Ingezonden persbericht

Help Jonathon

Mag ik u verzoeken mijn verhaal te lezen want u kunt Jonathon en andere kinderen helpen die slachtoffer geworden zijn van een internationaal akkoord dat bekend staat onder de naam The Hague Convention on the Civil Aspects of International Child Abduction (hieronder aangeduid als de Conventie van Den Haag).


Mijn naam is Kirsten, ik ben een Australische en woon legaal in België. Toen mijn zoontje twee en een half jaar was, ging ik samen met hem bij mijn echtgenoot weg. Dit na jaren van geweld en vernederingen. Mijn zoon is ondertussen bijna negen.
Voordat ik Australië verliet (eind vorig jaar) vroeg ik juridisch advies aan een advocaat wat ik moest doen om mijn zoon mee naar het buitenland te nemen. Ik kreeg meerdere keren hetzelfde te horen: aangezien de vader van mijn kind nooit bijgedragen had (noch financieel noch anders) tot de opvoeding van Jonathon, bestond er geen enkele wettelijke reden waarom ik Jonathon niet mee zou mogen nemen. Zijn vader had nooit via de rechtbank in Australië toegang tot zijn zoon gezocht om de reden dat 'een dergelijk engagement niet binnen zijn huidige levensstijl past'. Zoals de Australische wet het voorschrijft vroeg ik hem om toelating Jonathon met me mee te nemen. Hij ging hiermee akkoord en ondertekende de nodige documenten. Zoals mijn advocaat mij voorspelde, vroeg hij niet eens waar we naar toe gingen, voor hoe lang en waarvoor. Ik was hierdoor wel verrast en bood hem een telefoonnummer aan, waarop hij ons kon bereiken. Hij weigerde dit.


Jonathon en ik kwamen in België aan. Een aantal weken later begonnen Albertson (Jonathons vader) en zijn zus mijn moeder met telefoontjes lastig te vallen. Het ging zo ver dat mijn moeder hem uiteindelijk weigerde te woord te staan en dat zij medische hulp moest zoeken. Mijn moeder was bang dat Albertson mij en Jonathon zou bedreigen en weigerde hem mijn telefoonnummer te geven als hij niet beloofde dat hij Jonathon niet van streek zou brengen.


Albertson stapte naar een Australische rechtbank. Hij loog en aangezien ik niet op de hoogte was en dus ook niet aanwezig, kon ik mij niet verdedigen. Evenmin kon ik de rechtbank op zijn leugens wijzen.
Toen wij al enige tijd in België waren, vroeg ik Jonathon wat hij ervan zou vinden, mocht ik hier trouwen. Hij was zeer enthousiast, dit betekende immers dat hij voor de eerste keer in zijn leven deel zou uitmaken van een echt gezin: Hij heeft hier immers een gezin dat hem graag ziet, een broer, vele dieren, zijn eigen computer en vele vrienden.
De rechtbank verplichtte mijn moeder Albertson mijn adres en telefoonnummer te geven plus het adres van Jonathons school en het adres van een neef van mij die in Groot-Brittannië woont. Op geen enkel moment echter probeerde Albertson hierna in contact te komen met Jonathon. Hij telefoneerde niet, schreef niet, wat mij niet meer verbaasde.


Daarna stapte Albertson naar de rechtbank op basis van de Conventie van Den Haag. Opnieuw kon ik mij niet verdedigen. Tot op vandaag heb ik nog geen recht van verdediging gekregen in Australië. Het gerecht in Australië hield geen rekening met een aantal belangrijke bewezen feiten, zoals een arrestatiebevel tegen Albertson opgemaakt door de Australische politie om mij te beschermen tegen zijn gewelddadigheden, na jaren van huiselijk geweld en mishandeling. De rechtbank nam geen inzage in zijn strafregister en ging evenmin na of Albertson onderhoudsgeld betaalde voor Jonathon (iets wat hij trouwens nooit gedaan heeft). Geen van deze zaken werden door de rechtbank gecontroleerd.


