

Voorwoord
In het voorjaar heeft het college een evaluatie gepresenteerd met betrekking tot de privatisering van de veldsport. Dit leidde tot de nodige opmerkingen. De kern van de kritiek was dat er weliswaar een financiële evaluatie heeft plaatsgevonden maar geen beleidsmatige. Ook was er onvoldoende overleg geweest met de clubs en ontbrak een visie naar de toekomst. In gesprekken met een aantal clubs is de SP tot de conclusie gekomen dat de privatiseringoperatie van 1992 bijstelling behoeft. (Zie ook bijlage). In deze notitie doet de SP een aantal voorstellen ter verbetering.

Inleiding
Bij de privatiseringsoperatie van 1992 lag sterk de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid en de zelfwerkzaamheid van de clubs, waardoor de gemeente minder geld kwijt was aan de veldsportclubs. Het onderhoud van de gebouwen ging naar de verenigingen, de gemeente bleef alleen nog verantwoordelijk voor de grote renovaties van de gebouwen. Hoewel de clubs niet blij waren met de bezuinigingen, ging men toch akkoord. Men kreeg een bruidschat mee en men verkeerde in de veronderstelling dat men met de vele vrijwilligers het werk wel zou klaren.

Verschillende problemen
De praktijk is weerbarstiger gebleken dan de afspraken op papier. Het blijkt in de loop der jaren dat het voor de clubs moeilijk is geld te reserveren voor het onderhoud en financieel het hoofd boven water te houden.

* Natuurlijk kan men overgaan tot contributieverhoging. Maar er zijn grenzen, want het moet voor de leden wel betaalbaar blijven.

* De sponsoring biedt helaas geen soelaas meer. Het plafond lijkt bereikt.
* Honderden vrijwilligers zijn week in week uit in de weer voor de vereniging en het algemeen belang. Toch heeft men heeft moeite met het vinden van voldoende vrijwilligers. 2001 Is niet meer 1992. In steeds meer gezinnen werken beide ouders en het leven wordt als maar drukker.

* Bovendien wordt aan het onderhoud ook steeds hogere technische en veiligheidseisen gesteld. Daardoor kan het grote onderhoud al niet meer door vrijwilligers worden gedaan. Hierbij moet wel worden gezegd dat dit met name speelt voor de kleinere verenigingen. De grotere hebben meer financiële mogelijkheden en deskundigheid.
* Ook het vandalisme is een groot probleem sinds het toezicht op de sportparken van de WSW (IBN) weg is.

* Niet onbelangrijk tenslotte is de problematiek van de legionella waarmee de verenigingen zijn geconfronteerd. Dit probleem kan men niet los zien van het accommodatiebeleid. De leidingen in de gebouwen zijn niet hierop aangepast. Tot nu toe legt de gemeente echter wel de volle verantwoordelijkheid bij de verenigingen.

Conclusie
De privatisering schiet haar doel voorbij. Dat zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid zoveel mogelijk worden gestimuleerd oké, maar tien jaar na de privatisering dreigen de verenigingen te `verzuipen'. De privatisering moet gedeeltelijk worden teruggedraaid en in gezamenlijkheid dient het legionella en vandalismevraagstuk te worden getackeld. Maatregelen moeten worden genomen om het vrijwilligerswerk te stimuleren.

Aanbevelingen

1. Het groot onderhoud moet terug naar de gemeente. Het klein onderhoud kan bij de verenigingen blijven. Duidelijke afspraken moeten worden gemaakt wat men onder groot en klein onderhoud verstaat.

2. Er dient een tweejaarlijkse inspectie te worden uitgevoerd door de gemeente. Deze inspectieronde is een stok achter de deur voor de verenigingen en kan worden gebruikt om ook duidelijke afspraken te maken met de clubs.

3. Met de clubs moet de gemeente een actieplan `legionella' maken waarbij het duidelijk is dat de gemeente substantieel financieel moet bijdragen om deze problematiek op te lossen.
4. Er moet meer toezicht komen op de velden en accommodaties om het vandalisme effectief te kunnen bestrijden.

5. De gemeente dient het voortouw te nemen voor het afsluiten van een collectieve verzekering tegen zaken als vandalisme, diefstal en brand.
6. De vrijwilligers verdienen meer waardering. Gekoppeld aan het aantal leden dienen verenigingen een vrijwilligerspremie te krijgen. Wij denken hierbij aan een bedrag van bijvoorbeeld tien gulden per lid van een vereniging.


Bijlage:
Conclusies bijeenkomst met buitensportverenigingen d.d. 21 juni 2001

De volgende verenigingen waren vertegenwoordigd.
TOP, CITO, Cardinals, MHC, DOT.
Namens de SP:
Jan van der Doelen, Henk van Gerven, Henk Foolen en Loet Wolff. Van Margriet, DESO en OSS zijn berichten van verhindering ontvangen.

De volgende gezamenlijke conclusies worden getrokken:

1. De contributies kunnen niet meer omhoog, sport moet voor iedereen betaalbaar blijven.
2. Het legionella-probleem kan niet los gezien worden van het accommodatiebeleid, de overheid, in casu de gemeente, dient hier haar verantwoordelijkheid te nemen. Dit soort risico's kunnen de verenigingen niet aan.

3. Verenigen zijn niet of nauwelijks in staat te reserveren voor groot onderhoud.
4. Grote verenigingen zijn beter in staat om het onderhoud te regelen dan kleine verenigingen, uiteraard mits de subsidie toereikend is.
5. Groot onderhoud, kan absoluut niet meer door vrijwilligers gedaan worden, gelet op technische en veiligheidseisen.

6. De gemeente moet duidelijkheid geven aan de Cardinals. Afspraken worden niet nagekomen of veranderen steeds, de club kan hier niet op bouwen.
7. De vertegenwoordigers van de gezamenlijke verenigingen zijn unaniem van mening dat de privatisering gedeeltelijk moet worden teruggedraaid. Een beleid waarbij dagelijks (klein) onderhoud door de verenigingen wordt gedaan en het groter onderhoud door de gemeente zou op zich beter werken. Dit moet uiteraard dan wel verder worden uitgewerkt. Wat valt bijv. precies onder klein onderhoud en onder groot onderhoud. Hoe wordt er omgegaan met eigendomsituaties.

8. Toezicht op vandalisme zou door de gemeente veel nadrukkelijker moeten worden aangepakt. Ook hier zou nader beleid op moeten worden ontwikkeld.
9. De gemeente zou meer moeten beseffen dat vele vrijwilligers heel veel tijd in sportverenigingen steken. Deze mensen zijn allemaal in het algemeen belang bezig. De verantwoordelijke fractieleden van de SP zullen de standpunten van de verenigingen betrekken bij het fractiestandpunt in de commissie en raadsvergadering.