Zich baserend op leugens en zonder verder bewijs of informatie over de zaak in te winnen, deed de Australische rechtbank uitspraak voor een herziening in Albertsons voordeel. Het bevelschrift kwam aan in België. Onderussen was ik er door de Belgische gerechtsdeurwaarder van op de hoogte gebracht dat er in Australië een voogdijzaak aan de gang was betreffende mijn zoon. Ik kreeg die informatie de dag van de rechtbankzitting. Opnieuw kon ik mij niet verdedigen.


Het vonnis van de rechtbank op basis van de Conventie van Den Haag werd voorgelegd aan een Belgische rechter. Mijn advocaat in België vroeg met aandrang dat Albertson aan een sociaal onderzoek zou onderworpen worden in Australië. Albertson woont in een appartement met een andere man er is niet eens een bed voor Jonathon. De rechter in België oordeelde dat dit onderzoek niet nodig was. Mijn advocaat vroeg om een onderzoek van het strafrechtelijk verleden van Albertson. Maar ook dit werd onnodig gevonden. De Belgische rechter weigerde ook Jonathon zelf te vragen wat hij zelf wilde..Dit gebeurde trouwens op geen enkel punt. Alhoewel de Conventie van Den Haagde mogelijkheid voorziet dat er ter bescherming van de rechten van het kind - een sociaal onderzoek gebeurt en dat de wensen van het kind in aanmerking genomen worden. Zonder hiervan echter gebruik te maken besliste de Belgische rechter dat Jonathon terug moest naar Australië.


Ik wendde mij toen tot het Belgische Ministerie van Justitie. Als een rechter een uitspraak doet op basis van de Conventie van Den Haag, is het de Minister van Justitie die de uiteindelijke beslissing neemt betreffende de terugkeer van het kind. De Minister van Justitie BELOOFDE mij dat ik op de hoogte zou worden gehouden van de beslissing en dat de zaak zeer grondig zou bekeken worden. Ik schreef naar een zekere Mr. Kint op het Ministerie van Justitie die mij beloofde dat hij al het mogelijke zou doen en dat de zaak aan een "expert" op het gebied van de Conventie van Den Haag zou toevertrouwd worden, een zekere Mr. De Koker. De Koker gaf toe dat hij geen expert was in deze zaken en dat hij toch enig opzoekwerk moest doen. Ik schreef naar Mr. Verwilghen, de minister zelf, omdat het uiteindelijk om zijn beslissing gaat. Hij overlegde met Kint en De Koker en nam contact op met de Centrale Overheid van Canberra, Australië. Op de duur ontstond een patsstelling waarbij Canberra zei dat dit een probleem van België was, en België het probleem naar Canberra doorschoof.


Ik ging toen bij de Belgische Openbaar Aanklager en kreeg te horen dat hij bereid was een redelijk voorstel van mijn kant te aanvaarden. Ik stelde toen voor om in augustus samen met Jonathon naar Australië terug te keren om deze zaak op te lossen. De Openbaar Aanklager verklaarde dat hij hiermee akkoord ging en dat hij dit zou meedelen aan de centrale overheid in Canberra. Hij beloofde me ook verder op de hoogte te houden. Op dat moment was alles op tijd. Ik kreeg te horen dat er mogelijkheid op financiële steun bestond (vliegticket en juridische bijstand). Een zekere Samantha Patterson in Canberra meldde mij dat ze mijn voorstel ontvangen hadden en dat zij financiële steun zouden zoeken voor de vliegtuigreis van Jonathon en mij naar Australië in augustus zoals afgesproken.
Op geen enkel punt kreeg ik te horen dat de situatie ondertussen veranderd was niet van Samantha Patterson, die beloofd had mij op de hoogte te houden, niet van de Openbaar Aanklager die beloofd had me op de hoogte te houden, niet van Verwilghen, niet van De Koker, niet van Kint van het Ministerie van Justitie, die beloofd hadden mij op de hoogte te houden.


Ondertussen vond er nog een hoorzitting plaats in Australië, waarvan ik opnieuw niet verwittigd was en waarop ik mij bijgevolg weer niet kon verdedigen. De Australische rechter besliste dat ik Jonathon tegen de eerste augustus naar Australië moest terugbrengen. Ik kreeg dit niet officieel te horen. Op 3 augustus kwam de Federale Politie met een fax ik kreeg dit vonnis dus pas onrechtsreeks op 3 augustus te zien waardoor ik onmogelijk voor 1 augustus met Jonathon in Australië kon geweest zijn om mij aan te houden wegens het niet uitvoeren van een gerechtelijk bevel. De federale politie zag ook de absurditeit van deze aanhouding in (hoe kun je iemand aanhouden omdat hij/zij niet op 1 augustus in Australië verschenen is, als die persoon dit bevel op 3 augustus nog niet eens ontvangen heeft??), maar zij konden niet anders dan mij arresteren. Ik werd aangehouden en was verplicht Jonathon aan de agenten af te staan. Toen kwam ik te weten dat Albertson reeds in België was, alhoewel ik toch had ik het vonnis tijdig ontvangen - zelf uit eigen beweging met Jonathon naar Australië had kunnen terugkeren wat Albertsons komst naar België overbodig maakte. Tenzij hij uiteraard wist dat ik te laat op de hoogte zou worden gebracht van het vonnis???? ER IS HIER IETS HEEL VREEMD EN ONJUIST GEBEURD.


De federale politie nam toen Jonathon mee hij huilde, tierde en smeekte: "mama, kom mee met mij, a.u.b.". DAT BEELD VAN MIJN ZOON STAAT MIJ VOOR DE OGEN. Jonathon probeerde nog weg te lopen. Ik heb mijn zoontje nog nooit zo angstig, vertwijfeld en overstuur gezien. Twee van de agenten die hem kwamen halen, waren zeer onder de indruk en een van hen zei dat hij in zijn hele loopbaan van 25 jaar nog nooit zoiets absurds, zoiets afschuwelijks en hartverscheurends gezien had.


Kleine Jonathon werd van zijn moeder weggenomen, uit het gezin dat van hem houdt, van zijn dieren, zij speelgoed, zijn computer, zijn vriendjes. Hij werd overhandigd aan Albertson, een man met een verleden van gewelddaden, veroordelingen wegens slagen en verwondingen, een aanhouding wegens gewelddaden, die met een andere man samenwoont in een klein appartementje zonder kamertje of bed voor Jonathon, zonder plaats om te spelen, weg van zijn vriendjes, zijn dieren en weg van ... zijn mama.


De laatste ontwikkeling in deze toch wel vreemde gang van zaken is dat ik op 7 augustus 2001 een bevelschrift ontving uit Australië, dat mij beveelt mijn zoon tegen de eerste augustus naar Australië te brengen. Deze brief werd me opgestuurd in een omslag geschreven in een slordig handschrift, waarbij het adres verschillende keren werd doorgestreept en herschreven. Moet dit een officiële brief voorstellen van een rechtbank in Newcastle in Australië???? Mijn Australische advocaat kon me meedelen, dat als ik dit vonnis tijdig ontvangen had, ik de kans zou hebben gehad hiertegen in beroep te gaan, waardoor de uitvoering van het vonnis zou zijn opgeschort. Met andere woorden, waardoor de politie Jonathon niet zou hebben moeten meenemen!!!!!


Ook u kunt er voor zorgen dat de Conventie van Den Haag het leven van mensen en kinderen kapotmaakt. Schrijf me a.u.b. en betuig me uw steun. Zend deze e-mail door aan iedereen die u kent.

Mijn e-mailadres is: kirsty@pandora.be
Of schrijf me:
Kirsten
C/ - Please Help Jonathon
Menenstraat 272
8980 Geluveld
Belgium
Europe

Dank u dat u de tijd nam mijn verhaal te lezen.